Oliemolen op de Berg
Rumbeke (Roeselare), Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Oliemolen op de Berg, Bontes molen, Molen Bonte
- Ligging
- Bergstraat 33
8800 Rumbeke (Roeselare)
zuidzijde
Zuidberg
latere boerderij Naert
kadasterperceel B nr. 1536
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- 1765
- Verdwenen
- 1893, sloop
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Oliemolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 3427
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Oliemolen op de Berg of Molen Bonte was een houten oliewindmolen op de zuidzijde van de Bergstraat (nr. 33), op de Zuidberg, een weinig ten oosten van de Bergmolen, op de boerderij dat rond 1960 werd bewoond door Rafaël Naert. Van ver gezien, zoals vanuit de Moorseelsesteenweg, kon men deze molen, de Bergmolen en de Zilverbergmolen, die haast op één lijn stonden, hun zeilen door elkaar zien slaan, alsof ze stonden te vechten.
We zien de molen aangeduid op
- de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen, met de benaming "Bergh Molen"
- de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen
- de kadastrale kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met het algemeen windmolensymbool
Olieslager, schepen en dismeester van Rumbeke, Jacobus Bonte, die gerechtigd geweest was in het Oekenestampkot te Rumbeke (zie aldaar), bouwde deze molen in 1765 op een perceel dat toebehoorde aan de dis van Rumbeke. Hij had dit land in cijnspacht gekregen voor 29 opeenvolgende jaren, ingaande op Bamis 1765, mits 12 ponden parisis per jaar. Het oprichtingsoctrooi had hij op 1 december 1764 verkregen van de Oostenrijkse keizerin Maria-Theresia.
Jacobus Bonte blijkt het beter gesteld te hebben op zijn oliemolen dan zijn confraters op het Oekenestampkot. Zijn molen stond ook heel wat beter in de wind en was beter toegankelijk. Toen Jacobus Bonte in 1782 stierf zetten zijn weduwe en kinderen het bedrijf verder. Toen ook zij in 1790 overleed was het haar oudste zoon die haar opvolgde: Pieter Bonte. Deze kreeg in 1820 van de dis van Rumbeke nog een nieuwe pacht voor de grond waarop de molen stond.
In 1825 werd de molen begaan door Ferdinand Andries, die getrouwd was met Pieternelle Bonte, een kleinkind van Jacobus Bonte die de molen had gebouwd. Na het overlijden van Ferdinand Andries zetten zijn weduwe en later de kinderen het bedrijf verder. De laatste van deze kinderen, Dorothea Andries - in de wandel Taya Andries geheten - schonk bij testament 3000 frank aan de kerk van Rumbeke. Zij stierf in 1878. Toen werd de molen publiek verkocht en op 19 juni 1878 toegewezen aan Jozef Vandekerckhove, burgemeester van Rumbeke. Het jaar daarop werd Vandekerckhove, bij wijze van verlaging van erve, ook eigenaar van de grond waar de molen ruim 100 jaar voordien op gebouwd was.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: (van de grond) Bureel van Weldadigheid Rumbeke, te Rumbeke en (van het gebouw) Andries-Bonte Ferdinandus en kinderen, olieslager te Rumbeke
- 28.01.1847, erfenis: (van het gebouw) Andries Ferdinandus, de kinderen (kinderen: a) Andries-Nollet Ange, olieslager te Moorslede, b) Andries Pierre, olieslager te Moorslede, c) Andries Dorothée en d) Andries Virginie) (overlijden van Ferdinandus Andries)
- 19.09.1878, verkoop: (van het gebouw) Vandekerckhove-Galle Joseph, landbouwer te Rumbeke (notaris Crevits)
- 16.11.1878, ruil: (van de grond) Vandekerckhove-Galle Joseph, landbouwer te Rumbeke (notaris Crevits)
- 04.01.1893, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Galle)
Joseph Vandekerckhove liet de molen nog een tiental jaren begaan door zijn zoon Gustaaf Vandekerckhove, maar eindigde toch met hem in 1893 te laten slopen. Het molenperceel wordt nu ingenomen door een villadomein.
Joseph DELBAERE, Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven
- Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1873 (oprichtingsoctrooi 01.12.1764).
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)
Werken
- Joseph Delbaere, De oude molens van Rumbeke, in: Park Rumbeke, Roeselare, 1937.
- Joseph Delbaere, Rumbeke door de eeuwen heen, (tentoonstellingskataloog),-windmolens, Rumbeke, 1961, p. 102-134.
- H. Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten P-R, Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 2001.