Molenechos's Homepage Molenechos.org

Kortrijk, Vlaanderen - West-Vlaanderen

Verdwenen molen

karakteristiek

Naam
De Wisse
Ligging
Doorniksesteenweg 81
8500 Kortrijk
oostzijde
ten Z v.d. Lindenlaan
't Hoge
kadasterperceel C 135 b
Vlaanderen - West-Vlaanderen
toon op kaart
Gebouwd
voor 1770 (staakmolen) / ca. 1864 (olierosmolen) / 1867 (achtkante bovenkruier)
Verdwenen
voor 1830 / 1898 - 1 mei, brand
Type
Achtkante houten bovenkruier
Functie
Oliemolen, snuifmolen
Database nummer
5161
© Schilderij uit 1896 door A. Vanderschelden. Boven de poort staat geschilderd: Fabrique d'Huile et de Tourteaux (coll. wed. P. Mattelaer, Kortrijk)

Beschrijving / geschiedenis

De Wisse of Wissekotmolen was een houten windmolen op 't Hoge, aan de oostzijde van de Doorniksesteenweg (nr. 81), ten zuiden van de autoweg E17 en iets ten zuiden van de Lindenlaan. de autosnelweg E17 en de Pypestraat. De huisjes die daar tot de jaren 2000 stonden vormden de wijk de Wisse.

Aanvankelijk was het een houten snuifwindmolen, type staakmolen. We zien hem als dusdanig aangeduid op de Ferrariskaart van ca. 1775. Volgens het Landboek van Kortrijk-Buiten (voleindigd in 1770) was het een windsnuif- en stampmolen die toebehoorde aan een zekere Petrus Verhamme. Op de Ferrariskaart (1771-1778) komt hij nog voor. In latere cartografische documenten niet meer.  Deze houten achtkante bovenkruier op schuur stond aan De Wisse op 't Hoge te Kortrijk, aan de westzijde van de Doorniksesteenweg, ietwat bezuiden de E17; de huisjes die daar tot de jaren 2000 stonden vormden de wijk de Wisse.

De staakmolen werd nog voor 1830 afgebroken. Op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1841) en op de kaarten van Vandermaelen en van Popp (ca. 1850) zien we er geen molen meer, maar enkel een cabaret dat "de Nieuwe Smesse" heet.

Rond 1864 richtte Antoine François Vansteenhuyse, herbergier te Kortrijk, een olierosmolen op. Daarboven richtte hij in 1867 een houten achtkante stellingmolen op. Hij schijnt de toelating pas in 1871 gekregen te hebben en maakte melding van "vroegere bestaande fundaties" van een molen.... Het is ons niet bekend of deze molen van elders overkwam. Torie Mulders van de molen van Tiegem vertelt: “De Wisse was een houten achtkante molen in maaksel van een steenen kot, stond boven op de gebouwen met galerij van tenminste 25 voeten, zijds de Doornikse weg. Ze is lange verdwenen en niets meer doet nog aan het bestaan van een molen denken.”

Eigenaars:
- 1864 / 1867, opbouw rosmolen en windmolen: Van Steenhuyze Antonius François, herbergier te Kortrijk (document 220: "moulin à cheval amélioré en suite d'une construction d'un moulin à vent")
- 26.08.1876, gift: a) Van Steenhuyse Antonius Constant, koopman te Kortrijk en b) Van Steenhuyse Marie Sidonie, zonder beroep te Kortrijk
- 22.11.1879, erfenis: VanSsteenhuyse Antoon Constant, koopman te Kortrijk (overlijden van Marie Sidonie Van Steenhuyse)
- 03.11.1897, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Antoon Constant Van Steenhuyse)
- 11.04.1893, deling: Van Steenhuyse-Bruneel Polydoor, notaris te Kortrijk (notaris Hocken - "wind- en paardemolen")
- 1895, erfenis: de kinderen (overlijden van Polydoor Van Steenhuyse)

