Etikhove (Maarkedal), Vlaanderen, Oost-Vlaanderen
- Naam
- Bossenaarmolen, Bossenaremolen
- Ligging
Aatse Heerweg 2
9680 Etikhove (Maarkedal)
Bossenarekouter
kadasterperceel B563
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Geo positie
- 50.799957, 3.639913 (Google Streetview)
- Gebouwd
- voor 1553
- Verdwenen
- 1939 - 12 april, sloop
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 3196
- Ten Bruggencatenummer
- 01699
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Bossenaar- of Bossenaremolen was een houten korenwindmolen in de Aatse Heerweg 2, op de hoogte van de Bossenarekouter.
Op de ingangsdeur zou de volgende inkerving geweest zijn: "Anno 1140 J.D.W.". In de vorige eeuw werd daar veel belang aan gehecht: de molen zou de oudst gekende en gedateerde houten windmolen van heel West-Europa zijn. Steeds meer won de overtuiging het veld dat het hier om een slechte lezing ging: wellicht ging het om "Anno 1740 J.D.W.".
De eerste vermelding in de archiefbronnen dateert van 1553. Eigenaar was toen Joos van Joignie, baron van Pamele, met als huurder Coulaert Aelgoet, zoon van Jan. De afgaande pachter was Pieter vander Meere.
Op 12 februari 1 555 kocht Jan II van Ladeuze van Jacob van Joigny, baron van Pamele, de windmolen op de "Bossenaercautere". De molen lag binnen de heerlijkheid adeuze. Jan II hield een familieboek bij. Zo noteerde hij het wel en wee van zijn familieleden. Zo noteerde hij de datum van zijn eerste huwelijk (14 januari 1549). Hij vertelt verderdat hij slechts 9 jaren en 4 maanden gehuwd was toen zijn vrouw op 14 mei 1559 's middags omstreeks 12 uur overleed. Ze kregen samen 4 kinderen, die allen op jeugdige leeftijd overleden: 1. Willem,geboren 17 aug.1552 engestorven in 1573 2.Philips, geboren 15 sept. 1556 en gestorven in 1558 3. Michaël, geboren 29 sept.1557 en gestorven in 1558. 4.Gillis, geboren 11okt. 1558 en gestorven in 1558.
Op 6 juli 1571 waren Cateline Haustraete (de weduwe van Colaert Aelgoet) en haar zoon Hans Aelgoet de huurders. Uit de penningkohieren van Etikhove uit 1571, bewaard in het stadsarchief van Gent: "De W(eduw)e Colaert haudt in pacht van joncheer Jan van Ladeuse de wintmuelene muelendam metg(aeders) twee dach(wan)t lants daermede gaende ende 60 r(oeden) lants daer dmuelenhuus opstaet voor 14 p. gr. Vl(aemsch) ende 6 halster cooren ts(jae)rs ghextemeert 19 p. 4 schell. par. ende voor donderhaut van cammen spillen boomen scheen ende de slete vande steenen 6 p. par., compt ts(jae)rs 194 p. par."
Het is ons niet bekend of de molen tijdens de troebelen op het einde van de 16de eeuw werd vernield. We pikken de draad weer op vanaf 1606. Dan was Le Cocq-Odemaer de huurder-molenaar. Zes jaar later was dit Pierre Teard.
We zien de molen aangeduid op:
- Fricxkaart (1712)
- Villaretkaart (1745-1748) met het symbool van een staakmolen en met de benaming "M(oul)in de Bosener"
- Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen enmet de benaming "Moulin d'Etichove"
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1842) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen en met de benaming "Bossenaermolen"
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "M(oul)in de Bossenaere"
- Kadstrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860) met een tekeningetje van een staakmolen en met de benaming "Bossenaer molen"
Soosynghien Vanderdonckt was vanaf 14 april 1745 de eigenaar (Staten van Goederen, p. 64, nr. 116).
Rond 1830 werd de molen in het bezit van molenaar Charles Vandergauwen.
Bij testament van 28 september1844 werd, bij het overlijden van Van de Poele, de molen overgemaakt aan het Bureel van Weldadigheid van Etikhove. Deze instantie verpachtte de molen met meegaande hofstede en erf, openbaar bij monde van notaris Wolfcarius op 18 augustus 1853. De pacht trad in op 1 januari 1854 en gold voor negen jaar.
Op 18 september 1862 was er opnieuw een openbare verpachting in het gemeentehuis, ditmaal door notaris De Vos uit Petegem. De pachtprijs werd bepaald op 557,52 frank per jaar boven de grondlasten. Er kwam nochtans geen nieuwe huurder opdagen en de "staeckmolen met draeyende en roerende wercken met medegaende erve groot 1 hectare 8 a. 74 ca." liet men door dezelfde notaris verkopen. De nieuwe eigenaar, sinds 2 oktober 1862, was Robert Vuye-Carlier, molenaar te Etikhove.
