De Eekhoutmolen was een houten korenwindmolen aan de noordzijde van de huidige Eeckhoutmolenstraat (nr. 8), op 1,1 km ten oosten van van de kerk van Poelkapelle. De molen werd ook Koolzaadmolen ("Coolza-Molen") genoemd, een verwijzing naar zijn functie als oliemolen. De eerste molen een gewone tweezolder-staakmolen (korenmolen). De molen werd in de 18de eeuw herbouwd als een driezolder-staakmolen, ingericht als koren- en oliemolen. Op het einde werkte hij enkel nog als korenmolen. De nabijgelegen herberg heette ook "De Coolza-Molen".

De staakmolen werd voor 1498 opgericht.
Op de Ferrariskaart van ca. 1775 zien we hem aangeduid als de "Eeckhoute Molen" met het bruin symbool van een staakmolen op teerlingen. De benaming "Eekhout Molen" treffen we ook telkens aan oin de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844), de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850), en de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860).

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Verfaillie-De Bandt Antonius, de weduwe, molenarin te Langemark
- 30.10.1847, erfenis: de kinderen: a) Verfaillie Clement Antoine, molenaar te Reninge, b) Verfaillie Ange Albert, molenaar te Wulveringem, c) Verfaillie Désiré Xavier, te Reninge, d) Verfaillie Prudence Augsutine, te Reninge, e) Verfaillie Emelie Rosalie, te Reninge, f) Verfaillie Charles Louis, te Reninge, g) Verfaillie Silvie Pelagie, te Reninge, h) Verfaillie Octavie Sidonie, te Reninge, i) Verfaillie Julie Pelagie, te Reninge, j) Verfaillie Pelagie Rosalie en k) Verfailie Reine Caroline, echtgenote Doom François, landbouwer te Wijtschate (overlijden van de weduwe De Bandt van Antonius Verfaillie)
- 10.09.1851, verkoop: Verfaillie Carolus Ludovicus, molenaar te Langemark (notaris Comijn - windmolen en rosmolen)
- 03.12.1882, erfenis: de kinderen (overlijden van Carolus Verfaillie)
- 25.06.1884, verkoop: a) Liefooghe Pieter Frans, landbouwer te Langemark, b) Liefooghe Karel Lodewijk, landbouwer te Langemark, c) Liefooghe Leonard, landbouwer te Langemark,  d) Liefooghe Sophie, landbouwster te Langemark, e) Liefooghe Servaas, landbouwer te Langemark en f) Liefooghe Hendrik, landbouwer te Langemark (notaris Titeca)
- 09.08.1893, erfenis: a) Liefooghe Pieter Francis, de erfgenamen, b) Liefooghe Karel Lodewijk, c) Liefooghe Sophie, de erfgenamen, d) Liefooghe Servaas, de erfgenamen,  e) Liefooghe Hendrik en f) Liefooghe Leonard (overlijden van Sophie Liefooghe)
- 04.10.1905, erfenis: a) Liefooghe-Borry Hendrik, de weduwe en dochter Felicia (voor 10/64), renteniersters te Langemark en b) Liefooghe Leonard (voor 45/64), rentenier te Langemark (overlijden van Karel Lodewijk Liefooghe)
- 18.12.1907, erfenis: a) Ghekiere-Liefooghe Leo Joseph (voor 50/64) naakte eigendom + 7/64 naakte eigendom), zonder beroep te Kortrijk en b) Liefooghe-Borry Hendrik, de weduwe (voor 7/64 volle eigendom / 7/64 vruchtgebruik), rentenierster te Langemark

Tot in 1884 was de molen in het bezit van de molenaarsfamilie Verfaillie; vanaf dan kwam de molenaarsfamlie Liefooghe.

De molen vond zijn ondergang bij de doortocht van de Duitsers eind oktober 1914.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

R. Baccarne & J. Steen,"Poelkapelle 1914-1918", Wervik, Almar, 1965.
R. Baccarne, "Poelkapelle en de Eerste Wereldoorlog", Iepers Kwartier, XXXI, 1995, 3, p. 81-112."Langemark-Poelkapelle graag gezien", De Klaproos, Koksijde, 2004.
John Verpaalen, "Molens van de frontstreek", Koksijde, De Klaproos, 1995, p. 90-93;
Roland Annoot, "De molens in het Westland", Ieper, 1950.
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 4. Gemeenten K-L", Kinrooi, 1997.
H. Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten P-R", Rotem, 2001.
Jozef Maes, "Molens te Poelkapelle", De Belgische Molenaar, 22.02.1966.