De molen brandde af tijdens de nacht van 1 mei 1898. In enkele kranten verscheen hierover een uitvoerig verslag:
a) Gazette van Kortrijk, XXIII, 1898, 34 (1 mei), p. 2, kol. 3
Brand. – Dezen morgen, rond 3 uren, heeft een geweldige brand den olie-stoommolen vernield van M. Vansteenhuyse op ’t Hooghe. Geheel de olieslagerij, met den onwerksamen windmolen die er op stond, en een voorhuis zijn door den brand vernield geweest. Twee achterhuizekens, en de magazijnen zijn erg beschadigd. Het vuur woedde met eene ongeloovelijke hevigheid; eene groote hoeveelheid olie en zaad zijn in den brand omgekomen, en het machien zal moeten buiten dienst gesteld zijn door de groote beschadiging.
Een vlaamsch geluk mag het heeten dat den asse van den windmolen, een groote zware eikenboom, in zijnen val op den koer terecht gekomen is waar hij tot 15 centimeters diep in den grond zonk. Had hij moeten stratewaards vallen, hij stortte op de huizen al verbrijselende wat er onder hem lag; menschenlevens zouden te betreuren geweest zijn.
Een 40tal kiekens van M. Vansteenhuyse en eene geite van de kortwoonders zijn in den brand omgekomen.
De molen was den eigendom van M. Val. Vansteenhuyse, notaris, en gebruikt door zijnen broeder M. Ad. Vansteenhuyse. De pompiers van Kortrijk die op het eerste alarm ter plaatse waren hebben het woonhuis en de magazijnen kunnen bevrijden alhoewel er groot gebrek aan water was.
De drij werkmanshuizen waren bewoond door Remi Vanneste, Theoph. D’Hondt en Victor Bogaert. Men heeft nauwelijks eenige meubels kunnen redden.
De schâ beloopt tot verscheidene duizenden franks en is door verzekeringe gedekt. De oorzake van den brand en is niet gekend.
b) Gazette van Brugge en van de provincie West-Vlaanderen, CV, 1898, 52 (2 mei), p. 3, kol. 4.
Brand. – Men schrijft uit Kortrijk: Zondag morgend, rond 3 uren, heeft een geweldige brand den olie-stoommolen vernield van M. Vansteenhuyse op ’t Hooge. Geheel de olieslagerij, met den onwerkzamen windmolen die er op stond, en een voorhuis zijn door den brand vernield geweest. Twee achterhuizekens, en de magazijnen zijn erg beschadigd. Het vuur woedde met eene ongelooflijke hevigheid; eene groote hoeveelheid olie en zaad zijn in den brand omgekomen, en het machien zal moeten buiten dienst gesteld zijn door de groote beschadiging.

Er bestaat van deze molen een schilderij, die een getrouwe weergave geeft van het uitzicht ervan rond de eeuwwisseling. Boven op het dak van een werkplaats staat de achtkante houten stellingmolen, opgetuigd met rode zeilen. Voor de poort van het gebouw staat een groene kar. Boven aan de poort is er een opschrift “FABRIQUE D’HUILE  & TOURTEAUX” (=koeken). Midden op het erf staat er een grote lege mand. De molenaar staat op de stelling met zijn rug naar de molen alsof hij op de uitkijk is naar zijn duiven; of misschien zoekt hij de juiste richting van de wind. Rechts bevindt zich het woonhuis van de molenaar. Het schilderij is gesigneerd A. Vanderschelden, ’96. (=1896).

Door dat natuurgetrouw schilderij kunnen we technische kenmerken afleiden. De molen is dubbel geschoord en een kruilier loopt over de reling van de galerij. Er is een buitenwipstok. De kap is van het West-Vlaamse mansardetype. De molenromp is licht getailleerd. De bedekking van de romp en de kap was met eikenhouten schaliën.

Lieven DENEWET, Herman HOLEMANS & Pierre MATTELAER

Literatuur

Gazette van Kortrijk, XXIII, 1898, 34 (1 mei), p. 2, kol. 3
Gazette van Brugge en van de provincie West-Vlaanderen, CV, 1898, 52 (2 mei), p. 3, kol. 4.
Holemans Herman, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1980. Deel 4. Gemeenten K-L, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1997, p. 54-55.
Mattelaer Pierre, "De Kortrijkse molens", De Leiegouw, XVIII, 1976, p. 323-352.
Mattelaer Pierre, De windmolens van Kortrijk, De Leiegouw, LIII, 2011, 1, p. 5-77.
Mattelaer Pierre, "Vier afbeeldingen van Vlaamse achtkante bovenkruiers", Molenecho's, XXX, 2002, 4, titelblad (reproductie schilderij van A. Vanderschelden, 1896) en p. 228-233 (231-232).
Denewet Lieven, "Houten achtkantige bovenkruiers in Vlaanderen". Molenecho's, XXI, 1983, 3 (mei-juni), p. 117-140.
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (71).