Molen Demeersseman
Westvleteren (Vleteren), Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Molen Demeersseman, Molen Dedecker, Dekkersmolen
- Ligging
- Leeuwerikstraat 8
8640 Westvleteren (Vleteren)
westzijde
hoek met Barlebuizestraat
grens met Krombeke (Poperinge)
bij het Jagershof
kadasterperceel C596c
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- 1874, overgebracht uit Roesbrugge
- Verdwenen
- 1894, sloop
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 4078
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
Molen Demeersseman en later molen Dedecker (Dekkers molen) was een houten korenwindmolen aan de westzijde van de Leeuwerikstraat (een gedeelte van de weg Krombeke-Poperinge), op de hoek met de Barlebuizestraat, op de grens met Krombeke (Poperinge), bij de vroegere hoeve en afspanning Het Jagershof of het "Chalet de l'amitié". Deze hoeve bestaat nog en werd op 5 oktober 2009 vastgesteld als bouwkundig erfgoed (zie bijlage).
Molenaar en molenbouwer Désiré Demeersseman liet deze molen in 1874 overbrengen uit Roesbrugge-Haringe, op grond van Goffinet-Decock Adrianus François Constantin, eigenaar te Brussel. Demeersseman was ook de eerste moleneigenaar.
De molen geraakte vrijwel meteen in onbruik, omdat de molenaar Demeersseman een van zijn beste klanten, de paters van de nabije Sint-Sixtusabdij, kwijtraakte. Volgens de volksoverlevering was "de molenaar aan de Boskant", niet eerlijk tegenover zijn klanten. Dat bedrog kwam aan het licht, waardoor de paters besloten in 1876 een aanvraag in te dienen om zelf een stoommaalderij te bouwen.
Demeersseman besloot de molen te verkopen. De molen als gebouw werd op 27 november 1879 verkocht aan Deschrijver Seraphien, rentenier te Westvleteren (notaris Boucquey) en op 17 maart 1884 aan Goffinet-Decock Adriaen Frans Constantin, militair te Brussel (notaris Libbrecht). Na diens overlijden op 21 december 1886 erfde zijn weduwe de staakmolen, die bemalen werd door een Dedecker.
De staakmolen werd in 1894 gesloopt, na een kortstondig en weinig succesvol bestaan.
Zie ook: Roesbrugge-Haringe, Grote Molen
John VERPAALEN & Lieven DENEWET
Literatuur
Marc De Jonckheere, "Verdwenen Vleterse windmolens", in: Vlietmara, VII, 1985, 2, p. 6-12.
Herman Caulier, Domien Doise, Jan Doise, Jef Doise, Dany Titeca, Dirk Van Hee, Myriam Verfaillie, "Westvleteren in de rust van een beek en een abdij", Westvleteren, 2009, p. 157 (ten onrechte geciteerd als de Grote Molen of Couckuytmolen)
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten V-Z , Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2005.
Domien Doise, "Dorpsmonografie van Westvleteren", 1959.
John Verpaalen, "Molens van het Hoppeland", Koksijde, 1997, p. 147.
A.-M. Delepiere & M. Huys, "Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Poperinge, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11N2", Brussel - Turnhout, 1989.