Perremolen
Sint-Denijs (Zwevegem), Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Perremolen, Molen te Perreken, Perckmolen
- Ligging
- Perrestraat
8554 Sint-Denijs (Zwevegem)
3,4 km NO v.d. kerk
kadasterperceel B54
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1455
- Verdwenen
- 1918 - oktober, oorlog
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 4816
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Perremolen (molen te Perreken, Perckmolen) was een houten graanwindmolen in de Perrestraat, volgens de mensen "t'einden der wereld" op meer dan "een uur" van de kerken van SInt-Denijs, Bellegem, Zwevegem en Heestert.
De staakmolen werd al voor 1455 gebouwd. Amant van Rues, zoon van Pieter van Rues, molenaar-pachter van de molen op de heerlijkheid Moen, werd in 1455 pachter van de "Molen ten Perrekine" jegens Janne van de Berghe, baljuw en ontvanger voor Janne Bornage, ridder en heer van Mouden, Percken en Hoyghem.
De Perremolen is onder de benamng "Moulin Percken" terug te vinden op de Beaurainkaart van 1691 en als "Moulin de Perckem" op die van 1692. Hij komt als "Moulin de Percken" ook voor in "Une description des paroisses du diocèse de Tournai (1690-1728), uitgegeven door A. Pasture en F. Jacques, en als "Meulen te Perre", met het bruin symbool van een staakmolen, op de Ferrariskaart van ca. 1775.
Van voor 1834 behoorde de molen toe aan Frederic De Kimpe, olieslager en ontvanger in Zwevegem, die ook eigenaar was van de Stenen Molen in Zwevegem. Frederic De Kimpe overleed op 11 augustus 1844 en op 20 november van dat jaar werd de Perremolen verkocht aan de kinderen van PIeter Dumortier, landbouwers in Sint-Denijs.
Net als zijn buur, de Molen te Claere, was de Perremolen gelegen op de heuvelrug die de hele streek domineert en die zorgde voor een uitstekende windvang. Ook Torie Mulders (vroeger molenaar op de zeer oude, verdwenen houten molen van Tiegem) noemde hem de Molen te Perre. Hij beschrijft hem als een staakmolen die "volgens zeggen van de menschen d'er om d'om, t'einden de wereld stond, eene uur van alle kerken St-Denijs, Bellghem, Zweveghem en Heestert." In 1847 (volkstelling) werd de Perremolen gebruikt door het gezin Eugène Duquesne-Scholastique Vlieghe, beide geboren te Bellegem, respectievelijk rond 1790 en rond 1802. Ze hadden Leon Devoldere, geboen in Sint-Denijs op 31 januari 1820, als knecht. Gezin en knecht verhuisden naar Lauwe op 10 januari 1848.
Dan kwam Ivo Vindevogel, een oudoom van Victor Vindevogel (alias Torie Mulders). Hij was geboren op het erf van de houten Bergmolen in Tiegem op 18 april 1807. Hij verhuisde naar Kerkhove en kwam naar de Perremolen op 1 oktober 1847, samen met zijn vrouw (Melanie Fruy, geboren in Kerkhove op 10 mei 1812), zijn moeder (Petronella Anrys) en zijn zeven kinderen. In Sint-Denijs kwamen er nog vijf kinderen bij. Hij kocht de molen pas heel wat later, namelijk op 22 mei 1867. Ivo Vindevogel werd, vanwege de "kerkhofkwestie" te Sint-Denijs niet in Sint-Denijs, maar in Heestert begraven.
Zijn oudste zoon heette Charles (geboren in Kerkhove op 30 september 1832). Deze Charles leerde de stiel kennen in Bellegem en kwam vanaf augustus 1873 (na de dood van vader Ivo op 2 juni 1872) de molen gebruiken. Melanie Fruy, Ivo's weduwe, ging terug naar Kerkhove op 9 mei 1889, samen met de kinderen die nog bij haar woonden, behalve de oudste zoon. Charles Vindevogel bleef namelijk nog een tijdje op de Perremolen, waarvan hij op 11 juni 1897 de enige eigenaar werd. Toen ook hij later verhuisde, verpachtte hij de molen. De Perremolen werd in 1891 gebruikt door het gezin Frederic Meesseman-Mathilde Verdonck (geen zus van de Verdoncks van de Molen van Sint-Denijs), respectievelijk geboren in SInt-Eloois-Wiinkel op 1 augustus 1861 en in Sint-Denijs op 18 november 1868. Dit gezin verhuisde naar Helkijn op 13 april 1896.
