Molenechos's Homepage Molenechos.org

Zeveren (Deinze), Vlaanderen - Oost-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Molen van Zeveren, Parochiemolen
Ligging
Schave .
9800 Zeveren (Deinze)
hoek met Kouterstraat
vroegere Molenstraat
kadasterperceel A94
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
Gebouwd
voor 1661 / 1737 / 1868
Verdwenen
1900, sloop
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen, later ook oliemolen
Bescherming
niet,
Database nummer
4017

Beschrijving / geschiedenis

De Molen van Zeveren was een houten korenwindmolen in Schave, de vroegere Molenstraat, op de hoek met de Kouterstraat. Hij staat reeds vermeld in het landboek van 1661 en was eigendom van de heerlijkheid Ter Vaalt.

De molen werd in 1737 heropgericht, mits een vorstelijk octrooi die op 4 juli 1737 werd bekomen.

In de "Gazette van Gend" van 4, 8, 15 en 25 februari, 11 maart 1790 verscheen een advertentie van de openbare verkoping. Wordt openbaar verkocht tijdens drie zitdagen, resp. op donderdagen 18 februari, 4 en 18 maart 1790, te Zeveren in de nieuwe herberg van Jan Baptiste Levrau: de zgn. “Prochie-Molen van het zelve Zeveren”, beschreven als een schone en wel beklante graanwindmolen in geheel goede staat, malende met vijf koppels stenen. Tegelijk wordt mee verkocht: een schoon huis, met schuur en ovenbuur, zeer “commodieus” gebouwd met gerief van zolders om granen te leggen, alsmede 117 roeden erf, dit alles gelegen op de Kouter van Zeveren. Vrij op 1 mei a.s. Inlichtingen ten kantore van de baljuws en notarissen de Langhe en van Melle, resp. te Bellem en te Nevele, die beiden de verkopingleiden. Ingesteld op 520 £ gr. wisselgeld.

Op donderdag 4 november 1790 inde herberg “den Raepenburg” van Livinus Verbeke binnen Zeveren zal “by subhastatie en decreet” openbaar verkocht worden “in wettelyke gebannene vierschaere van borgemeester en schepenen der prochie en graefschap van Severen, ten vervolge van den notaris Jan Francies van Melle tot Nevel, als gemagtigden over Anne Marie Tytgat, weduwe van sieur Joannes van Ootteghem tot Vynkt, en tot last van Joannes Francies d’Hondt tot Severen, gecondemneerden: eenen koorn-wind-molen in goeden staet, alsmede het molenhuys, met de schuere, stallen, ovenbuer en voordere edificiën, midtsgaders boomen en haegen, staende binnen de prochie van Severen op ceynsgrond, competeerende den heer Graeve van Severen, groot 116 roeden Gendsche maete, abouteerende N. den prochieweg van Severen nae Meygem, O. en Z. den heer Graeve van Severen en W. Jacobus Billiet”. De molen wordt actueel nog “by den gecondemneerden bewoond en gebruykt”.

In "Gazette van Gent" van 11 november 1790 werd de molen van Zeveren, “gelegen eene halve myle van de stad Deynze”, te huur gepresenteerd. Wie de molen wil pachten, kan zich wenden tot de griffier Beyens te Deinze, “propriëtaris” van de voornoemde molen. Deze advertentie verscheen in de "Gazette van Gend" van 28 oktober, 2 en 11 november 1790.

De molen was in 1793 eigendom van Pieter Beyens, die griffier was te Deinze (gehuwd met Maria Joanna Caubertijn). Molenaar-pachter op deze molen was Lodewijk de Jonghe, zoon van Michiel Servaes. In december 1791 was de molen hersteld (geheel of gedeeltelijk ten laste van de molenaar zelf ?) door twee molenbouwers uit de streek, nl. Jozef Deseyn, zoon van Frans uit Olsene en Jozef Deseyn, zoon van Jan uit Deinze. De rekening van 24 december 1791 was in maart 1793 nog altijd niet helemaal betaald.
Om het restant te kunnen betalen krijgt de molenaar van zijn eigenaar de som van 175 pond geleend, zulks bij notariële akte verleden voor Notaris Jan Baptist Geldolf te Deinze. Molenmaker Jozef Deseyn uit Deinze, geboren omstreeks 1759, is sinds 1788 te Deinze gevestigd; in 1796 woont hij er nog, alsdan 37 jaar oud, vader van twee kinderen beneden de 12 jaar.

In het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Zeveren uit 1823 lezen we over de windmolen en de bijbehorende rosmolen:
"In deze gemeente vindt men een graanmolen toebehorende aan de kinderen Goethals, dezen is door den wind bewogen. De plaatsing is zonder slecht te zijn, van de beste niet van het kanton Deynze. Men heeft er geen pachtcontrakt kunnen van bekomen en den taksateur heeft zich bij andere molenaren moeten vervoegen tot het bekomen van de noodige inlichtingen wegens de taxering van deze eigendom; daar uit komt voorts in evenredigheid nemende de opkomsten aangewezen aan andere molens alreede door het kadaster geschat dat dezen tot een huurwaarde geschat is van 150 guldens waarop een derde tot het bekomen der jaarlijksche belastbare opbrengst voor onderhoud en herstel moet afgetrokken worden, dus komt dien molen op een zuivere opbrengst van f. 100.00.
Een klein paardemoletje, anders ten lande onder de benaming van roskot bekend dienende tot malen van graan vindt men ook te Zeveren, het is toebehoorende aan de gemelde kinderen Goedthals, dit is van klein belang. Den taksateur in evenredigheid van andere alreede geschatte gebouwde eigendommen stelt dit op eene huurwaarde van 15 guldens waarvan een derde afgetrokken voor onderhoud en herstel de zuivere belastbare opbrengst ervan oplevert tot f. 10.00".

