Bergmolen
Hooglede, Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Bergmolen, Molen Verhelst
- Ligging
- Akkerstraat 29
8830 Hooglede
oostzijde
ten N v.d. Kleine Stadenstraat
bij de vroegere herberg De Jager
vroegere Diepestraat
600 m W v.d. kerk
kadasterperceel D1301
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1540 / 1634
- Verdwenen
- 1590 - augustus, oorlog / 1884, sloop
- Type
- Staakmolen met open voet
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 3458
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Bergmolen was een houten korenwindmolen aan de oostzijde van de Akkerstraat (nr. 29, de vroegere herberg "De Jager"), ten noorden van de Kleine Stadenstraat, op 600 meter ten westen van de kerk van Hooglede. Op deze hoogte genoot hij van een uitstekende windvang. In het Ancien Regime was hij gelegen in de heerlijkheid Hooglede-Ambacht.
De staakmolen was de oudste van Hooglede. Hij werd opgericht voor 1540.
Hij werd vernield door de vrijbuiters van Oostende in augustus 1590.
Pas in 1634, bij octrooi verleend door de Rekenkamer van Rijsel aan Cornelius Meersseman, gebeurde de heroprichting op de oude molenwal. Twee jaar later werd hij al vermeld in het Spijcker Bouck van Ieper: "De straete loopende naer 't berch meulentgen".
We zien de molen aangeduid op:
- A. Sanderus, "Flandria Illustrata", 1641, kaart van de kasselrij Ieper: "Hooghlede molen"
- Fricxkaart (1712) met de benaming "Hooglede M."
- Reinier & Josua Otten, "Comitatus Flandriae Universe in Ditiones Peculiares Distinctae Tabula Nova & Accuratissima", Amsterdam, R & I. Otten, (tussen 1725 en 1750), zonder naam
- Ferrariskaart (1775) met het bruin symbool van een staakmolen, met de naam" den Bergh Molen"
- Atlas der Buurtwegen (1846)
- Topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850): "Berg Molen"
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860)
De molen werd eeuwenlang uitgebaat door de familie Meersseman.
In de Gazette van Gend van 21 maart, verscheen evenwel een advertentie waarin de molen, gebruikt door Joannes Bernardus Meersseman, te koop werd aangeboden. Op 24 maart 1791 werd in de hostellerie “den Dobbelen Arend” op de Plaetse van Hooglede de eerste zitdag gehouden van de openbare verkoping van "een wel beklante" korenwindmolen, met een hofstedeke daar medegaand, 13 gemeten groot, gestaan en gelegen binnen Hooglede (kasselrij Ieper) “west by de Plaetse”. De molen is “vry van reconnoissance” en vrij van heerlijke rente en tiende, beschikbaar voor gebruik vanaf 1 oktober e.k. Actueel nog in gebruik door Joannes Bernardus Mersseman. Voorlopig ingesteld op 1250 £ gr. courant. Tweede en volgende zitdag(en) in april in de herberg “S. Amand” van Jan Baptiste Veraecx op de Plaetse van Hooglede. Inlichtingen bij griffier en deelsman de Mey ook aldaar.
Na de eerste zitting, op 24 maart 1781, verscheen in de Gazette van Gend van 2 mei de volgende, licht aangepaste advertentie (p. 4, rechts onder). Op te merken is dat de verkopingsessies nu in andere herbergen doorgingen:
" Dat'er publicquelyk te koopen is eenen wel gekalanten Koorn-Wind-Molen, met een Hofstedeken daer medegaende, groot 12. gemeten 2. lynen 74. roeden, gestaen ende gelegen ter Prochie van Hooglede, Kasselrye van Ipren, west by de Kerke, tegenwoordig gebruykt door Joannes Bernardus Mersseman, Vry van Reconnoissance, alsmede Vry van Heerlyke Renten en Thienden, dit om door den Kooper in het gebruyk te komen met den 1. October 1791., staende ingesteld en verhoogd in acht separate Koopen met 1400. pond. gr. Courant, boven de Conditien, waer van de Verhoogingen zullen aenveird worden donderdag den 28. April 1791., ten Huyze ende Herberge, bewoond door PIeter Geleyns, zuyd by de Plaetse van Hooglede, en den absoluten Overslag ten Huyze en Herberge gebruykt by Pieter de WIlde, zuyd by het Kerkhof van het zelve Hooglede den 12. Mey 1791., t'elkens ten dry uren naer middag, wanof de Conditien ter inspectie van een ider berusten ten Komptoire van den Greffier de Mey d'Oude, tot het gemeld Hooglede".
Het was de molenaar zelf, Joannes Bernardus Meersseman, die de molen wist aan te kopen, op 19 december 1791.
In 1792 protesteerde hij, samen met zijn collega van de Ondankmolen, tegen de geplande overbrenging van de Jonckheeres molen, gelegen op het einde van de Beverenstraat, naar het centrum van Hooglede.
