Kortrijk, Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Wallemolen, Molen Te Walle, Molen Maes
- Ligging
- Walle 147
8500 Kortrijk
1,8 km Z v.h. centrum
kadasterperceel D48
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1366
- Verdwenen
- 1904, sloop
- Type
- Staakmolen met open voet
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 4640
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Wallemolen (op het laatst Molen Maes naar de molenaarsfamilie) was een houten korenwindmolen op hoge wal in het gehucht Walle, aan de straat Walle nr. 147, een plaats die nu door autowegen wordt omgeven (het zogenaamde Ei van Kortrijk). Hij stond destijds op het kruispunt links, naast de kapel van Walle. De molen stond op een hoge mote. In de buurt was er een herberg met de naam "Molendam" in de muur gemetseld. Tot in de jaren 2000 bleef deze herinnering aan de molen zichtbaar.
De molen was, samen met de andere molen van Walle, eigendom van de heer van Walle. De eerste vermelding dateert van 1366 in een machtsbrief "tot den ouden muellen Walle". In 1502 wordt de molen vermeld in het denombrement van de heerlijkheid Walle, samen met de windmolen van het goed te Knesselare.
De staakmolen wordt aangeduid op de kaart van L. de Bersaques van 1636 die de Doorniksewijk voorstelt. Hij staat getekend op een kaartje in het renteboek van de tienden die toebehoorden aan de bisschop van Doornik in de parochies Kortrijk en Rollegem (1638, herzien in 1663).
De molen staat getekend op de kaart van het Schependom en Keurstaken door L. de Bersaques (1634-1641) dat hangt in de Raadzaal van het Stadhuis van Kortrijk. Net naast de molen staat een keurstaak afgebeeld die als naam had "staak te Walle bij den Meulen". Een keurstaak stond ook bij de Hospitaalmolen. De keur was het gebied in de kasselrij Kortrijk waarover de stad Kortrijk bepaalde fiscale en economische voordelen had.
Op een schets in het Landboek van het Hospitaal van Onze Lieve Vrouw in Overleie uit 1749 is te zien dat de molen op een hoge wal stond.
Hij wordt aangeduid op de Villaretkaart (1745-1748), op de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen, op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844), op de kaarten van Vandermaelen (ca. 1850) en P.C. Popp (ca. 1850), maar telkens zonder molennaam.
Wordt openbaar verkocht te Kortrijk op 15 en 29 september en 13 oktober, als derde koop: een rente van 75 £ gr. wisselgeld kapitaals (5 % rente), bezet en gehypothekeerd op de korenwindmolen en twee huizen, het eerste huis dienende als molenhuis en het tweede als woonst, genaamd de Molen te Walle, staande op het gemelde Walle, nevens Kortrijk. Inlichtingen in de herberg den Hert bij Dionysius de Poortere (ten westkant van de nieuwe Kasteelstraat), of bij notaris Ganthier te Kortrijk (in de Doornikstraat). ("Gazette van Gend", nr. 885 van 9 september 1802, of 22 fructidor jaar X).
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Mille Petrus, brouwer te Kortrijk
- 1836, erfenis: a) Nijs-Deveugel Pierre Joseph, molenaar te Kortrijk en b) Nijs Marie Jacques, zonder beroep te Kortrijk. Petrus Nijs-Deveugel was tevens stoker van beroep met stokerij rechtover de molen later brouwerij Doutreligne).
- 07.06.1839, verkoop: Nijs-Deveugel Pierre Joseph, molenaar te Kortrijk (notaris Lefevre)
- 18.12.1845, erfenis: en de kinderen (kinderen: a) Nijs Gustave, minderjarige te Kortrijk, b) Nijs Louise, minderjarige te Kortrijk, c) Nijs Honorine, minderjarige te Kortrijk, d) Nijs Paulus, minderjarige te Kortrijk, e) Nijs Adolphe, minderjarige te Kortrijk en f) Nijs Pauline, zonder beroep te Kortrijk (overlijden van vrouw Deveugel). Wegens het vroegtijdig afsterven van hun ouders erfden in 1845 de vijf minderjarige kinderen van het echtpaar Nijs-Deveugel de molen.
- 08.02.1854, verkoop: Nijs Gustavus (oudste zoon), molenaar te Kortrijk (notaris Reyntjens)
- 19.02.1872, verkoop: D'Heyere Leopold en consoorten, landbouwer te Kortrijk (notaris Masselus)
- 27.09.1873, deling: D'Heyere Paulina, molenarin te Kortrijk (notaris Vandevenne)
- 12.10.1886, begin vruchtgebruik: a) Maes Marie (voor 1/2 vruchtgebruik en 1/2 naakte eigendom), zonder beroep te Kortrijk en b) Maes-D'Heyere Gustaaf (voor 1/2 vruchtgebruik), zonder beroep te Kortrijk (overlijden van Pauline D'Heyere)
De staakmolen werd in 1904 gesloopt. De onderdelen werden openbaar op de dam verkocht .
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven
Rijksarchief Kortrijk, Oud Stadsarchief Kortrijk, "Denombrement Heerlijkheid Walle" (1502).
Rijksarchief Kortrijk, Archief schepenbanken tweede reeks, nr. 525. "Rentebouck van de heerelichede van Walle..." door J. De Fraeye (1726).
Kortrijk, Stadsarchief, Albums Ghyooit (foto van de Wallemolen en kapel voor 1900).
Kortrijk, Stedelijke musea, "Herstrate van Cortryck naer Doornick" door L. de Bersaques (1636)
Kortrijk, OCMW-archief. Register van alle de Leenen, Heerlijkheden, Hofsteden ... competerende aen het Hospitael van Onze Lieve Vrauwe in Overleye binnen de Stadt Cortryck" door De Bal (1749).
Privébezit, "Renteboek" getekend door L. de Berqsaques (1638), herzien door zijn zoon Albert (1663).
Kortrijk, Stadhuis, Raadzaal: "Carte figurative ... schependomme ende kuerstaken van Corterijck" door L. de Bersaques (1634-1641).
Gedrukte bronnen
"Gazette van Gend", nr. 885 van 9 september 1802, of 22 fructidor jaar X.
Werken
Ch. Mussely, "Inventaire des archives de la ville de Courtrai", I, p. 124 (oorkonde nr. XXXV, 1366)
E. V(erheust), "Renteboek van de tienden", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk., Nieuwe reeks, 51 (1984), p. 9-110.
Holemans Herman, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1980. Deel 4. Gemeenten K-L, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1997.
Mattelaer Pierre, "De Kortrijkse molens", De Leiegouw, XVIII, 1976, p. 323-352.
Mattelaer Pierre, De windmolens van Kortrijk, De Leiegouw, LIII, 2011, 1, p. 5-77 (49-50).
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (70).