Op 15 december 1876 kreeg Charles Gernaey, molenaar te Rumillies (Henegeouwen), de toestemming van de Bestendige Deputatie van West-Vlaanderen een houten graanwindmolen in Meulebeke op te richten. Vermoedelijk werd de molen van elders overgebracht.

De staakmolen werd in 1877 opgericht, in de Vijfstraat tegenover de Hulstboomstraat, op grond van landbouwer Joannes Maes. Deze Maes gaf op 14 september 1876 een onderhandse vergunning voor deze oprichting.

Charles Gernaey-Benoot kon op 22 september 1871 de grond verwerven waarop de molen stond (akte notaris Bosuyt). Na zijn overlijden op 9 september 1881 erfden zijn weduwe en kinderen de molen.

De staakmolen werd in 1914 vernield en niet meer heropgebouwd. De familie Gernaey maalde vanaf 1919 verder met een stoommaalderij, die inmiddels ook verdwenen is.

Lieven DENEWET & Gabriël HOUTHOOFD

Lieven Denewet & Luc Goeminne, Molenmakers in Vlaanderen. Het werkboek van Coussée uit Meulebeke, in Molenecho's Vlaams tijdschrift voor molinologie, jg. 22, nr. 3-4, 1994.
R. Germonprez, Het boek van Meulebeke, Meulebeke, 1982.
G. Houthoofd, L. Denewet & G. Baert, De windmolens van Meulebeke, Meulebeke, 1994.
H. Vanneste, Meulebeke, in F. Hollevoet e.a., Als straten gaan… praten. De roede van Tielt, Tielt, 2005.
Herman Holemans, "West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-O", Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 1999.
H. Vanneste, "Het andere Meulebeke. Een getekende terugblik", Meulebeke, 2007.
G. Callaert m.m.v. B. Boone  & S. Moeykens, Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Meulebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL38, 2008.