Molenechos's Homepage Molenechos.org

Grote Molen

Wervik, Vlaanderen, West-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Grote Molen
Ligging
Oude Beselarestraat
8940 Wervik
westzijde
ten N v.d. Oude Mesenweg
Hoge en Lege Kruise
1,2 km N v.d. kerk
kadasterperceel E 535
Vlaanderen - West-Vlaanderen
Gebouwd
kort voor 1434
Verdwenen
1869, verplaatst
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Bescherming
niet
Database nummer
4938

Beschrijving / geschiedenis

De Grote Molen was een houten korenwindmolen, gelegen aan de westzijde van de Oude Beselarestraat, ten noorden van de Oude Mesenweg, op 1,2 km ten noorden van de hoofdkerk van Wervik.

De heerlijkheid Oosthove had iets voor 1434, nadat de heerlijksheidsmolen afgebrand was, de Grote Molen gebouwd, op dertien of veertien honderd lands (de opgaven variëren in de documenten), gelegen onder de heerlijkheid ter Kruisse, die als cijnsland eigendom was van de heer van Oosthove. Deze heerlijkheid ter Kruisse was een achterleen van de heerlijkheid Oosthove en was er uit gespleten in 1391, als gevolg van een familieovereenkomst tussen de erfgenamen. De heer van Oosthove betaalde - jarenlang hijzelf en later zijn molenaar-pachter - aan de heer van ter Kruisse, voor het bebouwde land met de molen, de verschuldigde heerlijke renten, te weten vijf razieren evene, één kapoen en drie denieren parisis in geld.

Zowel de "groote meulen" als de "cleyne meulen" werden vermeld in de domeinrekeing uit 1540-1541, samen met een "cleene meulestraete". Beide molens stonden op zo'n 200 meter van elkaar. In 1637 sloten de molenaars van Wervik een onderling akkoord voor de uitlevering van bakten in de verschillende wijken van Wervik: de meulenaere van de Berchmeulen, Martin Liagre van de Groote Meulen, Passchier Coorne van de Clytmeulen en Jan Pollet, meulenaere van de Cleene Meulen.

In 1669 waren Jan en Antoon Pollet de pachters-molenaars van de "Grooten meulen".

Op het einde van de 17de eeuw vestigden zich twee gebroeders-molenaars, Pieter en Francis Wullepit, zonen van Pieter Wullepit, te Menen. Ze waren afkomstig van Leisele. Pieter trouwde te Wervik in 1690 met Catarina Vanhee en werd molenaar op de "Cleyne meulen". Broer Francis werd pachter van de "groote meulen" en huwde Catarina Delmotte. Bijna twee eeuwen bleven beide molens, van vader op zoon, door de Wullepits begaan. Andere loten van deze stam vestigden zich op andere molens in de omgeving, zoals de Zandvoordemolen en de Geluveldmolen.

Het begin van de Wullepits als molenaars te Wervik was zeker niet bemoedigend. Wervik en omligggende lagen verdrongen en verdrukt door de ingelegerde Franse soldaten van koning Louis XIV. De verregaande opeisingen, plunderingen en vernielingen dompelde het volk in de diepste ellende. Bovendien mislukte de oogst in 1692 en 1693 twee jaar na elkaar. De molens lagen meer stil dan dat ze draaiden "ter cause van de groote dierte en de schaerscheid van de granen die de arme ingezetenen niet konden bekomen". Op 8 september 1693 "fourrageeren" de troepen te Wervik "doende alom groote schaede". Op 22 september daarna "wierd nog een generale fouragieringe gedaen maer sy en kregen nu niet veel buyt meer omdat sy te voren alles hadden weggenomen". Daarenboven brak de gevreesde pestziekte uit. Het stadje Wervik boekte 190 doden in 1693 en 173 in 1694. Op 22 maart 1693 stierf te Wervik dame Cosma Spinola, dorpsvrouw van Wervik en gravin van Moeskroen, aan de "contagieeuse sieckte". Zij was de bezitster van de Grote en de Kleine Molen te Wervik.

Tijdens het beleg van de stad Menen, van 22 mei tot 8 juni 1744, verbleef de Franse koning Louis XV te Wervik. Hij nam zijn logement in het Sint-Janshospitaal op Steenakker. De kamer en het bed waarin de koning overnacht had, waren daar nog tot aan de eerste wereldoorlog goed bewaard en zichtbaar voor belangstellenden.

In die tijd leefde er de Wervikse schoolmeester en chirurgijn Deburchgraeve. Hij hield een dagboek bij waarin hij allerlei plaatselijke gebeurtenissen optekende. Zo berichtte hij het volgende over molenaar Guillaume Wullepit van de Grote Molen, op datum 10 juni 1758: "Heden sterft den vermaerden Guillaume Wulleput, molenaere op de groote meulen, welke de koning van Frankrijk aengesproken heeft wanneer hij ging het Gasthuis binnengaen om te logeren". Wat deze "vermaerde molenaer" met de koning nog verder besproken heeft, vermeldt deze kroniekschrijver niet.

Verder lezen we in deze kroniek: "17 februari 1762, grooten trouw van Clemens Wullepit, molenaere op de grooten meulen, met Marie-Térèse Renier, smitdochter op de hooge Kruyse" (een wijk te Wervik).

We zien de Grote Molen aangeduid op de Ferrariskaart met het bruin symbool van een staakmolen.

Eigenaars sinds 1834:
- voor 1834, eigenaar: Frans Devlamynck, brouwer te Brugge
- later, eigenaar: Vanhecke-Devlaminck Englebert Théophile, geneesheer te Sint-Joost-ten-Node
- 11.02.1839, verkoop: Leroux-Cuvelier Louis Augustin, landbouwer te Wervik (notaris Forrest)
- 07.07.1858, verkoop: Ghesquière-Van Eecke Bruno, molenaar te Wervik (notaris Delefortrie)
- 09.03.1868, verkoop: Demyttenaere-Van Elslande Leo, landbouwer te Wervik (notaris Vaneecke).

Tijdens de laatste verkoop, op 9 maart 1868, meldde notaris Vaneecke: "le moulin va être transféré dans quelque temps". Aldus zou de molen spoedig verplaatst worden. De nieuwe bestemming is ons niet bekend, maar in ieder geval verdween de molen in 1869.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Literatuur

Herman Holemans, "West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten V-Z , Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2005, p. 46-47.
J. Maes, "Wervikse molens", in: De Belgische Molenaar, LIX, 1959, p. 190-192;
J. Maes, "Nog over Wervikse molens", in: De Belgische Molenaar, LVII, 1962, p. 127;
R. Defrancq, Bijdragen tot de geschiedenis van Wervik, 1960, 128 p., ill.; vol. 2, 1961, 225 p., ill.; vol. 3, 1966, 267 p.-XXX p., ill.
A. Mollet, Wervik vroeger en nu. Tweeduizend jaar lokale geschiedenis in beeld, Wervik, 1968.
J. Roelandt, "De Heerlijkheid Wervik", in: De Leiegouw, V, 1963, p. 177-207.
J. Roelandt, "Eigen beleid van de molenaars in Wervik, 1636-1692", Biekorf, jg. 73, 1972, 1-2, p. 27-33.

Stadsarchief Wervik, Demeinrekening uit 1540-1541.
Zettingboek van  Wervik, 1669.
Deburchgraeve, Wervikse schoolmeester en chirurgijn, kroniek, midden 18de eeuw.