Slingermolen
Leisele (Alveringem), Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Slingermolen, Molen Moncarey
- Ligging
- Gemeneweg
8691 Leisele (Alveringem)
kadasterperceel D457 (windmolen)
D458 (rosmolen)
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1582
- Verdwenen
- 1912, sloop
- Type
- Staakmolen met open voet
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 4663
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Slingermolen was een houten korenwindmolen aan de Gemeneweg, een grensstraat met Frankrijk, die loopt van de wijk Clachoire naar Beveren-aan-de-IJzer, bijna tegen Beveren. Deze staakmolen met open voet was een echt grensgeval. Het molenhuis en de stallingen liggen in Frankrijk, de molen en een schuur in België.
De molen werd voor 1582 gebouwd (Kristof Papin). In 1600 werd gemeld: "een molen te Leysele, int zuutdorp van Hontschote, noortwest van den Slinghermullen" (K. De Flou).
In een akte verleden op 3 oktober 1615 voor de schepenen van de Kasselrij Ieper, is het volgende te lezen over de verkoop van de Slingermolen (Stadsarchief Ieper, Kasselrijarchief Ieper, 2de reeks, nr. 377, akte nr. 6):
“de gerechte helft van xx roeden lants wesende eenen muelen wal metten muelen daermede gaende gheresoneert krachtens prijs genaempt den Slyngher muelen staende ende ligghende inde prochie van Leysele Casselrye van Vuerne oost vande Waermoesstrate metgaders de gerechte helft van een behuusde hofstede ende ascot ofte rosmuelen ende ontrent drie ghemeten lants daermede gaende met alle de cathelen groene ende drooghe daerup staende geene gezondert gestaen ende geleghen inden zuuthouck onder de heerelijchede ende inde prochie van Hontschote west jegen over den voornoemden muelen strackende zuut ende noort van zuuden westen ende noorden jeghens de landen van Jan Pieren ende van oosten de voornomde Warmoesstraete tegewoordelijc gebruikt bij Andries Herewijn ende meer in zulcker grootte ende gelegentheid alst de voorscreven comparanten toegecommen es elc voor een zeste part maekende tselve de gerechte helft vande voorscreven hofstede ende muelen bijden overlijden van Bertholomeux De Cueninck ende Victorine De Nieces huerlieder vader ende moeder ende vande voornomde Victoryne grootvadere ende grootmoedere, belast om zijn advenant met alzulcke renten als van ouden tyden danof tcapitael ende onvergolden croysen zullen blijven scoopers laste ...”
Bertholomeux De Cueninck ende Victorine De Nieces zijn de ouders van de drie comparante kinderen, resp. Adriaen De Coninck, fs Andries, echtgenoot van Jannenken De Meunynck, wonend te Leyden; Jaecquemyncken De Meunynck, gehuwd met Jan Fiers, wonend te Groenynghe; Jan Druans, echtgenoot van Janneken Reumelts te voren weduwe van Pauwels De Ceunynck bij procuratie van Victoryne de voorscreven Pauwels eenegte dochter, te Zutphen.
De koper was Pieter De Fyne wonend te Ieper, of degene die deze als koper zal “denomeeren”.
In een bijzonder lange zin gaat het dan om een belofte “garant te beloven gelyck zij met alle de verschenen ende verschijnen pachters tzijdert den jaere 1582 zonder dat zij vercoopers daeran enich recht zullen moghen behouden ofte naermaels querelleren, ten desen gedaen hebben belovende thouden goet vast ende van weerden ...”
In de molenlijst van 22 maart 1700 vinden we: "Een korenwindmolen genaamd de Slingermolen toebehoorende aan Gilles Muylle. De molenaar betaald van over 25 jaar geen windgeld en weet geen prijs van afkoop daer de eigenaar niet in de kasselrij woond".
