Molenechos's Homepage Molenechos.org

Moen (Zwevegem), Vlaanderen - West-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Bavegemmolen, Verbruggesmolen
Ligging
Bavegemstraat 10
8552 Moen (Zwevegem)
noordoostzijde
900 m W v.d. kerk
kadasterperceel B139
Vlaanderen - West-Vlaanderen
Gebouwd
voor 1691
Verdwenen
1918 - oktober, oorlog
Type
Staakmolen
Functie
Oliemolen, korenmolen
Database nummer
3551

Beschrijving / geschiedenis

De Bavegemmolen was een houten graanwindmolen aan de noordoostzijde van de Bavegemstraat  (nr. 10). De molen stond op de heerlijkheid Bavegem,

Hij werd voor 1691 opgericht. We vinden hem aangeduid op de Beaurainkaart van 1691 met de benaming "Baveghem Moulin" en op zijn kaart van 1692. Hij komt niet meer voor op de Villaretkaart (1745-1748), maar opnieuw op de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen met de benaming "Moulin de Baeveghem"

Later vinden we hem aangeduid op:
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) met het grondplan van een staakmolen op teerlingen
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen met de benaming "Stampmolen"
- Kadastrale kaart van P.C. Popp.

Het molenperceel was voor 1829 in het bezit van Jacques Joseph della Faille, rentenier in Gent, terwijl de molen zelf in handen was van molenaar-olieslager Pieter Vandekerkhove, geboren in Kortrijk rond 1780 en gehuwd met Rosalia Reynaert. Ze hadden in 1830 Jan Baptiste Seynhaeve uit Sint-Denijs (toen 41 jaar) als knecht.

De ouders werden in de bevolkingstelling van 1847 niet meer vermeld, maar er woonden dan drie ongehuwde zonen op de molen: Clement, Leo en Eduard Vandekerkhove. Clement werd geboren in Avelgem op 19 mei 1814 en staat in 1817 vermeld als olislager en molenaar. De twee anderen zijn "landsman". Er was een knecht van 35 jaar: Ivo Balcaen, geboren in Nazareth.

Clement Vandekerkhove werd later molenaar op de Slavaetsmolen in Sint-Denijs, als scoonzoon van Theodore Derinck. Eind 1857 was hij niet meer op de Molen van Bavegem, die dan gebruikt werd door zijn broer Eduard, molenaar, geboren in Moen op 12 april 1821. Eduard was ondertussen gehuwd met Felicitas Dumon, geboren in Schalafie. Er werd ook een molenaarsknecth van 49 jaar vermeld: Leon Devos die uit Otegem kwam.

Op 9 maart 1875 kwam er een andere eigenaar: Charles Louis Ottevaere, landbouwer in Moen. Als gevolg van die verandering vertrok het gezin Eduard Vandekerkhove op 20 maart 1875 naar Schalafie.

Charles Louis Ottevaere was een zoon van Pierre J. Ottevaere van het Stampkot van Sint-Denijs. Een van diens dochters, Melanie, hielp de nieuwe eigenaar op de Bavegemmolen. Charles Louis en Melanie werden beiden geboren in Sint-Denijs, respectievelijk op 23 september 1841 en 1 juli 1839. Vader Ottevaere stuurde op 14 januari 1876 ook nog een knecht, Charles Vanhulle, geboren in Ooike in 1857. Eind 1876 - begin 1877 huwde Charles Louis met Hortense Piens, geboren in Moorsele, zodat Melanie terugkeerde naar het Stampkot in Sint-Denijs.

De molen werd op 22 februari 1888 verkocht aan Cyrille Samain-Yserbyt, landbouwer in Sint-Denijs. Dat veroorzaakte dan weer de verhuis van het gezin dat er sinds december 1881 verbleef: mulder Constantinus Baert en zijn vrouw Honorine Nonckele. Ze waren beiden van Heestert, respectievelijk geboren op 3 september 1837 en 5 mei 1859. Constantinus was een telg van de Molen te Malgré in Heestert, en werd dan mulder op de Hoogmolen in zijn geboortedorp Heestert.