Einde mei 1867 brak een geweldig onweer boven de streek van Etikhove los en een plaatselijk weekblad weet te vertellen : "… Een hemellicht heeft ook in de molen Bossenare te Etikhove veel schade veroorzaakt, welke op de som van 4000 fr. gerekend wordt…". In een andere krant : "…is de bliksem gevallen te Etikhove en heeft aldaer twee zeilen van een windmolen afgeslaegen…"
Op 12 mei 1886 werd het molenerf verkocht aan Frederik De Bleeckere-Vuye, landbouwer te Etikhove (akte notaris Vandermeersch). Na het overlijden van vrouw Vuye op 3 april 1903 werden ook de kinderen mede-eigenaar. Deze kinderen deden op 29 mei 1922 afstand ten voordele van Odile De Bleeckere, molenaar te Etikhove (akte notaris Vandermeersch).
De windmolen werd op 12 juli 1928 verkocht aan Achiel Leo Noterman-De Bleeckere, landbouwer te Etikhove (akte notaris Vandermeersch). Deze zette meteen het "windmalen" stop en liet naast de windmolen een mechanische maalderij optrekken (zie hierna).
De houten windmolen zelf werd, ondanks de smeekbede van kunstschilder Valerius de Saedeleer, afgebroken op 12 april 1939. De molenkast hing geheel scheef en dreigde neer te storten. Eerst werden de roeden verwijderd, daarna werd de kast omgetrokken.
Naast de molen werd in 1928 een woning met voormalige mechanische maalderij opgericht. Het is een sober bakstenen dubbelhuis van twee bouwlagen, met de links aanpalende maalderij, onder doorlopend pannen zadeldak. Deze maalderij was aanvankelijk met vier maalstoelen aangedreven door armgas. Na de verkoop in 1938 werd de maalderij voorzien van elektrische drijfkracht. In de toen moderne kleinschalige landelijke maalderij maalde men per uur 250 à 300 kg voedergraan of tarwe tot bloem. De meeste klanten waren landbouwers. Het bedrijf ging over van vader op zoon en na Leon Noterman werd zijn zoon Marc de eigenaar. Marc bleef nog enkele jaren, maar zijn niet meer rendabel bedrijf van molenaar, wisselde hij in voor Boerenbond-verkoper van melen en dierenvoeders. Hij was de laatste van de "maalders" van Bossenare-molen… De maalderij werd in 1994 stopgezet. De technische installatie is thans vrijwel geheel verdwenen.
Lieven DENEWET & Julien VANDEPUTTE
Literatuur
Archieven
- Stadsarchief Gent, Penningkohieren Etikhove, 1571, f° 10 r°
- Fricxkaart (1712)
- Staten van Goederen, 1745, p. 64, nr. 116 (Soosynghien Vanderdonckt, 14 april 1745)
- Villaretkaart (1745-1748)
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1842)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadstrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860)
Werken
R. Castelein & P. Van Butsele, "De heerlijkheid Ladeuze en zijn bezitters te Etikhove (15e - 17e eeuw)", Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring te Oudenaarde, jg. 25, 1998, p. 197-209.
De Belgische Molenaar, XXXIV, 1939, nr. 23, p. 222.
Julien L. Th. Vandeputte, "De molens van het arrondissement Oudenaarde uit hun geschiedenis", Oudenaarde, 1974, p. 35-36.
Dirk De Merlier, De verrijzenis van de nieuwe Bossenaarmolen, in: Heemkring Maarkedal, 1997, nr. 1, p. 16.
Paul Bauters, Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen, Gent, Provinciebestuur, 1985.
Paul Bauters, Oostvlaams molenbestand 1986, Gent, 1986 (Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen. Bijdragen, nieuwe reeks, 25).
Foto Etikhove, de voormalige "Bossenaeremolen, in: Molenecho's, IX, 1981, nr. 6, p. 48.
J. De Brouwer, Houten molen te Impe, in: Ons Heem, XIII, 1959, nr. 5, p. 153.
M. De Gendt, Provincieraadslid Henderickx interpelleerde over de twee windmolens, in: Voorpost, XXX, 1977, nr. 42, p. 10.
Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas, in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2 (Gent, 1963).
Herman Holemans, Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten D-E, Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 1998, p. 72 (foto), 73.
Willy Bodequin, Etikhove. Een geschiedkundige beschrijving, Etikhove;
Dirk De Merlier, De verrijzenis van de nieuwe Bossenaarmolen, in: Businarias, Viermaandelijks tijdschrift van de Heemkring Businarias, Maarkedal, jg. 1, 1997, nr. 1, janaurai, p. 16 e.v., ill.;
Marc Vuylsteke, Uitreiking 'Oorkonde voor geslaagde restauraties' - De nieuwe Bossenaarmolen, in: Businarias, Viermaandelijks tijdschrift van de Heemkring Businarias, Maarkedal, jg. 2, 1998, nr. 1, januari, p. 13 e.v., ill.
Verbeeck M. & Tack A., Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Kanton Oudenaarde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15N2, Brussel - Turnhout, 1998.
Willy Bodequin, onuitgegeven heemkundige studie.
Persberichten
"Le mort d'un vieux moulin", Franstalige krant, april 1939.
J.V., De water- en windmolens van Etikhove en Leupegem, in: Het Volk, 26.9.1960;