Molenechos's Homepage Molenechos.org

Hoekestraatmolen

Knesselare (Aalter), Vlaanderen, Oost-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Hoekestraatmolen, Vaartmolen
Ligging
Zuidleiestraat
9910 Knesselare (Aalter)
(vroegere Molenwegel)
ten W. v.d. Hoekestraat
ten N v.d. de Brugse Vaart
2,7 km ZW v.d. kerk
kadasterperceel D 119
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
Gebouwd
1650 / 1683
Verdwenen
1683, brand / 1865, sloop
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Bescherming
niet
Database nummer
4646

Beschrijving / geschiedenis

De "Hoekestraatmolen" was een houten korenwindmolen, in de Zuidleiestraat (de vroegere Molenwegel), aan de westzijde van de kruising met de Hoekestraat, ten noorden van de Brugse Vaart op 2,7 kilometer ten zuidwesten van de kerk van Knesselare. In het Landboek de Merode (ca. 1800) situeert men hem als volgt: "den Meulewal van Hoeckestraatmeulen paelende zuytwest den leybarm, noordoost d'hofstede van den cheynspachter Lottefier en voorts aen alle sijden den selven Lottefier landt. 0 gemeten 87 roen".

De molen brandde af in 1683 enn werd op dezelfde plaats herbouwd.

Benanmingen:
- "Hoeke-Straete-Molen" (Gazette van Gent, 1 en 15 juni 1789)
- "Vaert Molen" (kaart Vandermaelen, ca. 1850)

De molen opgericht in 1650 op cijnsgrond van de heer van het Land van de Woestijne. We zien hem getekend op de Ferrariskaart van ca. 1775 met het bruin symbool van een staakmolen op teerlingen.

Op 23 juni 1789 werd te Knesselare, in de herberg van P. Notte in de "Post Hoeke-straete" tegen de Brugse Vaart, verkocht: een hofstede, alsook een wel beklante en in goede staat (“refectie”) zijnde wind- en rosmolen, genaamd “den Hoeke-Straete-Molen” staande tegen de tragel van de Brugse Vaart; nog tot kerstavond1791 ingebruik door Karel Guillielmus Verbuyst. Ingesteld op 1460 £ gr. 17 schell. wisselgeld. Inlichtingen bij notaris Verbuyst, baljuw te Knesselare. 

De molen geraakte evenwel niet verkocht. Een jaar later werd er een nieuwe poging gedaan.  Op verzoek van sieur Joannes Laurentius Geirnaert, landmeter te Eeklo, alsook van de weduwe en voogden van het kind van Carel Guillielmus Verbuyst, wordt openbaar verkocht: een behuisde, beschuurde en bestalde hofstede, alsmede een wel beklante korenwind- en rosmolen, met boomgaard, lochting en landerijen, samen 8 ½ gemeten groot, gelegen in Knesselare op de wijk van de Houkestraat tegen de Brugse Vaart, verdeeld over zes kopen. Vrij te betrekken vanaf  kerstdag 1790. De verkoping heeft plaats in de herberg “de Zwaan” te Knesselare op 2 maart 1790 (instel) en daarna op 16 en 30 dito (verhoog en absoluut verblijf) in de herberg van Pieter Noote in de Posthoukestraat. Inlichtingen bij notaris Verbuyst, baljuw van Knesselare.

In de legger van het Kadaster van 1811 wordt nopens deze molen aangegeven: "pour le fonds de Merode à Bruxelles" (laatste heer van het Land van de Woestijne); et pour le batiment: Jean Van de Kerkhove, meunier à Knesselare."

Uit het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Knesselare in 1812: "il y a cinq moulins à vent, servant à moudre du grain. Ils sont presque tous exploités par leur propriétaire et peuvent être rangés dans la même classe. J'estime que leur revenu brut peut être porté à 300 francs. Déduisons le tiers, conformément à la loi, reste net 200 francs".

De molen werd in 1834 door de diensten van het Belgisch kadaster ondergebracht in klasse 2, met een kadastraal inkomen van 190 frank.

Eigenaars sinds 1830:
- voor 1834, eigenaar: de Mérode Charles, de erfgenamen
- later, eigenaar: a) Vanden Kerckhove Bernard, molenaar te Gent, b) Vanden Kerckhove Eugenie, begijn te Gent, c) Vanden Kerckhove Jean François, handelaar te Knesselare, d) Vanden Kerckhove Charles, handelaar te Knesselare, e) Vanden Kerckhove Bernardine, echtegenote Van Nieuwenburgh Josse, landbouwer te Knesselare, f) Vanden Kerckhove Thérèse, echtgenote Deroo Charles, landbouwer te Knesselare, g) Braet Ange, zonder beroep te Knesselare, h) Braet Rosalie, zonder beroep te Knesselare en i) Vanden Kerckhove Sophie, zonder beroep te Knesselare
- 17.11.1845, verkoop: Van Campte Francis, boswachter te Ursel (notaris Van Hoorebeke)
- 27.12.1856, verkoop: De Muynck Sophia, weduwe Bruggeman Karel, eigenares te Ursel (notaris Joos)

De Hoekestraatmolen werd al in 1865 afgebroken, nadat een vijfjarig kind door de wieken doodgeslagen was. De familie Martens had de molen het laatst gebruikt en kocht toen de Plaatsmolen van Knesselare.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Literatuur

Archieven
Rijksarchief Gent, Lnd van de Woestijne, nr. 5, "Cheynsen" (brand en heropbouw, 1683)
Archief de Grunne, stuk nr. 27 (landboek de Merode, ca. 1800)

Uitgegeven bronnen
Gazette van Gend, 1 en 15 juni 1789.
Gazette van Gend, 25 februari en 4 maart 1790

Werken
Alfons Ryserhove, Het Knesselare en Ursel van toen, Brugge, 1983, p. 57, 60.
A. Verhoustraete, "Molens binnen het maalgebied van het Land van de Woestijne", in: Appeltjes van het Meetjesland, jaarboek 2, 1950, p. 32-48.
A. Ryserhove, "Molens van Knesselare", in: Appeltjes van het Meetjesland, jaarboek 2, 1950, p. 49-59.
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962).
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 4. Gemeenten K-L", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2002.