Oostmolen
Dudzele (Brugge), Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Oostmolen, Molen van de Oosthoek, Kleine Molen, Molen Lanckriet
- Ligging
- Stapelvoordestraat
8380 Dudzele (Brugge)
Damse Steenweg
600 m O v.d. kerk
kadasterperceel C225
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1314 (hout) / 1658 / 1856 (steen)
- Verdwenen
- ca. 1500 / 1937, sloop
- Type
- Staakmolen, later stenen windmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 3082
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De “Oostmuelne” was een aanvankelijk een staakmolen, later een stenen windmolen, gelegen aan de Damse Steenweg, bij de "Nieuwe Reke" en de villa Notterdam-Spriet uit 1928, op 600 meter ten oosten van de kerk van Dudzele.
Hij werd voor het eerst vernoemd in 1314: "int ambocht ende prochie van Dudzeele, noord over den wech, die strect van Jans moelne van Werden te Dudzeele waert".
Hij werd in 1447 vermeld in de Ommeloper van Reigaersvliet. Rond 1480 bezat de heer van Dudzele zes molenwallen, vier molens waren in werking: de Oostmolen, de Westmolen, de Eikemolen en de Pannemolen. De twee molenwallen waren die van de verdwenen Ricellemolen en de Berghmolen. De Oostmolen en het molenhuis stonden op 81 roeden cijnsgrond langs de huidige Stapelvoordestraat bij de Hoge Maet.
De Oostmolen, ook de "Kleine Molen" genoemd, raakte ca. 1500 buiten gebruik en werd gesloopt.
Pas in 1658 werd hij door een nieuwe vervangen.
Pieter Charlet, de zoon van Pieter en van Kathelijne Van Poucke, kocht in 1751 aan: de Kleine Molen met woonste van de molenaar, groot omtrent 81 roeden cijnsland behorende den Here van Dudzele, mede nog 52 roeden land zuid-oost van de molen, al liggende te Dudzele bij het dorp (dicht bij 'Het Kasteeltje', nu verkeerdelijk Schottenhof genoemd).
Apper drie jaar later, in 1754, verkocht Pieter Charlet de molen aan Joseph Beyts, zoon van Pieter.
Bij toestemming van de Bestendige Deputatie van de provincie West-Vlaanderen op 2 maart 1837 werd de staakmolen herbouwd als een stenen windmolen.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Gilliodts-Deroo Louis, eigenaar te Brugge.
- 20.07.1848, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Louis Gilliodts)
- 30.11.1848, deling: (van de grond) a) Gilliodts-Dewitte Pieter, eigenaar te Brugge en b) Gilliodts Julie Marie, weduwe Vandamme François; erfpachter is Vandenbussche-Kindt Pieter, molenaar te Dudzele (notaris Colu...)
- 03.04.1850, erfenis: (van het gebouw) Vandenbussche-Kindt, de weduwe (overlijden van Pieter Vandenbussche)
- 14.06.1851, deling: (van de grond) Gilliodts Julie Marie, weduwe Vandamme Frans, eigenares te Brugge (notaris Colu..)
- 18.08.1855, gift: (van het gebouw) Van Kerschaever Franciscus, molenaar te Dudzele (notaris Proot)
- 29.05.1869, verkoop: (van de grond) Van Kerschaever-Cattoor Francis Xaverius, molenaar te Dudzele (notaris Claerhoudt)
- 18.03.1895, verkoop: Eeckman-Borrem Hendrik, de weduwe, rentenierster te Brugge (notaris Pollentier)
- 07.12.1904, verkoop: Hoemaecker-Vandewalle Louis, molenaar te Dudzele (notaris De Vestele)
- 25.05.1921, verkoop: Van Houtte-Maelstaf Cyriel Joseph, molenaar te Dudzele (notaris De Puydt)
- 08.11.1927, verkoop: Lanckriet-Quartier Eduard Leopold, werkman te Dudzele (notaris De Puydt)
Naast de molen werd in 1913 een stoommaalderij gebouwd, maar er werd ook nog met de wind gemalen.
Onder de laatste molenaars vermelden we Louis Hoemaecker (1890-1920) en Cyriel van Houtte (tot 1927). Deze verkocht molen, erf en huis aan Edward Lanckriet. Hij maalde liever met de mechanische maalderij die naast de molen stond en stopte met malen met de wind in 1936. Een jaar later werd de molen definitief gesloopt. De rest van de molenwal ligt tussen de huisnummers 3 en 7 van de huidige Stapelvoordestraat.
Lieven DENEWET, Maurits COORNAERT & Herman HOLEMANS
Literatuur
Rijksarchief Brugge, Wettelijke Passeringen, Vrije Noord, register 16158, f° 120 v° en 16160, f° 95 v°.(aankoop molen door Pieter Cherlet in 1751, aankoop door Joseph Beyts in 1754)
Maurits Coornaert, Een overzicht van de molens in het Noordvrije, in: Liber Amicorum René De Keyser, Speciale uitgave, Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago, 1985, p. 43-78.
Johan Ballegeer, "Molens in de Zwinstreek", in Rond de poldertorens, jg. 47, nr. 2, 2005.
Johan Ballegeer & Paul Danneels, Dudzele in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1981.
Maurits Coornaert, De Molens in de Heerlijkheid Dudzele, in: Rond de Poldertorens, XXV, 1983, 2, p. 47-64.
Maurits Coornaert, Dudzele en Sint-Lenaart. De geschiedenis, de topografie en de toponimie van Dudzele tot omstreeks 1914, met een studie over de Sint-Lenaart-ommegang, Dudzele, 1985.
Lucien Dendooven, Dorpen in de Brugse Vlakte, 1954.
Luc Devliegher, De Zwinstreek (Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen deel 4), Tielt, 1970.
Albert Schouteet, De straatnamen van Brugge. Oorsprong en betekenis, Brugge, 1977
W. Wintein De ontwikkeling van Dudzele. Historisch-geografische schets van een Poldergemeente, in: Rond de Poldertorens, jaargang 9, nummer 1, 1967, pagina's I - 36.
S. Gilté, P. Van Vlaenceren & A. Vanwalleghem m.m.v. K. Dendooven, Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Brugge, Deelgemeenten Dudzele, Lissewege en Zeebrugge, 2006.
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten D-G", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1994.
Germain Vandepitte, "Oktrooi voor het bouwen van een korenwindmolen te Dudzele anno 1658", Rond de Poldertorens, XV, 1973, nr. 4, p. 115 e.v.
Germain Vandepitte, "Over de Oostmolen of Cleene Meulen te Dudzele", Rond de Poldertorens, XV, 1973, nr. 4, p. 149-151.
Johan Ballegeer, "Dudzele", i.o.p., n r. 69 en 70.
Jan Rotsaert, "Molenaars in de schaduw van de poldertorens. Een greep uit de genealogie Cattoor", Rond de Poldertorens, jg. 1972, 1, p. 13-28.