Op 1 mei 1751 kreeg de molenaar een aanmaning tot achterstallige betaling: "Alsoo den ontfanger Proot mij verzocht heeft tot betalinge van sijn jaer de poyntinge vanden Slingermeulen die op mij gestelt is ten grooten ongelycke omdat ik het selve jaer den meulen in geen gebruycke en hebbe ghehadt maer wel Jan Loeven ses maenden ende dan door geloopen, wel is waer dat ick den selven hebbe doen bedienen ses à seven wecken om de calanten geslooten te houden".
Naast de windmolen werd, op het kadasterperceel D458, voor 1834 een paardenmolen opgericht.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Moncarey-Vandenbroucke Marcus, de weduwe en de kinderen (kinderen: a) Moncarey Charles Benoit, molenaar te Krombeke, b) Moncarey Pierre Albert, molenaar te Pollinkhove, c) Moncarey Isabelle, echtgenote Vuylsteke, bakker te Pollinkhove en d) Moncarey Arsène Seraphin, molenaar te Poperinge).
- 30.11.1836, verkoop: Moncarey-Delanote Jan-Baptist, molenaar te Hondschoote (F) (notaris Zoete)
- 15.11.1865, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Jan Baptist Moncarey)
- 17.11.1896, erfenis: de kinderen (overlijden van de weduwe van Jan-Baptist Moncarey)
- 03.05.1897, verkoop: Moncarey-Deburchgrave Frederic Louis, molenaar te Hondschoote (notairs Thuilliez)
De eigenaars, de familie Moncarey, behoorden tot een typische molenaarsfamilie, afkomstig uit Hondschote. Mark Moncarey was molenaar op de Slingermolen vanaf 1834, broer Charles deed de "Verbrande molen" draaien in Krombeke, Arsène beging de Poperingse molen in de Watoustraat, terwijl Pierre naar de molen van Pollinkhove trok. De jongste Moncarey, Jean-Baptist, bleef molenaar te Hondschote.
In 1836 al kocht Jean Baptist Moncarey de Slingermolen. Na zijn overlijden in 1865 bleef hij in bezit van zijn erfgenamen.
In 1912 werd de molen afgebroken. Alleen een deel van de mote rest vandaag als herinnering.
Zou de volkse uitdrukking "een slag van slingsmolen hebben" op deze molen teruggaan? Mogelijk vond de uitdrukking zijn oorsprong in het feit dat de molen uit bepaalde windrichtingen (noord en zuid) over de weg draaide, zodat je een slag van Slingers molen kon krijgen...
Lieven DENEWET, Kristof PAPIN & Jozef AMEEUW
Literatuur
Archieven
Stadsarchief Ieper, Kasselrij Ieper, 2de reeks, nr. 377, bundel 'wettelijke passeringen", verleden voor de schepenen van de Kasselrij Ieper (1611-1613), akte nr. 6, verleden op 3 oktober 1615 (over de verkoop van de Slingermolen)
Werken
Albrecht Cossey, Geschiedenis van Leisele, Zingem, 1977, p. 152-153;
Jozef Ameeuw, Molens van Veurne-Ambacht, Koksijde, De Klaproos, 2004.
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 4. Gemeenten K-L, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1997.
Karel De Flou, "Toponymisch woordenboek van Westelijk Vlaanderen..."
Mailberichten Rik Verhaeghe, Stavele, 04.01.2013, 24.08.2013.
Diealektgazette van Bacht'n de Kuupe, V, 2010 1, p. 11 ("Meul'ns angoande"); nr. 2, p. 5 ("E goe reaksje!" door Rik Sohier, Poperinge)
"Huldeboek André Bonnez", gewezen landbouwer en heemkundige uit Stavele (1906-1978)
Kristof Papin, "De afstoting van het grondbezit door de emigranten van het einde van de 16de eeuw", Westhoek, XIII, 1997, 3-4, p. 91-109 (105-107).
Herman Holemans, "Rosmolens in de provincie West-Vlaanderen in de periode 1834-1900. Deel 5", Studiekring Ons Molenheem, 1994, 1, p. 3-8.
Mailbericht
Ivo Metsu, Zomergem, 28.07.2014.