De Molen Gouwie, later Oliemolen Maeterlinck, was een achtzijdige houten bovenkruier aan de westzijde van de Meulesteedsesteenweg (nr. 359-373), ten zuiden van de Hamburgstraat, ten noorden van de tweede Muidepoort.

De molen werd tussen 1775 en 1798 gebouwd. We zien hem nog niet aangeduid op de Ferrariskaart (ca. 1775). Wel wordt de molen aangeduid op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1842) met een cirkel. De molen komt niet meer voor op de topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1855).

We zien hem voor het eerst aangeduid op de Ferrariskaart van ca. 1775. De basis is in het rood (= steen), de bovenzijde in het bruin (= hout).

In de "Gazette van Gend" van 12 en 16 augustus 1798 (25 & 29 thermidor an 6) verscheen de volgende advertentie:
J. Gouwie en Cie, lijmfabrikanten (Engelse kwaliteit), wonende op de Achterleie in Gent, adverteren dat hun windmolen, geplaatst buiten de tweede Muidepoort in Gent, reeds in activiteit is. De molen dient tot: a. het malen van schorsen voor de huidevetters; b. het pletten van alle soorten van verf en is daartoe voorzien van een paar “Pletter-Steenen”; c. het zagen van alle soorten verfhout. De firma verkoopt de voornoemde goederen voor eigen rekening, en maalt, plet en zaagt ook de goederen van kooplieden en fabrikanten. Er wordt gezorgd voor het afhalen en terug-brengen met firmawagens. Er is ook te koop: krijtwit voor schilders, gemalen of in bollen (het zgn. petit blanc). Alles aan een civiele prijs.

In de Atlas der Buurtwegen (ca. 1841) zien we een achthoekig plan.

De oliemolen werd door het Belgisch kadaster in 1834 ondergebracht in klasse 1, met een kadastraal inkomen van 534 frank.

Eigenaars na 1834:
- voor 1830: eigenaar: De Moor Josephus, de weduwe, rentenierster te Brussel (elders: De Bie Joseph)
- 07.08.1835, verkoop: Van Rullen Eduard, eigenaar te Gent (notaris Roelant)
- 07.10.1836, verkoop: Maeterlinck-Hersijn Ludovicus Joannes, koopman te Gent (notaris Vandeneynde)
- 02.03.1846, erfenis: de weduwe en de kinderen (kinderen: a) Maeterlinck Bernard Louis, te Gent, b) Maeterlinck Charles Bartholomé, te Gent, c) Maeterlinck Bernard Eduard te Gent, d) Maeterlinck Louis Pierre Jacques te Brugge, e) Maeterlinck Amélie Françoise, echtgenote Van den Bemden Josse Liévin en f) Maeterlinck Auguste Ferdinand te Gent (overlijden van Ludovicus Maeterlinck)
- 22.07.1845, deling: a) de weduwe Hersijn van Maeterlinck Lodewijk Joannes, b) Maeterlinck Charles Bartholomé, priester te Gent, c) Maeterlinck Edouard Bernard, handelaar te Gent, d) Maeterlinck Louis Pierre Jacques, zonder beroep te Brugge, e) Maeterlinck Amélie Françoise, echtgenote Van den Bemden Josse Liévin, eigenares te Gent (notaris Coussement)
- 08.10.1846, deling: de weduwe Hersijn van Maeterlinck Lodewijk Joannes (notaris Coussement - stenen windmolen met stoominrichting)

Voor 1846 was er al een stoommachine geplaatst.

De windmolen brandde af in 1854 en werd niet heropgebouwd. Hij staat niet meer aangeduid op de kaart van Vandermaelen, die kort nadien werd opgemaakt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Archieven en landkaarten
- Ferrariskaart (ca. 1775) (niet aangeduid)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1842)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1855) (niet aangeduid)

Gedrukte bronnen
- "Gazette van Gend", 12 en 16 augustus 1798 of 25 & 29 thermidor jaar VI.

Werken
- "Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962).
- Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 3. Gemeenten G-H-I", Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 2000, p. 16.