Denderbelle (Lebbeke), Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Naam
- Bellemolen, Het Fonteintje
- Ligging
- Molenveldstraat 74
9280 Denderbelle (Lebbeke)
zuidwestzijde
kadasterperceel B714
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Geo positie
- 50.997345, 4.099596 (Google Streetview)
- Gebouwd
- 1665 / ca. 1850
- Verdwenen
- Voorjaar 2019
- Type
- Stenen grondzeiler
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 519
- Ten Bruggencatenummer
- 06518 a
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Bellemolen of "Het Fonteintje" was aanvankelijk een houten en later een stenen korenwindmolen aan de zuidwestzijde van de Molenveldstraat (nr. 74) in Denderbelle (Lebbeke). Ernaast stond tot in 1878 een boekweitrosmolen.
In 1665 verleende de meier van Denderbelle het octrooi voor de oprichting van een houten windmolen op het Meulenveld.
De familie De Caluwe was er molenaar van de 17de eeuw tot de verkoop in 1893. De eerste was Petrus De Caluwe (1640-1697), gehuwd met Elisabeth Scheirens en later met Maria Matthijs.
Molenaar Jacob de Caluwe moest in 1753 voor de Raad van Vlaanderen verschijnen vanwege inbreuk op de rechten van Hare Majeteist op haar banale watermolens in Dendermonde aangaande het ketsen of het ophalen van graan.
We zien de molen aangeduid op:
- Figuratieve kaart door landmeter J. De Deken (1738), als een staakmolen
- Villaretkaart (1745-1748) als een staakmolen met de benaming "M(oul)in de Denderbelle"
- Ferrariskaart (ca. 1775) met het symbool van een staakmolen op teerlingen met de benaming "Moulin de Denderbelle"
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1850) met een tekeningetje van een staakmolen.
Molenaar Joannes Judocus "Josse" De Caluwe (Denderbelle, 1799-1880)liet de staakmolen rond 1850 vervangen door een stenen molen. Hij verkreeg in 1854 tevens de vergunning om een stoommachine te plaatsen in de stenen molen, die daarbij werd uitgebreid met een ketelhuis en een schoorsteen. Hij deed in 1865 een aanvraag om de stoommachine uit 1855 te vervangen door een groter exemplaar. In 1878 voltrok zich een grote uitbreiding. Hierbij kwamen de alleenstaande boekweitpaardenmolen en de wind- en stoommolen tot een aaneensluitend geheel. Bij de plaatsing van een nieuwe stoommachine in 1883 maakt het kadaster melding van een "moulin à farine à vapeur", zodat we mogen aannemen dat de windmolen dan al onttakeld werd.
Molenaar Joseph Van Damme-Goossens, die de site in 1897 aankocht, liet een deel van het bedrijfsgebouw inrichten als een melkerij die de naam Melkerij Sint-Martinus kreeg. Het gebouw werd in 1928 en 1938 gefaseerd verbouwd en verhoogd. In 1947 werd het een fabriek van bereide vleeswaren. Na de verkoop in 1955 aan landbouwer Marcel De Proft-Van Steen werd het gebouw verder als magazijn voor landbouwdoeleinden gebruikt.
Op het laatst resteerde nog de fel ingekorte ronde bakstenen molenromp, schuin afgeknot en met pannen afgedekt. Was ingericht als bergplaats. Het metselwerk bewaarde nog enkele kleine steekboogvensters waaronder een getralied en een met sponning boven de rolpoort.
Het aanpalende gebouw met vroegere maalderij, melkerij en magazijn had twee en drie bouwlagen onder golfplaten zadeldaken. Volgens resten van oud bakstenen metselwerk in de linkerzijgevel en verankerde achtergevel ging de constructie duidelijk nog deels terug op het industriële gebouw van 1878. De voorgevel bewaarde typische industriële betonnen vensters uit het midden van de 20ste eeuw; linkerdeel verhoogd met droogzolder. Het rechts aanpalende eenvoudige woonhuis dateerde van rond 1928. Het was een enkelhuis van twee bouwlagen en twee traveeën onder zadeldak, bedekt met kunstleien. De voorgevel was een lijstgevel met boogvormige muuropeningen en een bredere venstertravee. Deze was deels tussen lisenen en was bovenaan versierd met een tandlijst.
De hoeve, het burgerhuis, het maalderij- en melkerijgebouw en de molenstomp werden op 14 september 2009 vastgesteld als bouwkundig erfgoed, hetgeen - na openbaar onderzoek - op 28 november 2014 bevestigd werd.