Vanaf 1834 was de molen in het bezit van:
- 1834: Meersseman Ferdinand en broer, landbouwers te Hooglede
- 28.12.1841, verkoop: Iweyns-Hynderick Henricus, eigenaar te Ieper (notaris Vanhee)
- 17.03.1842, ruil: Van Haverbeke Joannes, eigenaar te Hooglede (onderhandse akte)
- 26.03.1842, ruil: a) Van Haverbeke Joanns (voor naakte eigendom), eigenaar te Hooglede en b) Van Haverbeke Charles Ferdinand (voor vruchtgebruik), winkelier te Hooglede (verklaring d.d. 10.09.1845)
- 08.05.1867, erfenis: a) Van Haverbeke Joannes (voor naakte eigendom), eigenaar te Hooglede en b) Van Haverbeke Charles Ferdinand, de kinderen (voor vruchtgebruik) (overlijden van Charles Ferdinand)
- 05.02.1875, ruil: a) Van Haverbeke Bruno, onderpastoor te Wervik en b) Van Canneyt - Van Haverbeke Louis, eigenaar te Gits (overlijden van Joannes Van Haverbeke)
- 27.02.1884, verkoop: a) Buyck Louis, rentenier te Hooglede en b) Buyck Ivo, winkelier te Beveren (notaris Vuylsteke)
- 06.05.1884, verkoop: Buyck Ivo, winkelier te Beveren (notaris Vuylsteke - nog graanwindmolen)
Op 28 december 1841 werd de molen, genoemd als "eenen grooten koornwindmolen" verkocht met een bebouwd en beplant hofstedeken van 4 hectaren 53 aren 5 centiaren. Het werd toen gebruikt door Louis Verhelst en was ingesteld op 4000 frank.
Molenaars
Vele leden van de familie Verhelst werkten er als huurder-molenaar.
Rond 1780 kwamen zich vestigen op de Bergmolen met bijhorende hoeve: Petrus-Joseph Verhelst (geboren te Dadizele rond 1755 als zoon van Pieter Joseph Verhelst en Maria Van Becelaere) en zijn vrouw Joanna-Rosa Talpe (°Beselare ca. 1761), een dochter van de Beselaarse burgemeester Petrus Talpe en Joanna Theresia Berdyn
Ze kregen er acht kinderen, Catharina (°10 oktober 1783), Jacques (°25 oktober 1785), Joannes Carolus (°27 augustus 1786), Rosa (°6 maart 1789 - de meter van het jongste kind Louis Francis), Petrus (°30 november 1791 - die als borelingske van 17 dagen overleed), Carolina (°19 oktober 1792), Jean Paul (°30 december 1798) en Louis Francis (°21 februari 1802).
Vader Petrus Josephus Verhelst ondertekende met een sierlijke handtekening de geboorteakten (1798 en 1802) van zijn kinderen, alsook de huwelijksakte van zijn oudste zoon Jacques, die te Hooglede op 6 maart 1816 trouwde met Victoria Maes, geboren te Hooglede op 4 oktober 1782 als dochter van Servais Maes en Petronilla Vereecke.
Hun derde kind en tweede zoon, Joannes Carolus Verhelst, werd in 1806 opgeroepen als soldaat in het leger van Napoleon en overleed in het militair hospitaal te Middelburg op 27 december 1812. Van hem bleef een afbeelding en een soldatenbrief bewaard, geschreven te Vlissingen op 3 april 1812 en gericht aan zijn ouders, zussen en broers (zie in bijlage).
Petrus-Joseph stierf in zijn woning bij zijn jongste zoon Luis, de molenaar, op 26 april 1834. Zijn vrouw Joanna Talpe heeft haar man nog 20 jaar overleefd, zij stierf op het molenerf op 11 januari 1854,op 97-jarige leeftijd.
Ondertussen was hun jongste zoon Louis-Francis (Hooglede, 1802-1864), gehuwd met Anna-Catharina Verstraete (Hooglede, 1801-1887), hun opvolger als molenaar. De laatste molenaar was zijn zoon Leopold Verhelst (Hooglede, 1833-1804), gehuwd met Lucia Beernaert (Gits 1842-Hooglede 1900).
De molen werd in 1884 gesloopt, kort na de aankoop door Ivo Buyck op 6 mei van dat jaar.
Lieven DENEWET
Literatuur
Archieven
Archives départementales du Nord, Série B, Chambre des Comptes (oprichting in 1634)
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1936 (d.d. 1792).
Rijksarchief Gent, Vorstelijke Domeinen, nr. 155, f° 419 e.v. (1640).
Gewestelijke Directie van het Kadaster te Brugge
Uitgegeven bronnen
A. Sanderus, "Flandria Illustrata", 1641 (kaart van de Kasselrij Ieper)
Frickxkaart (1712)
Reinier & Josua Otten, "Comitatus Flandriae Universe in Ditiones Peculiares Distinctae Tabula Nova & Accuratissima", Amsterdam, R & I. Otten, (tussen 1725 en 1750)
Ferrariskaart (ca. 1775)
Atlas der Buurtwegen (1846)
Topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850)
Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860)
Gazette van Gend, 21 maart, 4 en 25 april, 25 en 9 mei 1791.
Le Propagateur, 22.12.1841, p. 4.
Werken
Lieven Denewet, Windmolens vroeger en nu. Hooglede-Gits, Hooglede, 1979.
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel III. Gemeenten H-J, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1995, p. 35
Désiré De Laey, Geschiedkundige aanteekeningen over Hooghlede, Roeselare, J. De Meester- Roeselare, 1902.
Freddy Anckaert & F. Vanacker, Hooglede door de jaren heen, Hooglede, 1995, 2 dln
Jozef Maes, "Rondom de oude molens van Hooglede", De Belgische Molenaar, 22.06.1976.
Michiel De Bruyne, "Het Portret van Joannes Carolus Verhelst uit Hooglede. Soldaat van Napoleon 1786-1812", Biekorf, 1965, 5, p. 137-143.
Karel De Flou, "Toponymisch Woordenboek van Westelijk Vlaanderen..." (onder "Bergmolen")