Eigenaars na 1793:

- 1793, eigenaar: Beyens Pieter, griffier te Deinze, gehuwd met Caubertijn Maria Joanna; molenaar-pachter: de Jonghe Lodewijk, zoon van Servaes Michiel
- voor 1823, eigenaar: (van het gebouw) Goethals Pierre, de kinderen en consoorten. De grond behoorde toe aan burggravin de Patin, eigenares te Lille (F)
- 03.05.1849, verkoop: (van het gebouw): a) Goethals Sophie en b) Goethals Isabelle te Zeveren (notaris Reyntjens - moulin à vent construit sur une parcelle de terre tenue en emphythéose de la comtesse de Zeveren, née vicomtesse de Patin)
- 1867, erfenis, registratie op 15.06.1867 - van het gebouw: Goethals Sophie, molenarin te Zeveren (ovelrijden van Isabelle Goethals)
- 12.08.1871, erfenis: (van het gebouw) Neerman-De Poorter Jan, molenaar te Zeveren (overlijden van Sophie Goethals)
- 21.07.1876, erfenis: (van het gebouw) de weduwe Marie Prudence en de kinderen (overlijden van Jean Neerman)
- 07.06.1877, huwelijk: (van het gebouw) De Schiemaeker-De Poorter (weduwe Jean) Désiré, molenaar te Zeveren
- later, erfenis (van het gebouw): de weduwe en de consoorten (overlijden van Désiré De Schiemaeker)
- 28.09.1887, (van de grond): de Patin de Langemarck burggraaf Charles Philippe Jean Marie Joseph, eigenaar te Langemark (notaris Roels)
- 10.06.1888, erfenis (van de grond): de erfgenamen (overlijden van burggraaf Charles de Patin de Langemarck)
- 09.02.1890, deling (van de grond) de Giey baron Gustave, eigenaar te Gent (notaris De Wilde)
- 22.05.1890, verkoop (van het gebouw) De Poorter-Van de Castele Theophile, molenaar te Zeveren (notaris Van der Sloten)

De teerlingen werden in 1868 vervangen door een torenkot, zodat een koren- en oliemolen bekomen werd.

Naast de windmolen stond van voor 1823 tot bij de afbraak in 1877 een houten buitenrosmolen.

Blijkens een verklaring van 17 september 1891 werden toen te koop gesteld: "alle de roerende, staande en draaiende werken van eenen houten kornwindmolen gestaan op Zeveren op den eigendom van den edelen heer verkooper om met deze roerende werken te handelen naar goedkeuren en wille".

Deze afbraak gebeurde in 1900. Het molenaarshuis bestaat nog en werd in de jaren 1980 gerenoveerd.

Lieven DENEWET, Paul HUYS & Herman HOLEMANS

Literatuur

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1856 (heroprichting, 1737)
Rijksarchief Gent, Archief Deinze, Inv. 134, Deinze, nr. 126. Onderzoek op Deinze-buiten naar de afstand tussen twee molens.
Rijksarchief Kortrijk, Kaarten en Plans, Kas 29. Plan ofte caerte figuratief van een straete loopende van de stad Deynze naar de prochie van Zeveren. Met tekeningen van diverse molens en de kerk van Zeveren.(82,5x31,5 cm.)

Gedrukte bronnen
"Gazette van Gend" van 4, 8, 15 en 25 februari, 11 maart 1790; 28 oktober, 2 en 11 november 1790.
Gewestelijke Directie van het Kadaster te Gent,  Gemeente Deinze. Proces-verbaal van afpaling van de gemeente Zeveren uit 1823.

Werken
Paul Huys, “Windmolen te Zeveren”, Kontaktblad Kunst-en Oudheidkundige Kring van Deinze, I, 1981, 5 (november), p. 42.
Inventaris van de wind - en watermolens in de provincie Oostvlaanderen,  (Kultureel Jaarboek voor de Provincie Oostvlaanderen, 1961, Tweede band, XV, Gent, 1962, p. 185-186.)
H. Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten U-Z", Opwijk, Studiekring "Ons Molenheem", Opwijk, 2008.
Bogaert C. & Lanclus K., Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Deinze - Nazareth, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12N3, Brussel - Turnhout, 1991.
Paul Huys, "De houten windmolen van Zeveren (17e-19e eeuw)", in: Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze en van het Land aan Leie en Schelde, 1992, nr. 59, p.345-363.
Vlaamse Stam , 17e jrg. nr. 7-8 (juli- aug 1981 ), blz. 356