Oliebergmolen - II
Olsene (Zulte), Vlaanderen, Oost-Vlaanderen
- Naam
- Oliebergmolen - II, Molen Vincent
- Ligging
Kreupelstraat
9870 Olsene (Zulte)
noordzijde
zijde Oliebergstraat
nabij de hoek met de Heirweg Olieberg
400 m W v.d. kerk
kadasterperceel A495b
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Gebouwd
- Februari 1835, overgebracht uit de Heirweg 44 te Olsene
- Verdwenen
- 1911, verplaatst naar Brugge
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen, boekweitmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 3951
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
Deze driezolder-staakmolen, ingericht als koren- en boekweitmolen, stond op de Olieberg aan de noordzijde van de Kreupelstraat (aan de overzijde van nr. 23) nabij de hoek met de Heirweg. De molen werd in februari 1835 door molenmaker Hoste uit Wakken overgebracht uit de Heirweg (perceel A 401) te Olsene, alwaar hij voor 1824 was opgericht (zie aldaar).
Ook op zijn nieuwe standplaats was de molen in het bezit van Constant Kervyn de Kerchove, eigenaar te Gent. Vanaf 1852 kwam hij in het bezit van de familie Piers de Raveschoot. De molen (als gebouw) werd in 1895 verkocht aan Charles-Louis Vincent-De Bruyne, die de laatste molenaar zou worden.
Opeenvolgende eigenaars:
- 1844, opbouw: Kervyn de Kerchove Constant, eigenaar te Gent
- 30.12.1851, erfenis: de kinderen (overlijden van Constant Kervyn de Kerchove)
- 1852, verkoop: a) Piers de Raveschoot Polydore Joseph Ghislain, eigenaar te Gent en b) Piers de Raveschoot Alfred Ghislain, eigenaar te Gent
- 09.11.1853, deling: Piers de Raveschoot Polydore, eigenaar te Olsene (notaris Van den Daele)
- 21.03.1874, deling: a) Piers de Raveschoot Polydore, de weduwe Marie Colette Thérèse, te Olsene en b) Piers de Raveschoot, de kinderen, te Olsene (na het overlijden van Polydore Piers de Raveschoot, notaris Lammens)
- 1877, eigenaar: a) Piers de Raveschoot Henry Polydore Ghislain Marie en consoorten, eigenaars te Olsene en b) Surmont de Volsberghe barones Marie Colette Thérèse, douaririère Piers de Raveschoot Polydore Joseph Ghislain (voor vruchtgebruik), eigenares te Olsene
- 10.07.1895, verkoop (van het gebouw) Vincent-De Bruyne Charles Louis, molenaar te Olsene (notaris Martens)
De laatste molenaars waren Louis Vincent en Jan Van Leeuwen.
De molen werd in 1911 verkocht, gedemonteerd en per schip over de Leie en het kanaal Gent-Brugge overgebracht naar Brugge waar hij op de Kruisvest bij de Kruispoort heropgebouwd werd. De Olieberg werd afgezaveld voor een steenbakkerij.
Zie ook: Olsene, Oliebergmolen - I
Brugge, Bonne Chiere
De nabije Oliebergstraat herinnert ons nog aan de molen.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Gedrukte bronnen
"Gazette van Gend", nr. 3032, 22 februari 1835
Literatuur
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (74).
Luc Goeminne, Maurits Vandeputte & Daniel Van Quickelberghe, "Toponymie van Olsene : oude en nieuwe plaatsnamen", Olsene, 2002.
"Bevolking en grondbezit te Olsene in de 19e eeuw", Jaarboek 2008-2009 van de Geschied- en Heemkundige Kring van Zulte.
Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. De arrondissementen Eeklo en Gent, in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962);
H. Holemans, Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 6. Gemeenten O-R, Opwijk, 2006, p. 11
F. De Potter & J. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I, deel 6, Gent, 1864-1870.
D. Vanquickelberge, Olsene, zo was 't vroeger, Olsene, 1976.
Bogaert C. & Lanclus K., Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Deinze - Nazareth, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12N3, Brussel - Turnhout, 1991.