Henri Verbrugge kwam als nieuwe molenaar op 26 december 1889. Hij was afkomstig van Kortrijk (waar op 30 juli 1890 nog een kind van hem geboren werd) waar hij spelend lid was en bleef van een toneelkring. Hij was een zeer begaafde speler. Op zijn eentje in zijn molen oefende hij zijn rol in met woord en gebaar. Bij de dorpelingen kreeg "de Mulder" de naam een zonderling te zijn. Naar het schijnt betrapte hem eens een boer die met zijn gaan kwam, in het vuur van een herhaling. De boer keerde vlug paard en kar en verkondigde onderweg dat de mulder "aan 't zot" worden was.  Maar spoedig geraakten Henri Verbrugge, gehuwd met Elodie Devos, in Moen ingeburgerd en verbroederde met de Moense mensen de zondag in de herberg. Bij het minste aandringen droeg hij daar hele fragmenten uit toneelstukken voor. Enkele jongeren kwamen aldus onder zijn invloed en het was dan ook onder zijn impuls dat het plan rijpte een in Moen een toneelkring te stichten. Enkele andere pioniers waren: Henri en Cyriel Kints, Camiel Moerman, Camiel Hennion, Modest Mestdagh, Henri Verdonck, Firmin Ottevaere en Omer Verbeken.

Henri richtte in 1915 een brief aan het gemeentebestuur van Moen opdat hij opnieuw zou mogen malen (brief bewaard in het volkskundemuseum van Moen).

De staakmolen werd in oktober 1918 door de terugtrekkende Duitsers opgeblazen. Een van de teerlingen werd gedynamiteerd zodat de molen omver viel. De reden was dat door de nabijheid van het kanaal Kortrijk-Bossuit hij als observatiepost zou kunnen dienen bij een geplande verdedigingslinie. 

Van de molen is ons geen foto bekend. Wel bestaat er een schilderij van, in het bezit van een doktersfamilie uit Brugge.

Lang nadat de molen verdwenen was bleef Henri Verbrugge een zeer bekend personage in het Moense dorpsleven. In 1921 kwam hij met een eigen lijst op in de gemeenteraadsverkiezingen: de "Lijst der Democraten". Hij werd echter niet verkozen. Henri Verbrugge, geboren in Ingooigem op 2 januari 1854, overleed in Moen op 90-jarige leeftijd op 12 januari 1944.

Eigenaars na 1830:
- voor 1829, eigenaar (van de grond) della Faille Jacques Joseph, rentenier te Gent en (van het gebouw) Vandekerckhove Pieter, olieslager te Moen, met Seynhaeve Jan Baptiste als knecht
- 1835, erfenis: Van den Hecke-della Faille Jacques Joseph, eigenaar te Gent
- 29.12.1843, erfenis: en de kinderen (kinderen: a) Van den Hecke Victor, eigenaar te Gent, b) Van den Hecke Esther, echtgenote Vandewoestijne Hypolite, te Gent, c) Van den Hecke Euphrasie, echtgenote Deneve, te Gent, d) Van den Hecke Celinie, echtgenote Vandewoestijne Edmond, te Gent en e) Van den Hecke Idalie, echtgenote Demeester Auguste, te Gent) (overlijden van de vrouw della Faille)
- 1847: Seynhaeve Clement, Leo en Eduard, drie ongehuwde zonen van Jan Baptist Seynhaeve als molenaar, met Balcaen Ivo als knecht
- 18.11.1851, deling: de Meester de Ravenstein - Van den Hecke Auguste, de weduwe, eigenares te Hever (notaris Lamme)
- 09.03.1875, verkoop: Ottevaere Charles Louis, landbouwer te Moen (notaris Opsomer)
- 22.02.1888, verkoop: Samain-Yserbyt Cyrille, landbouwer te Sint-Denijs (notaris Opsomer)
- 1908, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Cyrille Samain); molenaar Verbrugge Henri 

Jaak BATAILLE, Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Literatuur

Archieven en landkaarten
- Beaurainkaart I (1691)
- Beaurainkaart II (1692)
- Villaretkaart (1745-1748) (niet aangeduid)
- Rijksarchief Kortrijk, Aanwinsten VI, 5019, Lantboeck der prochie ende graefschepe Moen, 1760, opgemaakt door Anthone van Outrive en Cornelis Steur.
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1845)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)

Werken
- J. Bataille, H. Demeulenaere, S. Vroman & J. Deloof, Onze molens nu en toen. Heestert, Moen, Otegem, Sint-Denijs en Zwevegem", Kortrijk, 1994.
- J. Luyssaert, Toponymie van Bossuit, Moen en Outryve tot 1650, Zwevegem, 1968.
- D. Rommens, "Moen ons dorp van toen: een greep uit geschiedenis en folklore", 2 delen, Moen, 1980.
- Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-O, Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 1999.-
- Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), De windmolens tussen Schelde en Leie, in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (86).

Mailberichten
Eduard Swinnen, 19.12.2013.
Marcel Verbrugge, 12.11.2018.