Zarren (Kortemark), Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Naam
- Watermolen
- Ligging
- Roeselarestraat 6
8610 Zarren (Kortemark)
Meulebroucken
rechteroever van de Zarrebeek
kadasterperceel A 1024
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1187
- Verdwenen
- voor 1340
- Type
- Onderslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 5207
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De vroegste molenvermelding van Zarren dateert van 1187. In de zgn. “Gros Brief’, een financieel document over het grafelijk domein in Vlaanderen, worden 24 grafelijke molens vermeld, waaronder de “molinum” van Zarren.
Twee oude toponiemen die verwijzen naar het vroeg bestaan van een watermolen, bewijzen dat de Zarrense “molinum”-vermelding uit 1187 een watermolen was.
Oude disrekeningenvermelden een plaatsnaam “den watermeulen”. Deze meersen zijn “de meulebroucken” te Zarren, reeds vernoemd in een stichtingsakte van een “Cappelrie tot Onse Vrauwe”, gefondeerd in de kerk te Zarren anno 1340. Bij nader onderzoek blijkt het een laaggelegen meers te zijn op de rechteroever van de Zarrebeek, stroomafwaarts van een reeks dergelijke weiden. Op de kadastrale kaart van P.C. Popp uit ca. 1850 vinden we ze gelegen op het kadasterperceel sectie A n r. 1024, groot 63 a 60 ca., als een deel van de hoeve Costnoble, groot 5 ha 74 a 70 ca. Thans bewoond door Frans Vercruysse-Vandamme, Roeselarestraat 6.
Een geringe afdamming kon deze meersen gemakkelijk tot een spaarvijver omvormen. Deze spaar- of potweide was hier zeker noodzakelijk om een min of meer stabiele watertoevoer tot de molen te verzekeren.
Bijna zeker was deze molen slechts een “wintermolen”, d.w.z. een molen die gezien de geringe watertoevoer alleen gedurende de wintermaanden kon functioneren. Enkel tussen november en maart is het debiet van de Zarrebeek voldoende om een waterrad in beweging te houden. In deze vroege periode kon één watermolen goed instaan voor een gemeenschap van ongeveer 250 personen, dus ruim voldoende voor het toenmalige Zarren.
Naar het verder wedervaren van deze watermolen kunnen we slechts gissen. Vermoedelijk was hij geen lang bestaan beschoren, anders hadden we er sporen van teruggevonden in de parochierekeningen van de latere eeuwen.
Sylveer VANOVERSCHELDE & Jos DEMAREE
Literatuur
Archieven
Rijksarchief Brugge, Kerkfabriek Onze Lieve Vrouw te Zarren. Stichtingsakte van een "Cappelrie tot Onse Vrauwe", gefondeerd in de kerk te Zarren, anno 1340.
Rijksarchief Brugge, Brugse Vrije, nr. 14172 (disrekeningen Zarren)
Kadastrale legger Popp, gemeente Zarren.
Literatuur
Luc Goeminne, "Het molenbezit van de graaf van Vlaanderen op het einde van de 12de eeuw (...), in: Molenecho's, XI, 1983, 2, p. 66-67. In deze studie wordt soms ten onrechte besloten dat het om windmolenvermeldingen gaat.
P. Bauters, "Kracht van Wind en Water. Molens in Vlaanderen", Leuven, 1990, p. 32-34.
Sylveer Vanoverschelde, "De molens te Zarren", in: Jaarboek heemkundige kring "Crekel Beke" Kortemark, 1990, p. 141-172.
J. Demarée, T. Denoo, A. Desmytter, W. Messeyne, S. Vanhove, "Couchezmolen, molenmuseum, leidraad", Kortemark, s.d.
Christiaan Debusschere, "Molengemeente Kortemark", Kortemark, Molen Magazine, 2003, 260 p.;