Molen van de Kromme Populier

Deze houten korenwindmolen werd voor 1640 opgericht aan de huidige Molenwalstraat nabij de Krommpopulierstraat.
In 1646 kreeg Christoffel van Hecke de toestemming voor de oprichting van een rosmolen aan de "inslach up de zuutzijde van zijn molen daer men tnoempt den crommen popelier".

Andere molens te Mariakerke, in de onmiddelijke nabijheid
-  tussen 1600 en 1650: betaling van windcijns door Frans Cornelissen voor een graanwindmolen "bij  coope jeghens Joris Blanckaert"
- 1645 van Christiaen de Poortere voor een graanwindmolen "sheerenstraete zoo men gaet naer den crommen popelier en de strate die leet naer de zuijtleije (= huidige Brugse Vaart).

Op donderdag 15 juli 1790 wordt in de herberg “den Gouden Leeuw” bij de brug in Mariakerke openbaar verkocht: de korenwindmolen van de voornoemde parochie, actueel nog gebruikt door Pieter Joseph d’Hooghe, alsmede een stuk grond daarbij gelegen en zeer geschikt om er een huis voor de mulder te bouwen. Ingesteld op 350 £ gr. Als tweede koop in dezelfde verkoping wordt ook een hofstede verkocht, gestaan “ontrent den voorzeyden molen achter het Kasteel van den heer graaf Gage”. Inlichtingen bij de procureur van Gedele le Begue, wonende te Gent “by den Berg”, en bij notaris de Meyere in de Hoogstraat aldaar.

De staakmolen verdween nog voor 1812. In 1792 werd aan de Brugsesteenweg een nieuwe stenen koren- en oliewindmolen gebouwd: zie onder: Mariakerke, Forteressemolen.

Lieven DENEWET

Rijksarchief Gend, Fonds Vorstelijke Domeinen
Gazette van Gend van 28 juni, 5 en 12 juli 1790
Braekeleirs J., Heemkundige sprokkelingen over Mariakerke, 1977.
De Potter F. & Broeckaert J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I, deel 4, Gent, 1864-1870.
Marka, notulenblad van de heemkundige kring Marka van Mariakerke.