De Grote Smoutmolen werd voor het eerst vermeld in 1699. Hij werd rond 1900 uitgebaat als herberg en werd deels gesloopt in 1913.
Thans resteert nog een klein langgestrekt hoevetje met omhaagde boomgaard aan de noord- en oostzijden en moestuin aan de zuidzijde. Het is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.

De voorgevel aan de westzijde heeft vier traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen) oorspronkelijk afgewolfd dak cf. bouwnaad zuidelijke zijgevel, uit de 19de eeuw. Verankerde baksteenbouw op gecementeerde plint. Beluikte rechthoekige vensters met arduinen dorpels en rechthoekige deuren met houten latei. Gedichte poort met bewaarde strekse latei uiterst rechts.

Linda Wylleman

G. Plomteux, R. Steyaert & L. Wylleman, Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10N2 (Ho-Ra), Brussel - Gent, 1985.
W. Van der Avert, Onuitgegeven nota's, 1984.
H. Holemans & P.J. Lemmens, Molens van de Voorkempen en van Groot-Antwerpen, Nieuwkerekn, Ten Bos, 1983, p. 77-78;
W. Van der Avert, Oorsprong van de Oelegemse molen op punt gezet? in: Heemkundige Kring de Brakken, XVII, 1998, nr. 3, p. 3;
W. Van der Avert, Oorsprong van de Oelegemse molens, in: Verbond voor Heemkunde - Gouw Antwerpen, Kaderblad, 's-Gravenwezel, jg. 22, 1985, nr. 4, p. 7-8;
Luc Verachtert, De molens van Groot-Ranst, in: Ons Molenheem, jg. 31, 2006, nr. 4, okt.-dec., p. 80-89, ill., krt.