Noordmolen
Roeselare, Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Noordmolen, Molen Van Suypeene, Molen Claeys, Claeyzegiesmolen
- Ligging
- Hoogleedsesteenweg 156
8800 Roeselare
noordoostzijde
hoek met Noordlaan
kadasterperceel A500
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1547 / voor 1622
- Verdwenen
- ca. 1583, oorlog / 1895 - juli, sloop
- Type
- Staakmolen met open voet
- Functie
- Korenmolen, later ook schorsmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 3451
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Noordmolen was een houten graanwindmolen aan de noordoostzijde van de Hoogleedsesteenweg (nr. 156), op de hoek met de Noordlaan. Hij was net buiten Roeselare-Schependom gelegen. Bij de molen stond in de 19de eeuw de herberg "In den Noordmolen".
De staakmolen werd voor 1547 opgericht. Hij werd vernield tijdens de godsdiensttroebelen, rond 1583. Hij werd voor 1622 heropgericht.
We vinden hem o.m. aangeduid op:
- Lowys de Bersaques, "De Caerte der Stede ende vrijhede van Rousselar met de palsteenen aldus gemaeckt by my onderschrev(en) geswooren erfachtig Lantmeter. Torconden 5 mey 1641" met het symbool van een staakmolen op teerlingen en met de benaming "de noord muelen"
- Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1842) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1854)
In het "Terrierboek" van 1729 vinden we de volgende plaatsbepaling: "Den heere burghgrave van Rousselaere... Eene partie lants daer presentelycken den noordemeulen op staet paelende van zuyden tnaervolghende ende voorts paelende van oosten tvoornomde catte straetgien suyt sien selfs meersch onder rousselaere ambacht".
De Noordmolen werd halfweg de 16de eeuw gehuurd door Jan de Vos. "De zelve (de weze Jaenthin Tack) heeft noch overe haere portie inde muelne de somme van hondert LXXX £ parisis rustende onder Jan de vos muelenaere vander noortmuelene. Ingaende den XII september LXI (1561). Een naamgenoot Jan de Vos, vermoedelijk een familielid (zoon?), vroeg op 3 december 1581 een octrooi aan bij de Rekenkamer van Rijsel om zijn korenmolen te mogen verplaatsen naar de heerlijkheid Sint-Amand in Roeselare. Het project werd niet uitgevoerd: het was volop oorlogstijd (godsdiensttroebelen).
Aan de voet van de Noordmolen stond een klein cafeetje, Fieres genaamd, waar ook wat handel werd bedreven. In de Roeselaarse stadsrekeningen, boekjaar 1547-1548, werd op bevel van de baljuw van Oost-Ieperambacht, het "crevelcot" gesloten: "ghepresenteert den Bailly van oostyperambacht, van gheïnterdeceert thebbene, ten versoucke vander wet, van niet te mogen taverenierene in zeker crevelcot, ghenaemt fieres, anden voet vanden noortmuelene, zeer scadelic de stede".
In 1571 was Jan Noppe molenaar op de Noordmolen. In een Staat van Goed van 23 mei 1573 werd Pieter Noppe er als molenaar vermeld.
Willem Buse en Ollivier vande Putte pachtten de Noordmolen vanaf Allerheiligen 1581 tot Lichtmis 1583: "als zij ghehadt ende ghenomen hebben van mijn heeren de Burchgrave deser stede van zijnen noortmuelene, ... daerenboven oock jeghens de voochden vande weesen Pietere Noppe van over prysie bijden selven Pieter ghelaten in den wint ende peirdemuelene..."
We zien de molen aangeduid op de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen, in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1842) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen en op de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "Noord Molen".
Op 7 juli 1798 (19 Messidor an VI) verscheen een advertentie in de Gazette van Brugge waarbij te koop werd aangeboden: "un moulin à vent à moudre grain nommé le Moulin du nord maison et jardin comprenant un terrain de 160 verges, situés sur le territoire de ce commune de Roulers".
Rond 1830 was Josephus Vansuypeene de eigenaar-molenaar. Bij onderhandse akte van december 1840 werd de molen verkocht aan Petrus Vansuypeene en consoorten.
Bij akte verleden voor notaris Debrouckère (Roeselare) op 15 juni 1875 werd de molen verkocht aan Charles-Ignace Claeys-Ghyselen, molenaar te Roeselare, die in 1892 overleed.
In een advertentie van 29 juni 1895 werd de verkoop aangekondigd van de schors- en graanwindmolen. In juli 1895 volgde de sloop.
Het molenperceel is nu grasland, op de zuidoostelijke hoek van de Hoogleedsesteenweg en de Noordlaan.
Lieven DENEWET & Geert HOORNAERT
Literatuur
Archieven en landkaarten
- Stadsarchief Roeselare, 1031, nr. 823
- Lowys de Bersaques, "De Caerte der Stede ende vrijhede van Rousselar met de palsteenen aldus gemaeckt by my onderschrev(en) geswooren erfachtig Lantmeter. Torconden 5 mey 1641".
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1842)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1854)
- Terrierboek (1729)
Gedrukte bronnen
- Gazette van Brugge, 7 juli 1798 (19 Messidor an VI), verkoopsadvertentie.
- Favorel N., Zantingen, dl. 22, p. 20; dl. 34, p. 184; dl. 47, p. 858; dl. 48, p. 858; dl. 51, p. 602; dl. 64, p. 144-145.
Werken
- Denys Désiré, Toponymie van Roeselare, Roeselaars plaatsnaamkundig woordenboek, Kortemark-Handzame, 1982.
- De Potter F., Schets eener Geschiedenis van de Stad Rousselare, Roeselare, 1875.
- Dochy B., Geschiedenis van de Stad Roeselare vanaf de oudste tijden tot heden, s.l., 1949.
- Holemans Herman, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten P-R, Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 2001.
- Geert Hoornaert, De korenwindmolens en de watermolen van de Roeselaarse burggraaf tijdens de XVIde en XVIIde eeuw, Rollarius, XXX, 2001, nr. 1.
- Geert Hoornaert, "Roeselaarse molenkroniek (vervolg-3 en slot), Rollarius, XXII, 1993, 2, p. 50-51.
Persberichten
- A. Denys, De verdwenen windmolens van Rousselare, in: De Rousselaarsche Bode, 09.03.1935.