Timmerman Henri Deprez liet op een gebouw op de hoek van de Molendreef (nr. 14) en de Lattenklieverstraat te Maria-Aalter, op grond van de kinderen van Jan Frans Mestdagh, een houten molentje (type dakmolentje) timmeren om graan te malen.

Het perceel werd op 26 januari 1895 verkocht aan Karel Mestdagh-Goubert, schilder te Aalter (akte notaris Van Doorne). Emiel Hector Dhuyvetter - Deblauwere, handelaar te Deinze, kocht de grond aan op 10 januari 1907 (akte notaris Lowie).
Het gebouw met het dakmolentje werd op 3 mei 1904 verkocht aan Karel Taghon-Martens, werkman te Aalter (akte notaris Pussemier).

In 1908 verdween het molentje.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

J. Van Overstraeten, "Molens te Aalst (Limb.) en Aalter", in: Toerisme, XXIII, 1944, p. 72-74;
Arthur Verhoustraete, "Molens binnen het maalgebied van het Land van de Woestijne", Appeltes van het Meetjesland, jaarboek 2, 1950, p. 32-42.
Arthur Verhoustraete, "Molens van Aalter na 1795", in: Appeltjes van het Meetjesland, jaarboek 2, 1950, p. 42-48.
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962).
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1996.