Molenechos's Homepage Molenechos.org

Hooimolen

Kortrijk, Vlaanderen, West-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Hooimolen, Brandelmolen, De Brandel, Schorsmolen
Ligging
Engelse Wandeling 15
8500 Kortrijk
noordzijde
hoek met Pottelberg
2,1 km ZW v.h. centrum
kadasterperceel E626


Vlaanderen - West-Vlaanderen
Gebouwd
voor 1555 / voor 1735
Verdwenen
1883 - 4 december, brand
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen, runmolen, oliemolen
Bescherming
niet
Database nummer
5300

Beschrijving / geschiedenis

Het Stampkot, De Hooimolen of Brandelmolen was een houten oliewindmolen (later olie- en schorsmolen) op de hoek van de Pottelberg (westzijde) met de Engelse Wandeling (nr. 15).

De staakmolen werd voor 1560 gebouwd: hij staat aangeduid op de kaart van Jacob van Deventer.

De molen werd, net zoals de H.-Geestmolen en Broelmolen, soms gebruikt om de vogelmast (gaaipers) te vervangen. De molen van de Pottelberg werd gebruikt door de handboogschutters van de St.-Sebastiaansgilde. Dit gebeurde bijvoorbeeld in 1735, toen de vogelmast stuk viel: "Ten selven jaere 1735 op Sinxen avondt is de gayperse in stucken gevallen. Een stuck, op een students hoofd vallende, is gestorven. Ook is Jan rapsaert keyser geworden, den gay afschietende op de meulen by de Pott laer bergh".

Rond 1755 was de molen in het bezit van abdij van Groeninge, die de molen vercijnsde aan de erfgenamen van een zekere Simoens. In het landboek van 1770 worden de erfgenamen van sieur Chombaere uit Gent als eigenaars vermeld. Het molenhuis werd dan bewoond door Petrus Buysschaert.

Eigenaar Jan de Sloovere (Desloovere) bekwam op 12 november 1791 de toestemming van de Financiële Raad van Brussel om zijn graanmolen om te vormen in een oliemolen.

We zien hem niet op de Ferrariskaart, maar wel als een staakmolen met open voet op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) en de kadasterkaart van P.C. Popp (ca. 1850). Blijkens de kaart van Vandermaelen (ca. 1850) stond er naast de molen een herberg ("cabaret") met de naam "Olie Pot", hetgeen vewijst naar de functie als oliemolen.

In de "Gazette van Gend" van 31 december 1792 en 7 januari 1793 verscheen de volgende advertentie: "Worden  uit  de  hand  te  koop  of  te  huur  aangeboden:  een jeneverstokerij […] en een oliewindmolen “met de bequaemste boeyen enz.”, zijnde beide maar onlangs uit de grond “nieuw gebouwd met alle soliditeit en voordeelige constructie”, staande een kwart uur buiten de Ryssel-Poorte van Kortrijk. Inlichtingen bij de heren Rosseeuw, Nonckele en De Sloovere (vader), alle drie wonende binnen Kortrijk."

Eigenaars:
- 1755, eigenaar: abdij van Groeninge, vercijnsd aan de erfgenamen van Simoens
- 1770, eigenaar: efgenamen van Chombaere uit Gent; verhuurd aan Petrus Buysschaert
- 1791, eigenaar: Desloovere Jan
- voor 1834, eigenaar: Desloovere Jan, de weduwe, rentenierster te Kortrijk
- 29.07.1845, verkoop: Delobel-Doornaert Desiderius Bruno, lederbereider (leerlooier) te Kortrijk (notaris Renard)
- 16.01.1849, verkoop: Verbeke-Dewachter Fidelius, herbergier te Kortrijk (notaris Carette)
- 20.02.1851, verkoop: Delobel-Boucquillion Jacobus, schoenmaker te Kortrijk (vonnis rechtbank Kortrijk)
- 08.04.1870, deling: Delobel Désiré Bruno, zaakwaarnemer te Kortrijk (notarissen Renard en Crouckhants)
- 26.11.1871, verkoop: Dewitte-Delobel Edmond, koopman te Kortrijk (notaris Carette - olie- ens chorswindmolen gelegen bij herberg "Den Schorsmolen")

De Hooimolen brandde af op 4 december 1883. Schorsmolens zijn een gemakkelijke prooi van het vuur door het verhitten van de gemalen schors bij het malen. Er volgde geen heropbouw. Thans staat er een villa.

In de buurt op de Pottelberg stond een café "De Schorsmolen", waarvan het uithangbord lange tijd nog te zien was. De huidige korte Schorsmolenstraat, die vanuit de even korte Kampstraat uitmondt in de Engelse Wandeling, herinnert ons ook aann die molen.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Literatuur

Archieven
Rijksarchief Kortrijk, Oud archief van de O.-L.-Vrouwekerk, registers, nr. 93, "Beschrijvinge ende Consistentie van de Mosscher Thiende" door F. De Bal (1755) (kanton II, 148).
Rijksarchief Kortrijk, "Oud stadsarchief Kortrijk", nr. 1204. Landboek Kortrijk-Buiten door Steur (1770) (kanton XIV, nr. 1679).
Rijksarchief Kortrijk, Oud stadsarchief Kortrijk, "Eelbouck van de edele gulde van den beleghen Rudder Sebastiaan", f° 237r.
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1932. Toestemming aan Jan de Sloovere om zijn graanmolen om te vormen in een oliemolen ("un tordoir à huile"), 12.11.1791.

Gedrukte bronnen
"Gazette van Gend", 31 december 1792 en 7 januari 1793.
Kortrijk, Stadhuis. "Atlas des Communications Vicinales de la Commune de Courtrai" (Atlas der Buurtwegen), door Van Beveren, 1845.
"Rapport de la Ville de Courtrai", 1883 (over de brand van 4 december 1883)

Werken
Mattelaer Pierre, "De Kortrijkse molens", De Leiegouw, XVIII, 1976, p. 323-352.
Mattelaer Pierre, De windmolens van Kortrijk, De Leiegouw, LIII, 2011, 1, p. 5-77 (53-55)
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 4. Gemeenten K-L", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1997.
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (70).