De Rodebergmolen, Ondankmolen of Liefooghes molen (naar de laatste molenaar) was een houten korenwindmolen op de Rodeberg, in de Bergstraat vlakbij de herberg "La Patrie" / "In D'Hope", ongeveer op de plek waar nu de Lourdesgrot is.

Deze robuuste staakmolen werd opgericht in 1832, mits toelating van de Bestendige Deputatie van de provincie West-Vlaanderen op 30 augustus 1832 aan molenaar Pieter Devos.

Opeenvolgende eigenaars:
- 1832, opbouw: (van de grond) Terninck Benoit Charles en (van het gebouw) Devos Pieter, molenaar te Westouter.
- 09.03.1840, erfenis: (van de grond) Terninck Auguste en consoorten (overlijden van Benoit Terninck)
- na 1840, erfenis: (van het gebouw): de erfgenamen (overlijden van Pieter Devos)
- 06.05.1845, deling: (van de grond) Terninck Maria, echtgenote Lepoivre Henri Louis, eigenares te Arras (F) (onderhandse akte)
- 05.02.1846, deling: (van het gebouw) a) Devos Martinus Juiles Casimir, molenaar te Westouter en b) Devos Constantin, molenaar te Loker (onderhandse akte)
- 10.02.1852, verkoop: (van de grond) Devos-Vandromme Pieter Franciscus Casimir, molenaar te Loker (onderhandse akte)
- 11.04.1877, erfenis: (van de grond) en de kinderen (overlijden van vrouw Vandromme)
- 08.06.1885, verkoop: Liefooghe-Knockaert Henricus, molenaar te Westouter (notaris Glorie)
- 31.08.1896, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Knockaert)
- 10.03.1907, verkoop: Liefooghe-Dausy Cyriel Emiel, molenaar te Westouter (notaris Lahousse)

De molen waaide om in de storm van 2 april 1882. Er volgde een heroprichting, volgens de overlevering een staakmolen uit Frankrijk.

Lucien Beeuwsaert kon van op zijn molen te Bikschote zeer vele andere molens zien draaien, waaronder die van Cyrieltje Liefooghe op de Rodeberg te Westouter, nochtans toch zo'n 15 kilometer ver in vogelvlucht. Beeuwsaert kon er zich op oriënteren om te bepalen hoe het weer en de windrichting zouden veranderen. Op een keer zag hij dat de staakmolen op de Rodeberg draaide met zuidenwind, terwijl de molen van Bikschote met noordenwind werkte. Beide molens draaiden dus "steert aan steert", of met hun staart tegenover elkaar! Dan was molenaar Beeuwsaert er niet gerust op: 't weer zou veranderen. Na een tijdje draaiden beide molens met zuidenwind.

De molen werd op 6 mei 1916 in brand gestoken door Franse soldaten, op bevel van hun kapitein. Er volgde geen heropbouw.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

E. Leeuwerck, "De verdwenen Westouterse molens", in: Aan de Schreve, I, 1971, 2, p. 25, overgenomen in: Molenecho's, V, 1977, nr. 12.
Lieven Denewet, "Merkwaardige voorvallen met West-Vlaamse molens & molenaars - 4", jg. 13, 1997, 4 (okt.-dec.), p. 210 (over "De molens droeien steert aan steert")
John Verpaalen, "Molens van de frontstreek, Veurne, De Klaproos, 1995.
Jozef Maes, "Verdwenen molens in het Heuvelland (deel 3)", in: Levende Molens, I, 1978, nr. 8.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten V-Z , Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2005.
Hubert Masquelin & Raymond Six, "Molens in het Heuvelland", in: "Bijdragen ter herdenking aan Hubert Masquelin", Heuvelland, 2011, p. 111-156 (123-124).
Joseph Beeuwsaert, "De molens droeien steert aan steert", Molenecho's, jg. 25, 1997, 4, p. 202 (verhaal genoteerd in 1997 door Lieven Denewet uit de mond van Joseph Beeuwsaert, zoon van Lucien)