Op de Perremolen kwam op 20 november 1899 het gezin Henri Vandeziele-Marie Pauline Isenbaert zijn intrek nemen. Ze kwamen van Otegem, waar Henri Vandeziele molenaarsknecht was op de Sloufe (zie aldaar). Hij werd geboren in Bellegem op 9 ju,ni 1868 en zij in Ingooigem op 15 januari 1874. Ze hadden zeven kinderen en twee molenaarsknechten: Charles Louis Wittevrongel (geboren in Waregem op 7 september 1888) en Gustave Laevens (geboren in Zwevegem op 10 januari 1861). Naderhand gingen die twee weg: Laevens naar Helkijn op 12 augustus 1909, WIttevrongel naar Anzegem op 13 februari 1911.
Eigenaars vanaf 1834
- 1834, eigenaar: De Kimpe-Van Robais Frederic, olieslager en ontvanger in Zwevegem (+11.08.1844)
- 20.11.1844, verkoop: Dumortier Pieter, de kinderen, landbouwers te Sint-Denijs (notaris Vandevenne)
- 2.05.1867, verkoop: Vindevogel-Fruy Ivo, molenaar te Sint-Denijs (notaris Parmentier)
- later, erfenis: zijn weduwe en kinderen (overlijden van Ivo Vindevogel)
- 04.03.1893, erfenis: zijn kinderen (overlijden van de weduwe)
- 11.06.1897, verkoop: Vindevogel-D'Hulst Charles, rentenier te Zwevegem (onderhandse akte)
- 23.01.1901, erfenis: de weduwe en de erfgenamen (overlijden van Charles Vindevogel)
- 28.03.1901, erfenis: de erfgenamen (overlijden van de weduwe van Charles Vindevogel)
De Perremolen werd in oktober 1918, samen met de andere vier molens van Sint-Denijs, door het terugtrekkende Duitse leger opgeblazen. Er volgde geen heropbouw. Camiel Verdonckt (van de Verdoncks vann de Molen vann Sint-Densij) was er toen molenaar. HHenri Vandeziele was er evenwel nog altij d in 1921 maar was alleen nog als boer geregistreerd. Hij vertrok op 4 oktober 1922 met zijn gezin naar zijn geboortedorp Bellegem. Wat Camiel Verdonck betreft: zie meer onder de Molen van Sint-Denijs.
In verban met de Perremolen verwijzen we ook nog naar het rijmpje over de molens van Sint-Denijs (zie in bijlage).
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven
Rijksarchief Kortrijk, Gemeentearchief Sint-Denijs, nr. 56, Landboek van Sint-Denijs (Vlaanderen), 1769, opgemaakt door J.B. Van Huffel.
Rijksarchief Kortrijk, Gemeentearchief Sint-Denijs, nr. 57, Landboek van Sint-Denijs (Doornikse), 1779, opgemaakt door J.B. Van Huffel.
Werken
Jaak Bataille, Hubert Demeulenaere, Stefaan Vroman & Jan Deloof, "Onze molens nu en toen. Heestert, Moen, Otegem, Sint-Denijs en Zwevegem", Zwevegem, 1994, p. 74-75.
Valère Ovaere, "Sint-Denijs vroeger en nu", 1973.
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (89).
Valère Ovaere, "Sint-Denijs in oude prentkaarten", Zaltbommel, 1972.
G. Pottie, "Over oude molens" [Moen - St.-Denijs - Helkijn - Heule], in: Verslagen en Mededelingen van de Leiegouw, Sint-Michiels, jg. 9, 1967, p. 143-147.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten S-U, Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2003.