De Rooigemmolen of Kapellemolen was een houten korenwindmolen op de kouter aan de Loweg 1 in het gehucht Rooigem. We vinden hem als volgt vermeld in de Penningkohieren van Huise van 1571 (Stadsarchief Gent): "Joos Geluck houdt in pachte van Mr. van Huusse (= Huise) de wintcoorenmeulene met den berghe, voor 12 mudden rogge tsjaers hiervoor gheestimeert up 303 £ 4 s."

De staakmolen was de banmolen van de opeenvolgende heren van Huise, In de "Slag van Oudenaarde" in 1708 werd hij gebruikt als uitkijkpost. In de 19de eeuw tot begin 20ste eeuw was hij in het bezit van de familie della Faille, sinds 1921 van nijveraar G. Van Oost.

Eigenaars na 1810:
- 1810, eigenaar: della Faille-van Rockolfing de Nazareth François Maximilien Ghislain, baron te Huise
- 11.05.1835, erfenis: de weduwe en kind Adèle Colette Louise Ghislaine (overlijden van François della Faille)
- 18.07.1838, erfenis: de weduwe (en mede-erfgenamen) (overlijden van Adèle Colette Louise Ghislaine della Faille)
- 08.09.1844, deling: della Faille d'Huysse Adolphe Joseph Ghislain, eigenaar te Huise (onderhandse akte)
- later, erfenis: della Faille d'Huysse  Gustave en consooren (overlijden van Adolphe della Faille d'Huysse)
- 18.07.1874, deling: della Faille d'Huysse Hippolyt Louis Theodoor Ghislain, eigenaar te Lede (notaris Vandeweyer)
- 21.02.1875, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Hippolyt della Faille)
- 04.12.1875, deling: della Faille d'Huysse Adolphe Idelsbald Marie en consoorten (notaris Van de Weyer)
- 06.12.1879: deling: della Faille d'Huysse-van den Hecke de Lembeke Adolphe Idesbalde Marie Joseph Ghislain, eigenaar te Deurle (notaris Van de Weyer)
- 27.07.1914, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Adolphe della Faille d'Huysse)
- 14.02.1921, deling: Van Oost-Dugniolle Georges Léonce Liévin Marie en de kinderen, nijveraar te Gent, gehuwd in 1925 met een Donville de Fransen

Bij het overlijden van Louise Merchie in december 1846 verkochten de erfgenamen bij monde van notaris D'Huyvetter van Wannegem-Lede, de roerende goederen op het molenhof te Huise-Rooigem. Vanaf die datum tot 1856 was deze hofstede en de korenwindmolen samen met 5 h ectaren en 13 centiaren zaailand te pachten. Griffier Van Lancker van Huise trad op als zaakwaarnemer.

Door een storm in 1924 geraakte de molen buiten gebruik. De eigenaar herstelde evenwel de schade en maalde er opnieuw mee. Hij liet de buitenroede in 1935 voorzien van het stroomlijnprofiel "Dekker" (verdekkerde binnenroede).

De staakmolen werd volledig vernield bij de inval van de Duitsers in 1940.

Het voormalig molenaarshuis en het gebouw van de mechanische maalderij zijn thans gerenoveerd tot landhuis en opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Deze gebouwen staan ingeplant in de hoek van de straat op een begraasd omhaagd erf met breed ijzeren hek ten westen. Ten oosten staat het woonhuis van negen traveeën onder zadeldak (pannen, voorheen stro, ), uit de 18de eeuw. Verankerde, geelgeschilderde gevels op gepikte plint en aflijnende baksteenfries. Licht getoogde vensters met groen- en witgeschilderde luiken en dito deur.
Ten westen, thans aan de weg gelegen gebouw van de mechanische maalderij van zes traveeën onder zadeldak, bedekt met pannen.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Archieven
Stadsarchief Gent, Penningkohieren van Huise, 1571, f° 55v°.

Werken
- "Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2 (Gent, 1963);
- Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 3. Gemeenten G-H-I", Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 2000.
Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Brakel, Horebeke, Kruishoutem, Lierde, Zingem en Zwalm, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15N4, (onuitgegeven werkdocumenten).
- J. L. Th. Vandeputte, De molens van het arrondissement Oudenaarde, Uit hun geschiedenis, Oudenaarde, 1974, p. 213-214.
- Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (55).