Molenechos's Homepage Molenechos.org

Melle (Merelbeke-Melle), Vlaanderen, Oost-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Watermolen
Ligging

Geraardsbergsesteenweg 3


9090 Melle (Merelbeke-Melle)
oostzijde
op de Molen- of Gondebeek
nabij spoorweg
700 m ZO v.d. kerk
kadasterperceel D220bis (tot 1911)
D222e (na 1911)
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
Gebouwd
13de eeuw / na 1600 / 1642 / 1911
Verdwenen
ca. 1580, oorlog / 1911, sloop / 1923, brand / 1933, landgebouw
Type
Onderslag watermolen
Functie
Korenmolen
Bescherming
niet,
Database nummer
4865
© Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem

Beschrijving / geschiedenis

De Watermolen van Melle was een watermolen met onderslagrad p de Molenbeek of Gondebeek, bij de monding in de Schelde, aan de oostzijde van de Geraardsbergsesteenweg (bij nr. 3), vlakbij de spoorweg.

Deze watermolen bestond al in de 13de eeuw en was in het bezit van het klooster van Melle.

Na de vernieling tijdens de troebelen rond 1580, werd de molen in het begin van de 16de eeuw herbouwd door het klooster van Melle/ Uit het archief van dat voormalig klooster: "Joos Valcke en vrouw, dewelcke aen het clooster met hunnen gheprofesten zoon Ludovicus gegeven hebben hondert ponden gr., waervan de helft ghebruyckt is tot oprichtinge van den watermeulen binnen Melle". Deze Lodewijk Valcke was in het begin van de 16de eeuw tot het klooster toegetreden.

In 1642 kwam Jacques van Laerebeke, koopman te Gent, opdagen. Hij had op 12 april 1639 octrooi verkregen van de Spaanse koning om in Gent en omgeving - met uitsluiting van alle anderen - zes koperslagerijen (voor koper en messing of geelkoper) op te richten. Eén ervan was de Watermolen van Melle. Het koper werd voor militaire doeleinden, vooral voor de aanmaak van kanonnen. De tijden waren ernaar. De Spaanse Nederlanden hadden vooral in 1643-'47 zwaar te lijden onder Franse en Hollandse invallen. In 1643 was Gent ternauwernood ontsnapt aan een inname door de troepen van de Verenigde Provinciën. Overigens blijkt het militair gebruik ook uit de figuur van Jacques van Laerebeke.
A. Sanderus maakt in zijn "Verheerlijkt Vlaanderen" (2de druk, 1735, II, p. 68) melding van deze kopermolen als volgt: "Op de Molen- of Gondebeek, welke zich in den stroom aldaar ontlast, werkt een vanouds bestaande watermolen, waarin, hetgeen men nauwelijks op eenige andere plaats van Vlaanderen vinden zal, koper  en metaal geslagen wordt".

De watermolen staat aangeduid op:
- Villaretkaart (1745-1748) met de aanduiding "Moulin à eau"
- Ferrariskaart (ca. 1775) met het symbool van een waterrad
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1842) met de aanduiding "Moulin à Eau"
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met de aanduiding "M(oul)in"
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)

In 1786 werd hij openbaar verkocht aan een particulier. Uit de verkoopakte: "eenen hofstede met watergraenmolen, met het recht van malen, en eenen vyver en meersch daer aen" (Provnicaal archief).

Beschrijving in het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Melle in 1821:
"Le premier (moulin) situé section D n° 220bis, appartient au Sieur Bernard D'Hondt. Cette usine est construite en brique et mue par l'eau: elle sert moudre le grain. L'expert n'a pu s'en procurer le bail, mais considérant sa situation avantageuse, estime qu'elle doit être évaluée à 210 francs. Déduction de 1/3 (70 francs) pour réparations, reste net 140 francs".

In de "Gazette van Gend" nrs. 1219 en 1224 van 21 augustus en 8 september 1823 verscheen de volgende verkoopsadvertentie: "Uyt'er hand te koopen: Eenen goeden en welgekalanten Water-Koorn-Molen, met eene schoone Woonste, Stallingen (etc.), groot in erve met de Vyvers, Dammen, Wymenieren, Zaeylanden enz., ontrent de dry bunderen, gestaen en gelegen binnen Melle, achter de auberge den gouden Appel, dicht tegen de brusselsche en geeraerdsbergsche steenwegen, om met den 1 mey 1824 in het gebruyk te komen. Zig adresseeren aen Bernard D'hont, bewoonder van den Molen, en aen P.A. Haesebyt, tot Bottelaere".

Opeenvolgende eigenaars sinds 1820:
- 1821, 1823: Bernard D'hondt, bewoner-molenaar
- 1823, uit de hand te koop gesteld
- 1834, eigenaar: Verstraeten Karel, molenaar te Gontrode
- later, eigenaar: De Meyer Urbain en consoorten, landbouwer te Wetteren
- 20.04.1881, verkoop: De Meyer-De Clercq Urbain, landbouwer te Wetteren (notaris Verstraeten)
- 05.09.1888, verkoop: De Clercq Hyppolyte, handelaar te Aalst (notaris Verstraeten)
- 24.09.1899, erfenis: De Clercq Albine, handelaarster te Aalst (overlijden van Hyppolite De Clercq).

De molenaarsknecht verongelukte toen zijn paard op de "Brusselschen Steenweg" verschrikte en op hol sloeg. De knecht viel neer en één van de wielen reed over hem. Hij werd erg verminkt en overleed enkele uren later.

In 1892 werd een stoommachine toegevoegd, maar er werd ook nog op waterkracht gemalen. De aanleg van de nieuwe spoorlijn Brussel-Oostende in 1904 betekende het einde: de waterhuishouding was definitef verstoord. Na een gedeeltelijke sloop in 1904, volgde in 1911 de gehele afbraak. Thans is het perceel onbebouwd.

Zie verder: Melle, Watermolen Vandenhende

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Literatuur

Archieven en landkaarten
- Fricxkaart (1712)
- Villaretkaart (1745-1748)
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1842)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)

Gedrukte bronnen
- "Gazette an Gend", nrs. 1219 en 1224 van 21 augustus en 8 september 1823 (verkoopsadvertentie)

Literatuur
Sanderus A., "Verheerlijkt Vlaanderen", 1735, II, p. 68.
Land van Aalst, 27.04.1884.
Lieven Denewet, "Vier koperwatermolens in en rond Gent (ca. 1640-'50)", in: Molenecho's, XXIX, 2001, nr. 3, p. 142-150.
Lieven Denewet, "Industrieel verleden van watermolen te Sint-Maria-Latem ontsluierd. Opeenvolgend papier-, ijzer-, koper-, olie- en graanmolen, of de IJzerkotmoeln was wel degelijk een ijzermolen!", in: Molenecho's, XXIX, 2001, nr. 2, p. 77-83;
F. De Potttter & J. Broeckaert, "Geschiedenis van Melle", p. 3.
De Baets A., Nieuwe bevindingen over het ontstaan van Melle, (De Gonde, XIV, 19, 1985, p. 421-425).
De Baets A., De opgravingen nuar Het Kasteel van Cortrosine, (De Gonde, III, 3, 1974, p. 45-51).
De Baets A., Oude stenen en namen vertellen ons. .. De geschiedenis van Melle, Melle, 1957.
De Baets A., Wandeling doorheen de gemeente Melle, Melle, 1978.
De Potter F. & Broeckaert J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I, deel 4, Gent, 1864-1870.
Verbist H., Geschiedenis van Melle, Leuven 1962.
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962);
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-N", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2004.