Lindenbergmolen

De Lindenbergmolen of Riemegemmolen was een houten korenwindmolen op een molenwel, nabij het kruispunt van de Vandevoordeweg en de Duffelstraat (nabij de weg Kruishoutem - Waregem), ten noordoosten van de hoeve van Marc Cnockaert (in de jaren 1960 bewoond door Alfred Merman). in het gehucht Riemegem, op de Huivettershoek, op de Lindenberg. Het aanwezige heuveltje is zelfs nog een restant van de molendam.

De staakmolen werd in de 14de eeuw met één steenkoppel gebouwd en werd in 1380-1384 vernield. De molenwal bleef nog bestaan. Zo getuigt bijvoorbeeld een tekst uit het midden van de 15de eeuw: "een vier. lants bij Riemerghem den Meulenwalle nellie waut(er) 1 parins lant".
Ook volgens een geschrift van 1502 was er een molendam en molendreefken.

De molen werd in 1647 herbouwd. Andries Ottevaere kreeg in 1647 de toestemming om een korenwindmolen op te richten "op een stuck landts onder dheerl(ijckheijdt) van Smoors gheheeten den Lindenberch".

Louis Boelaere verkocht de molen op 17 december 1687, voor 1100 gulden aan Joos D'huyvetter. De verkoop gebeurde voor de baljuw en de leenmannen van de heerlijkheid 's Moors te Nokere.
Landmeter Steuperaert vernoemde in 1696 Joos Dhuyvetter en Pieter Steuperaert als eigenaars van de molendam. Beide landbouwers waren schoonbroers, aangezien ze gehuwd waren met twee dochters van Jan Wasteau en Martine Goeminne.

In 1702 werd de molen verplaatst naar Deinze (Westaarde op Deinzekouter).

Jan Baptiste van den Hende deed in 1760 een poging tot oprichting van een windmolen op de vroegere molendam op  de Lindenberg, maar lukte daar niet in. Een nieuwe poging werd ondernomen in 1766. De familie van Themsche verzocht dan graaf Norbert Vandermeere de toestemming tot het bouwen van een windmolen in de Huyvettershoek op de Lindenberg. Ook deze poging lukte niet.

Zie ook: Deinze, Vrouwkensmolen

Lieven DENEWET & Jozef GOEMINNE

DE WINDMOLEN TE RIEMEGHEM OF HUYVETTERSHOEK

Ten jare 1502 heeft Jan Van Der Looven een molenwal te Riemeghem in leen voor een koppel lamprelen. Het landboek van Pieter Steuperaert opgemaakt in 1702 vermeldt : Gillis Mehuys pacht een molendam en molen dreefken gelegen in de Huyvettershoek. In het jaar 1766 verzoekt de familie Van Themsche graaf Norhert vander Meere om toestemming tot het houwen van een windmolen in de Huyvettershoek op de oude molendam, gelegen op de Lindeberg (18). Deze aanvraag wordt verworpen omdat er "geen behoefte is aan meer windmolens te Kruishoutem." Uit het voorgaande kan worden afgeleid dat in de Huyvettershoek te Kruishoutet vroeger een windmolen heeft gestaan, denkelijk vernield in de Vlaanderse oorlogen 1380-84 en nooit heropgebouwd.

Jozef GOEMINNE

Archieven
Rijksarchief Gent,  familie Desmanet de Biesme) - nr. 1780. Stukken betreffende de poging tot oprichting van een windmolen op de Lindenberg door Jan Baptiste van den Hende, 1760, 1 bundel.

Werken
Jozef Goeminne, "De windmolens van Ayshove-Kruishouten", Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze en van het land aan Leie en Schelde, XVIII, 1951, p. 75-77.
Jozef Goeminne, "De plaatsnamen te Kruishoutem", 1968.
Julien Vandeputte, "De molens van het arrondissement Oudenaarde uit hun geschiedenis", Oudenaarde, 1974, p. 192.
Lieven Kinds e.a., "Acht eeuwen Nokere", s.l., 1996, p. 163.
Lieve De Bel, "Kruishoutem toponymisch doorgelicht: molentoponiemen", in: Jaarboek van de Heem- en Geschiedkundige Kring Hultheim (Kruishoutem), 2006, p. 19, ill.
Goeminne J., Bijdrage tot de geschiedenis van Kruishoutem, (Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze en van het land aan Leie en Schelde, XXII, 1955, p.95-159).
Vermeulen F.-Rogge M.-Van Durm L., Terug naar de bron, Kruishoutem archeologisch doorgelicht, (Archeologische Inventaris Vlaanderen, Buitengewone reeks, 2, Gent, 1993).