De Boterhoekmolen was een houten korenwindmolen met ernaast een rosmolen.

Hij was gelegen aan de westzijde van Boterhoek (nr. 17), in het gehucht Oostveld, op 2,5 km ten noordoosten van de kerk van Lovendegem.

We zien hem aangeduid op:
- Atlas der Buurtwegen (ca 1842) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen en met de wijknaam Oostveld
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "Boverhoek Molen"
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen en met de benmaing "Moulin de Boter Hoek".

Notaris Impens, residerend te Lovendegem, verkocht op verzoek van Pieter Engels en de gemene erfgenamen ten sterfhuize van zijn huisvrouw Judoca van Overwaele (weduwe Haesman) "eenen goeden gekalanten en wel in staet zynde Koorn-wind-molen, met het Huys en voorder gerief, groot in berg, lochting en boogaerd 22 roeden 55 ellen, gestaen tot Lovendegem, wyk Oost-veld, by de Lieve, in de straete nae Kaeverkens-brugge, gebruykt door den gezeyden Pieter Ingels (sic; om in gebruyk te komen met 15 november aenstaende". Deze advertentie stond in de Gazette van Gent van 9 oktober 1823. In de editie van 17 november 1823 werd de molen enkel nog te huur aangeboden.

Eigenaars na 1820:
- 1823, eigenaar: Engels Pieter en de erfgenamen van zijn vrouw van Overwaele Judoca (+1823, weduwe Haesman)
- voor 1834, eigenaar: Van Hecke-De Ruyter Jan Frans, eigenaar te Lovendegem
- 23.04.1848, erfenis: en de kinderen (kinderen: a) Van Hecke Jean François, onderpastoor te Michelbeke, b) Van Hecke Louis, zonder beroep te Lovendegem, c) Van Hecke Melanie, zonder beroep te Lovendegem en d) Van Hecke Thérèse, zonder beroep te Lovendegem) (overlijden van vrouw De Ruyter)
- 30.01.1854, deling: a) De Breuck Prosper Joseph Marie, eigenaar te Gent en b) De Breuck Joseph Marie, eigenaar te Gent
- 08.04.1879, verkoop: Albrecht-Van Hoorebeke August, landbouwefr te Lovendegem (notaris Joos - graanwindmolen, gortmolen en roskot)
- 05.10.1880, verkoop: Haverbeke-Boone Bruno, molenaar te Lovendegem (notaris Billiaert - graanwindmolen, gortmolen en roskot)
- 10.05.1919, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Boone)

Naast de staakmolen stond reeds voor 1830 een rosmolen (kadasterperceel A1656). Dat gebouw werd vergroot voor de plaatsing in 1883 van een stoommachine. Er werd evenwel ook nog met de wind gemalen.

In 1924 volgde de afbraak van de windmolen.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Archieven en landkaarten
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1842)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) 
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)

Gedrukte bronnen
"Gazette van Gend", nr. 1233 van 09.10.1823 en nr. 1244 van 17.11.1823 (advertenties)

Werken
Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oostvlaanderen, (Kultureel Jaarboek voor de Provincie Oostvlaanderen 1961, Tweede band, Gent, 1962, p. 116-117).
"Meetjeslandse Toponiemen tot 1600. Deel III: Het Gentse - Band 2: LOVENDEGEM". Bijeengezant door Achiel De Vos en Luc Stockman, verklaard en aangevuld door lic. Geert Andries. Uitgezgeven door de Stichting Achiel De Vos. Maldegem, 1993.
Coppens R., Lovendegem in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1973.
De Potter F. & Broeckaert J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I deel 4, Gent, 1864-70.
De Vos A., Op historische verkenning door Lovendegem, in Heemkundige bijdragen uit het Meetjesland, II, 3, 1988, p. 109-140.
De Vreese A., Lovendegem en Vinderhoute in woord en beeld, Lovendegem, s.d.
Herman Holemans, Oost-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1995. Deel 4. Gemeenten K-L, Opwijk, Ons Molenheem, 2002.