Ondanks deze erkenning, werd het hele complex begin 2019 volledig gesloopt. De gemeente Lebbeke oordeelde immers bij de beoordeling van de sloopaanvraag dat de site geen erfgoedwaarde meer heeft. Sinds 1 januari 2017 zijn de lokale overheden (de gemeenten) volledig bevoegd voor de sloopaanvragen voor vastgesteld bouwkundig erfgoed. Het agentschap Onroerend Erfgoed verleent hierover niet langer advies. Het vrijgekomen terrein wordt verkaveld voor woningbouw.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: De Caluwé Judocus Jan, molenaar te Denderbelle
- 19.09.1872, gift: a) De Caluwe Louis (voor naakte eigendom), molenaar te Denderbelle en b) De Caluwe-Van Keer José (= Judocus) Jan (voor vruchtgebruik), molenaar te Denderbelle (notaris De Blieck - stenen graanwindmolen met rosmolen)
- 14.06.1880, einde vruchtgebruik: De Caluwé Louis, molenaar te Denderbelle (overlijden van Josse Jan De Caluwé - de rosmolen wordt beschreven als magazijn)
- 23.01.1893, verkoop: Van Damme-Goossens Joseph Camille, molenaar te Denderbelle (notaris Vermeersch - stoomgraanmolen)
- 07.05.1902, erfenis: en de kinderen (ovelrijden van vrouw Goossens)
- 15.02.1920, erfenis: de kinderen (overlijrln van Joseph Van Damme)
- 25.01.1926, erfenis: a) Van Damme Edgard Frans, landbouwer te Denderbelle, b) Van Damme Maria Celestina, c) Van Damme Sophie en d) Van Damme Alfred (overlijden van één of meer kinderen van Joseph Van Damme)
- 05.10.1926, verkoop: a) Van Damme Edgard Frans, landbouwer te Denderbelle, b) Van Damme Maria Celestina en c) Van Damme Rachel Sophie (notaris Schicks - deel van Alfred)
- 22.06.1928, afstand: Van Damme-Claus Edgard Frans, melkerijbestuurder te Denderbelle (notaris Schicks - graanstoommolen)
- 09.10.1947, verkoop: a) Van Nijverseel-Arnoldi Jan Lodewijk, bankbeambte te Koekelberg, b) De Feyter-Bourgeois Prosper Aloïs, fabrikant te Denderbelle en c) De Meulder-Vercammen Jozef, beenhouwer te Mollem (notaris Eeman - woonhuis met nijverheidsgebouwen)
- 21.01.1948, afstand: a) De Feyter-Bourgeois Prosper Aloïs, fabrikant te Denderbelle en b) De Meulder-Vercammen Jozef, beenhouwer te Mollem (notaris Eeman)
- 11.06.1948, afstand: De Feyter-Bourgeois Prosper Aloïs, fabrikant te Denderbelle (notaris Eeman)
- 07.01.1952, verkoop: Decock-Vermeulen Carolus Emilius, vleeshandelaar te Denderbelle (notaris Eeman)
- 21.12.1955, verkoop: De Proft-Van Steen Marcel August, landbouwer te Denderbelle (notaris Van de Steen)
- 20.06.1989, gift: De Proft-Uyttendaele Pierre, landbouwer te Denderbelle (notaris Van den Steen)
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Aanvullende informatie
Literatuur
Archieven en landkaarten
- Rijksarchief Gent, GW8 - 23298 (Raad van Vlaanderen, nr. 23298).
- Rijksarchief Gent, Provinciaal Archief Oost-Vlaanderen 1851-1870 (1533, 1550).
- Figuratieve kaart door landmeter J. De Deken, 1738 (met tekening van een houten windmolen op het "moleveldt")
- Villaretkaart (1745-1748)
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)
- Bewaarde aanvraag met plannen van graanmolenaar Josse Jean De Caluwe om een stoommachine te plaatsen in zijn stenen molen (1854)
Literatuur
- Bauters Paul, "Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen", Gent, Provinciebestuur, 1985, p. 363.
- Bauters Paul, "Oostvlaams molenbestand 1986", Gent, 1986 (Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen. Bijdragen, nieuwe reeks, 25).
- Bogaert Chris & Verbeeck Mieke, Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele,Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20N.
- De Kimpe F, "De kronycken van de Heerlijkheid en de gemeente Denderbelle", Denderbelle, 2002, p. 27-28.
Holemans Herman, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten D-E", Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 1998, p. 16-18.
- "Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Eerste aflevering. De arrondissementen Aalst en Dendermonde", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XIV, 1960, 3 (Gent, 1962).
- Ringoot Frans, "De windmolens van Denderbelle", in: Ons Molenheem, Opwijk, jg. 31, 2006, nr. 1, januari - maart, p. 23.
Foto's
- Google Streetview, april 2020 (veld zichtbaar op de vroegere molenplek)
Mailberichten
- Michiel Hooijberg, 22.11.2020 (signalement verdwijning)
- Evert Vandeweghe, Agentschap Onroerend Erfgoed, 23.11.2020 (omstandigheden verdwijning).