Gasthuismolen
Mesen, Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Gasthuismolen, Abdijmolen, Molen Philippe
- Ligging
- Nieuwkerkestraat 11
8957 Mesen
600 m W v.d. kerk van Mesen
kadasterperceel A773
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- 13de eeuw / 1458 / na 1600
- Verdwenen
- ca. 1580, oorlog / 1914 - 26 oktober, oorlog
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 4475
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Gasthuismolen, Abdijmolen of molen Philippe (naar de laatste molenaar) was een houten korenwindmolen op een mote aan de Nieuwkerkestraat, naast de huidige "ferme du mouln", waar nu een "Memorial o the missing" staat voor de vermiste soldaten uit Nieuw-Zeeland die tijdens de eerste wereldoorlog in de omgeving sneuvelden.
Vermoedelijk werd de Abdijmolen opgericht op initiatief van de Abdij van Mesen, een 11e-eeuws benedictinessenklooster dat in 1060 tot abdij werd verheven. De abdis van Mesen bezat eveneens windmolens in Deulemont en in Croisette.
In 1458 werd een nieuwe molen gebouwd. In het Rijksarchief Brugge bleven hiervan de bouwrekeningen bewaard. Na zijn vernieling rond 1580, werd hij na 1600 herbouwd.
De molen komt voor op de Ferrariskaart van ca. 1775. In de 19de eeuw was hij in het bezit van "de Burgerlijke Gasthuizen van Meesen" te Mesen.
Gedurende de hele 19de eeuw en tot aan de vernieling in 1914, bleef de molen in het bezit van de "Burgerlijke Gasthuizen van Meesen", te Mesen.
De laatste molenaar was Charles Philippe, gehuwd met Silvie Igodt. Volgens de burgerlijke stand van Mesen van 1898 woonde het koppel in de naastliggende hoeve in de Nieuwkerkestraat te Mesen en had Charles als beroep "meunier-cabaretier-cultivateur" (molenaar-herbergier-landbouwer).
De molen werd op 26 oktober 1914 vernield door de Engelsen. Het nabijgelegen Koninklijk Gesticht werd toen ook getroffen. Een Engelse soldaat schreef op 15 oktober 1915 op de keerzijde van een prentkaart: "The type of mill so common in Flanders. I have seen this one on the left of M as we faced it in the trenches. But it stands no longer, as our guns have hit it months ago.
De compositie "the burning mill of Messines" (op doedelzak) is uitgebracht op CD door de "Vredesconcerten Passendale" en heeft betrekking op de molen van Mesen.
De molenheuvel werd na de oorlog ingericht als grafheuvel voor de Messines Ridge Cemetery. Het "Molenhof" of "Ferme du moulin" werd heropgebouwd op de plaats van de molenaarswoning in de typische bouwtrant van de hoeve-eigendommen van het Koninklijk Gesticht van Mesen gekenmerkt door geaccentueerde streekeigen bouwelementen, teruggaand op de regionale hoevebouw. Het is een langgestrekte hoeve volgens ordonnantie boerenhuis met haakse opkamer, stal en schuur, gedateerd 1922 door middel van muurankers in de rechter zijgevel van de opkamer. Baksteenbouw; onderbroken zadeldak o.m. met aandak en klimmende dakkapellen en -vensters; zijtuitgevels; steunberen; verdiepte houten kruiskozijnen. Deze hoeve is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.
Lieven DENEWET, Johan BEUN & John VERPAALEN
Literatuur
Archieven
- Rijksarchief Brugge, Aanwinsten, nr. 3629. Algemene rekening van de abdij van Mesen van 1458. Dat boek bevat meerdere rekeningen die beginnen vanaf 1454.
Werken
- John Verpaalen, Molens van de frontstreek, Koksijde, De Klaproos, 1995.
- Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-O, Rotem, Ons Molenheem, 1999, p. 32-33.
- Delepiere Anne Marie & Huys Martine, "Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kantons Mesen - Wervik - Zonnebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11N3, Brussel - Turnhout", 1991.
Mailberichten
- Johan Beun (vroegere archiefmedewerker Stadsarchief Ieper), 09.11.2001.
- Guy Menu, Langemark, 07.02.2020