L. Goeminne, R. De Clercq & M. Vandeputte, "Bevolking en grondbezit te Olsene in de 18de eeuw", Bijdragen tot de geschiedenis en de folklore van Zulte (Geschied- en Heemkundige Kring Zulte), 2000-2001, p. 123-160.
-----------
K. De Flou, Woordenboek der Toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Brugge, 1914-1938.
"De molen Bonne Chiere", in: 't Schrijverke (Brugge, Sint-Anna), V, 7, p. 5.
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1993.
Guillaume Michiels, Iconografie der stad Brugge, III, Brugge, 1968.
Jaak A. Rau & Jan D'hondt, Een eeuw Brugge. Deel 1: 1800-1900, Brugge, Marc Vande Wiele, 2001 (hoofdstuk De windmolens in het 19de eeuws Brugge, p. 207-219).
Marc Ryckaert, Historische Stedenatlas van België, Brussel, 1991.
Chr. Devyt, "Westvlaamse windmolens. Inventaris volgens de toestand op 1 januari 1965", Brugge, 1966;
Chr. Devyt, "1940-1945. De Westvlaamse windmolens tijdens de oorlogsjaren", in: Biekorf, 1945.
Luc Devliegher, "De molens in West-Vlaanderen", Tielt/Weesp, 1984 (Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, 9);
L. Goeminne, "Staakmolen "De Bonne Chiere" bij de Kruispoort te Brugge, 1520-1530 (miniatuur)", Molenecho's, XXVI, 1998, nr. 1, p. 1.
Jeroen Cornilly, "Monumentaal West-Vlaanderen. Beschermde monumenten en landschappen in de provincie West-Vlaanderen. Deel II. De fusiegemeente Brugge", Brugge, 2003; G. van Nieuwenhuyse, "De windmolens van de Kruisvest te Brugge, 1580-1650", in: Biekorf, LXXI, 1970, p. 210-214;
A. Vandewalle, "De molens te Brugge in 1778", in: Biekorf, LXXVI, 1975-1976, p. 90-92;
L. Denewet, "Brugge (wordt) Vlaamse molenstad bij uitstek!", in: Molenecho's, XXV, 1997, nr. 2, p. 65;
C. Devyt, "De Kruisvest-molenschans", in: Brugge die Scone, XIX, 1998, nr. 1, p. 4-5;
J. De Waele, "Technische gegevens over de 3 stadsmolens te Brugge", in: Molenecho's, X, 1982, p. 169-172;
L. Goeminne, "Staakmolen "De Bonne Chiere" bij de Kruispoort te Brugge, 1520-1530" (miniatuur), in: Molenecho's, XXVI, 1998, nr. 1, p. 1;
H.L.N., "De molens aan de Sint-Kruispoort (Brugge)", in: Natuur- en Stedenschoon, XVI, 1937, p.27;
R. Moenaert, "Un moulin dont on parle" (Brugge), in: Tekné, I, 1911, p. 282-283;
John Verpaalen, "Molennieuws van her en der [Harelbeke-Stasegem, Berendrecht Buitenmolen, Brugge Bonne Chiere, rosmolens te Izenberge en te Ertvelde), in: "Levende Molens, jg. 9 (1987), nr. 3, p. 21-22, ill; en nr. 4, p.29-30, ill.
"De molen Bonne Chiere", in: 't Schrijverke, 5de jg., nr. 7, p. 5.
Mededeling Gilbert Deraedt, Leidschendam, 26.11.2009.
Isabelle Verheire, "Het ontspanningsleven van Brugse arbeiders (1890-1921)", Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, voor het behalen van de graad van Licentiaat in de Geschiedenis. Academiejaar: 1997-1998. Universiteit Gent. Promotor: Dr. G. Deneckere.