Oekene (Roeselare), Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Naam
- Plaatsmolen, Oekenemolen, Molen Buyse
- Ligging
Plaatsmolenstraat 5
8800 Oekene (Roeselare)
noordzijde
op ca. 100 m oostwaarts de Sint-Eloois-Winkelsestraat
kadasterperceel A 167
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1474 / voor 1700
- Verdwenen
- ca. 1580, oorlog / 1895, sloop
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 3446
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Plaatsmolen was een houten graanwindmolen op de noordzijde van de Plaatsmolenstraat (nr. 5), op ongeveer 100 meter oostwaarts de Sint-Eloois-Winkelsestraat, tegenover het molenhuis dat in 1958 nog bestond en toen bewoond werd door Leon Verhulst-Vandaele.
De staakmolen werd voor 1474 opgericht op de heerlijkheid 't Hof van Oekene. Een landboek van Oekene uit 1474 vermeldt: "anden maerctwech die vanden ouckene muelen loopt tyseghem waert". Deze molen verdween echter reeds voor 1600. Het zou best kunnen dat hij, net als de Molen van Rhode, het slachtoffer werd van de Troebelen rond 1580.
Pas rond 1700 staat wederom een molen bij het centrum van Oekene wordt vermeld. De benaming "Ouckene molen" op de Sanderuskaart (ca. 1641) blijkt immers betrekking te hebben op de Penemolen te Oekene (zie aldaar). Wel zijn de molensitueringen op de Sanderuskaarten niet altijd heel exact.
In de tweede helft van de 18de eeuw was de molen ingericht als een oliemolen (benaming "Stampcot Molen" op de Ferrariskaart).
We zien de molen aangeuid op:
- Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen met de benaming "Stampcot Molen"
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "Plaets Molen"
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen.
Eigenaars & molenaars na 1700:
- ca. 1700: Verlinde Daniël (1674-1704), gehuwd met Maria--Catharina De Capmaecker
- 1704, erfenis: Brigitta Verlinde (1694-1770, ongehuwd) en Joannes Verlinde (1710-1788)
- 1745, afstand (deel van Brigitta Verlinde): Daniël Verinde jr. (1719-1787), ongehuwd
- 1762, afstand (deel van Daniël Verlinde jr.): Clement Verlinde, zoon van Joannes Verlinde.
- 1810, eigenaar: weduwe Clement Verlinde, molenarin en Johanna Rosa (Jeanette Rose) Verlinde, molenarin
Joanna Rosa Martine Verlinde huwde met Philip Cauwelier, deze werd aldus de molenaar van de Plaatsmolen. Op de vroegere middelste kerkklok Cornelia in de kerk van Oekene, gegoten in 1827, stond te lezen "P. Cauwelier, meulenaer op de Plaatsemeulen" met ernaast een molenafbeelding. Tijdens de eerste wereldoorlog voerden de Duitsers deze klok weg en is ze niet meer teruggekeerd.
Rond 1830 was de molen in het bezit van Jan-Baptist Buyse (gehuwd met Maria Joanna Verlinde) en kinderen, landbouwer te Oekene. Hun kinderen Louis en Jan-Baptiste Buyse werden eigenaar in 1847 (akte notaris Bouten, 23.12.1847). In 1874 volgde de verkoop aan Pieter Buyse-Spruyt, landbouwer te Roeselare (akte notaris Titeca, 09.07.1874). In 1847 en 1874 werd ook melding gemaakt van de bijbehorende rosmolen. Zo kon er ook in windstille periodes worden gemalen.
De Buyses waren landbouwers, het malen zelf gebeurde door de familie Verlinde en Decostere. Petrus Decostere, alias "Pieren Costers", zoon van Carolus en Maria Joanna Buyse, was er molenaar in 1864. Hij was geboren in Oekene op 18 april 1823 en was gehuwd met Rosalie Verbrugghe, geboren in Oekene op 19 maart 1828. Na de dood van Petrus Decostere baatte zijn weduwe nog een zekere tijd de molen uit met de hulp van de molenaarsknecht Frederik D'Hondt. De laatste ketser (knecht) was Frederik Grymonprez-Boudrez, bijgenaamd "Free Djakens".
In 1895 werd de Plaatsmolen gesloopt.
Lieven DENEWET & Firmin MESSIAEN (+)
Literatuur
Archieven en landkaarten
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)
Literatuur
- Firmin Messiaen, "Molens en molenaars te Oekene. De Penemolen en de Steverlinckx. De Plaatsmolen en de Verlindes", Biekorf, LIX, 1958., p. 77-81.
- Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-O, Rotem, Ons Molenheem, 1999.
- Robert Houthaeve, Oekene een kroniek van een dorp, Oekene, 1983 (p. 333: afbraak Peenemolen)
- Geert Hoornaert, "De heerlijkheid Rode op Kachtem, Emelgem, Izegem, Oekene, Rumbeke, Roeselare", Ten Mandere (Heemkundige Kring Ten Mandere - Izegem), jrg. 47, nr. 139, 2007, nr. 3, p. 3-51.
- Karel De Flou, "Toponymisch woordenboek van Westelijk Vlaanderen (...), onder het lemma "Cuerenbrugghe". (Zijn bron, het landboek van Kachtem uit 1474, bestaat niet meer).