Scherpenheuvel (Scherpenheuvel-Zichem), Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Naam
- Stenen Molen
- Ligging
- Stenenmolenstraat
3270 Scherpenheuvel (Scherpenheuvel-Zichem)
flank Eggersberg
kadasterperceel A304c
Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Gebouwd
- 1860
- Verdwenen
- 1942, wiekenkruis weggenomen / 1990, sloop romp
- Type
- Stenen grondzeiler
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 3312
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Stenen Molen was een stenen grondzeiler. Hij bevond zich op een flank van de Eggersberg. Dit hoogste punt vormde de ideale plaats om een molen te bouwen. De helling is duidelijk te zien in het landschap.
De molen werd in 1860 gebouwd. Bouwheer en eerste molenaar was Franciscus Van Houdt (°Webbekom 1829), gehuwd met Anna Cornelia Veugelen (°Lubbeek 1819). Het gebouw werd belastbaar in 1868.
Opeenvolgende eigenaars:
- 1860, opbouw: Van Houdt-Veugelen Franciscus, molenaar te Scherpenheuvel
- 1897, verkoop: Backx-Van Houdt Louis, bakker te Scherpenheuvel (registratie op 01.04.1897)
- 17.07.1913, verkoop: Meys-De Gol Felix, molenaar te Scherpenheuvel (notaris Alenus)
- 04.07.1955, verkoop: Meys Erna Erik Godelieve, advocate te Berchem, echtgenote Struckman Horst Karl Wilhelm Max (notaris Grootjans)
- 10.11.1982, verkoop: Distelmans-Buttiens Emiel Bonifacius, landbouwer te Scherpenheuvel (notaris Brandhof - "landbouwwerkplaats").
De molen was een ronde stenen grondzeiler. De kegelvormige bakstenen romp, met vier bouwlagen en met boven elkaar geplaatste korfboogvormige muuropeningen, was reeds rond 1900 aan de westzijde zwart geteerd, wat op vochtproblemen wijst. De andere zijde was rond 1900 witgekalkt, maar het witten werd later achterwege gelaten. Brede toegangspoort. Tot op het einde was de molen voorzien van houten pestel- of borstroeden. Rond 1900 was er ook nog een houten askop, maar die werd later door een gietijzeren exemplaar met vrij korte ashuizen vervangen. Schuitvormige molenkap met een schuin voor- en achterkeuveleinde. De koningsspil, het spoorwiel en de drie schijflopen (voor de bovenaandrijving van de drie steenkoppels) waren in hout.
Het wiekenkruis werd in 1942 weggenomen. De molen geraakte in 1955 beschadigd en werd als schuur gebruikt. Het nabijgelegen molenhuis werd in 1957 verbouwd. De overgebleven romp met kap werd in 1990 gesloopt. De houten molenas met gietijzeren askop werd verkocht voor plaatsing in de nieuwe stenen stellingmolen "Zeldenrust" aan de Vierselbaan te Viersel, maar de maten bleken niet te passen. In het verbouwde molenhuis werd een molensteen verwerkt in een dorpel. De arduinen pensteen ligt er ook nog.
Op initiatief van een projectontwikkelaar (PMIC te Leuven) kwam het woonuitbreidingsgebied 'Stenen Molen' tot stand. Na goedkeuring van de stedenbouwkundige studie werd bepaald dat er ruimte zou zijn voor 64 woongelegenheden, verdeeld in 32 private woningen en 32 sociale huur- en koopwoningen. In samenspraak met Diest-Uitbreiding werd overeengekomen om 21 sociale huurappartementen en 11 sociale koopwoningen te bouwen.
In opdracht van "Sociaal wonen Arro Leuven" uit Herent voerde BAAC Vlaanderen bvba uit Drongen een archeologische prospectie met ingreep in de bodem uit op het plangebied aan de Stenenmolenstraat, de Heidestraat en de Rootstraat te Scherpenheuvel (Scherpenheuvel-Zichem). Het onderzoek werd uitgevoerd van 18 tot 21 oktober 2011. Jeroen Vanden Borre van BAAC bvba was projectverantwoordelijke. Jan Claesen (ARCHEBO bvba) en Lise Cox werkten mee aan het onderzoek.
Het onderzoeksgebied had een oppervlakte van circa 4,7 ha en was voordien onbebouwd. Op deze locatie plande "Sociaal wonen Arro Leuven" de aanleg van een woonverkaveling, met de aanleg van huizen, wegen en nutsleidingen. Omwille van de bedreiging voor het mogelijke archeologische erfgoed en de grote oppervlakte van het terrein werd door het Agentschap Onroerend Erfgoed een vooronderzoek in de vorm van een proefsleuvenonderzoek aanbevolen om het terrein archeologisch te evalueren.
Tijdens het onderzoek werden 28 proefsleuven en twee aanvullende profielputten aangelegd, waarvan er vijf archeologische sporen bevatten. Het gaat om een perceelsgreppel, een geïsoleerde (recente) paalkuil en een kuil. Centraal in het plangebied werd een deel van de goed bewaarde fundering van de gesloopte stenen molen uit 1860 aangesneden. Deze fundering werd met behulp van de kraan vrij gelegd. Na het documenteren en fotograferen ervan werd deze structuur gecoupeerd. Deze coupe werd getekend op schaal 1/20. De molen maakte deel uit van een groter complex van (deels bestaande) bebouwing: het oude molenaarshuis met bijgebouwen. Deze maakte echter geen deel uit van het onderzoek. Verder werd ook een neolithisch artefact in silex aangetroffen. Op basis van de uit het onderzoek voortkomende resultaten werd geen vervolgonderzoek geadviseerd.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
M.A. Duwaerts e.a., De molens in Brabant, Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961, p. 60-62.
Herman Holemans, Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 5: arrondissement Leuven (M-Z), Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem', 1994.
Genicot L.F., Van Aerschot S., de Crombrugghe A., Sansen H. & Vanhove J., Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik, 1971.
I. Van de Staey, "Het landschap van "de Witte". Een overzicht van de erfgoedelementen in de streek Testelt-Averbode-Zichem-Scherpenheuvel - bijlage 18", Antwerpen, 2008.
A. Buelens, "Het oude Zichem en Scherpenheuvel", s.l., 2000.
Niels Janssens, Lise Cox & Jeroen Vanden Borre, "Archeologische prospectie met ingreep in de bodem, Scherpenheuvel-Zichem – Stenenmolenstraat", Gent, 2011 (BAAC Vlaanderen, Rapport 15).
Lieven Denewet, "Al 11 Vlaamse molenrompen gesloopt sinds 1990", Molenecho's, XXIII, 1995, 4, p. 207.
‘Steden en Landschappen - VIII - De Demervallei’, 1915, p 10.
Info Geert Daenen-Bosmans, Kiezegem, 09.03.2014.