Mechelen, Vlaanderen - Antwerpen
- Naam
- Molen van Battel, Battelmolen, Battelsemolen, Molen Verelst
- Ligging
- Leestsesteenweg 6
2800 Mechelen
nabij hoek met Gentsesteenweg
zijde Pennemeesterstraat
Battel
kadasterperceel G317b
Vlaanderen - Antwerpen
- Geo positie
- 51.040085, 4.439951 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Privaat
- Gebouwd
- 1844
- Type
- Stenen bergmolen
- Functie
- Korenmolen
- Gevlucht/Rad
- Verwijderd
- Inrichting
- Verwijderd
- Toestand
- Nog enkel onderste gedeelte
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd, wel in vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Op aanvraag
- Database nummer
- 4668
- Ten Bruggencatenummer
- 54668
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Molen van Battel of Battel(se)molen was een stenen korenwindmolen, type bergmolen, op de zuidosotzijde van de Leestsesteenweg (nr. 6), zijde Pennemeesterstraat, op de hoek met de Gentsesteenweg.
Hij werd gebouwd in 1844 door molenmaker P.J. Debrier uit Mechelen. Hij had daartoe in 1843 een aanvraag ingediend en had het bouwperceel aangekocht van notaris François Erix uit Puurs.
We zien hem nog niet aangeduid in de Atlas der Buurtwegen (die kort voordien werd opgemaakt), maar wel op de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) en de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855) met het rond grondoppervlak van een stenen molen, omgeven door een tweede cirkel (de molenwal).
De molen werd omschreven als 'eenen der sterkste en best getimmerde uit de omstreken en hebbende drie koppelen-stenen'. Het kadastraal inkomen bedroeg in het midden van de 19de eeuw 342 frank en de oppervlakte besloeg 255 m³.
Opeenvolgende eigenaars:
- 04.04.1844, verkoop (van de grond) door Frix François, notaris te Puurs (notaris Peeters)
- 1844, opbouw: Debrier-Schenis Petrus Joseph, molenmaker te Mechelen ("construction d'un moulin à vent sur terrain vierge en 1844").
- 1852, erfenis: de minderjarige kinderen: a) Debrier Jeanne Marie, b) Debrier Louis Emmanuel en c) Debrier Anna Marie Constance ('overlijden van de vrouw Schenis)
- 14.04.1853, verkoop: Verelst Charles (en toekomstige echtgenote Van den Broeck Marie), molenaar te Keerbergen (notaris Van Melckebeke)
- 08.01.1888, verkoop: Verelst-Selleslagh Petrus Joannes Florimondus, molenaar te Mechelen-Battel (notaris Delvaulx)
- 13.04.1914, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Selleslagh)
- 17.06.1920, verkoop: Truyen-Lemmens Tilmanus Jacques Hubert, molenaar te Molenbeersel (notaris Delvaulx)
- 21.11.1922, verkoop: Smets-De Rooster Frans Louis, handelaar te Mechelen (notaris Van Roye)
Tijdens een hevig onweer in 1909 werd de kap van de molen afgerukt, en moest ook één van de wieken eraan geloven. Er was veel schade. In 1911 herhaalden de feiten zich. Karel Verelst nam de taak van molenaar over van zijn vader. Na de eerste wereldoorlog werd de molen verkocht aan Frans Smets.
De molen werd in 1920 verkocht aan Tilmanus Truyen-Lemmens uit Molenbeersel, die na korte tijd zijn activiteit moest stopzetten wegens vermindering van het aantal boeren die zelf nog graan verbouwden en de moordende concurrentie van de mechanische maalderij van Smets die ondertussen was opgezet, én de nog actieve windmolen van Heffen.
De molen werd verkocht aan een antiquair die de molen, op het onderste gedeelte na, in 1925 afbrak voor het vele eikenhout. De molenstenen werden overgenomen door Frans Smets die ze onder de vloer van zijn atelier liet inmetselen. Met de stenen van de afbraak werden nog twee kleine huisjes gebouwd op de Battelsesteenweg.
Een deel van de massieve onderbouw is nog te vinden in de tuin van de hoekwoning van de Gentse- en de Leestsesteenweg, waar in 2009 nog een Verelst woonde. Het molenrestant is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Ook de iets meer oostwaarts gelegen Molenhofstraat herinnert ons nog aan de molen.
Jan SMETS & Herman HOLEMANS
Literatuur
www. mechelenblogt.be (Jan Smets, 01.08.2009).
Info Frans Vermoortel
Info van de grootouders van Jan Smets, die woonden op de Leestsesteenweg te Mechelen.
H. Holemans & P. Lemmens, "Molens van Klein-Brabant, Mechelen en de Rupelstreek", Nieuwkerken-Waas, Ten Bos, 1987, p. 56;
G.K. Kockelberg, "De Molens van Mechelen", in: Ons Molenheem, s.l., s.d. [2005], p. 18-20, ill.;
H. Thys, "Molens in het arrondissement Mechelen, circa 1865-1870", in Heemkundig Handboekje voor de Antwerpse Kempen, Borgerhout, jg. 14, 1966, p. 3-14.
P. Lemmens, "Molenoverzicht uit het arrondissement Mechelen van 1830 tot heden", Borgerhout, 1963. Overdruk uit het Heemkundig handboekje voor de Antwerpse randgemeenten, 1963, X, nummer 4.
Keersmaeckers J. & Lemmens P.J., Kempische Windmolens, Antwerpen, 1973, p. 48.
Vermoortel F., Mechelen, de memoires van een stad, Brugge, 1986, p. 200.
Kennes H., Plomteux G. & Steyaert R., Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Mechelen, Bouwen door de eeuwen heen in in Vlaanderen 13N2, Brussel - Turnhout, 1995.