Dorpsmolen

De Dorpsmolen was een houten korenwindmolen op een molenwal aan de oostzijde van de Brugse Steenweg, op 200 meter ten zuiden van de kerk van Koolkerke. Hij stond naast de dijk van het Oude Zwin.
De staakmolen dateert reeds van de 15de eeuw. Hij was in 1701 eigendom van een Busset.

Het draaiende werk werd in 1746 geschat op 40 pond groten.

We zien hem afgebeeld op de Ferrariskaart van ca. 1775 met het bruin symbool van een staakmolen op teerlingen.

Opeenvolgende eigenaars sinds 1834:
- voor 1834, eigenaar: Pauwaert-Vandenbussche Livinus
- 21.12.1856, erfenis: de weduwe (overlijden van Livinus Pauwaert)
- 04.07.1885, verkoop: Demeulenaere-Wildermeersch Gustavus, aannemer te Brugge (notaris Van Elslande)
- 16.06.1901, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Gustavus Demeulenaere)
- 05.10.1901, deling: Demeulenaere-Deneve Gustaaf Adolf, de weduwe, zonder beroep te Koolkerke (notaris De Vestele)
- ca. 1905, huwelijk: Helena Deneve huwt met Theophile Paridaen

Op 4 april 1907 diende Theophile Paridaen een bouwaanvraag in om aan zijn huis een mechanische maalderij te bouwen. De maalderij was 15 meter lang op 4,50 meter breed.

De staakmolen werd in 1907 gesloopt en vervangen door de genoemde mechanische maalderij. Volgens mondeling overlevering was de molen ingestort. Anderen zeggen dat de molenaar, die op zijn nieuwe mechanische maalderij was overgeschakeld, de molen liet instorten omdat herstelling te kostelijk was.
Die molenaar was Gustaaf Demeulenaere, gehuwd in 1892 met Helena Deneve. Na het overlijden van haar man, hertrouwde de weduwe met de molenaarsknecht Theophile Paridaen, die het molenbedrijf voortzette. Ook in Lapscheure was de molenaarsfamilie Paridaen actief.

De vrij nieuwe Dorpsmolenstraat in de omgeving (tussen de Fortstraat en de Hoveniersstraat) herinnert ons aan het bestaan van de molen.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

M. Coornaert, Een overzicht van de molens in het Noordvrije, in: Liber Amicorum René De Keyser, Speciale uitgave, Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago, 1985, p. 43-78.
Johan Ballegeer, "Molens in de Zwinstreek", in: Rond de Poldertorens, 47ste jg., 2005, nr. 2, p. 39-75.
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1980. Deel 4. Gemeenten K-L, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1997.
René De Keyser, "De molen van "Ter Panne" en de molenaars sedert circa 1775, in: Rond de Poldertorens, XV, 1973, p. 120-127, 159.
Schouteet A., De straatnamen van Brugge. Oorsprong en betekenis,  1977, p. 37.
Wintein W., Kaart van de oude gemeente Koolkerke met een bijhorende historische schets tot 1850, in: Rond de Poldertorens, VII, 1965, 1,  p. 12, nr. 67; p. 25, nr. 222.
Mailbericht Robert Van Ryckeghem, Sint-Andries, 07.08.2014.