Schuddebeurzemolen

De Schuddebeurzemolen was een houten korenwindmolen op de hoek van de Bovekerkestraat en de Moervijverweg, een weinig ten westen van de aloude Steenstraat, op het gehucht de Schuddebeurze, zeer dicht bij de grens met Bovekerke en Handzame.

De staakmolen bestond al vóór 1342.

We zien hem aangeduid op:
- - een figuratieve kaart die in 1771 werd opgemaakt op initiatief van Jan Baptist en Francis Joseph Fraeys, eigenaars van de Dorpsmolen in Koekelare, tegen de oprichting van een nieuwe molen aan de Provinciebaan in Koekelare (aangevraagd door Francis van Bavinckhove uit Leke), met als bijschrift: "Schuddebeursemolen".
- de Ferrariskaart van ca. 1775 met het bruin symbool van een staakmolen
- de Atlas der Buurtwegen (ca. 1845)
- de topografische kaart Vandermaelen (ca. 1850), onder de benaming "Schuddeborze Molen".

Ludovicus Bruneel was er molenaar in 1771. In dat jaar protesteerde hij, samen met andere molenaars, tegen de aanvraag van Engelbert Frans van Bavinckhove om aan de huidige Provinciebaan in Koekelare een nieuwe molen op te richten (zie: Koekelare, Drie Zottenmolen).

Rond 1830 was Pierre Deschipper de eigenaar-molenaar . Op 28 juni 1842 kwam de molen in bezit van Pieter Carbonez, landbouwer te Koekelare. Hij werd opnieuw verkocht op 2 juli 1856 aan Philippus Van Hevel, landbouwer te Moere. Als laatste eigenaar staat Karel Logghe, landbouwer te Koekelare, bekend. Hij werd eigenaar van de molen op 5 oktober 1886.

Na de plaatsing van een stoommaalderij in 1890, werd de windmolen in 1891 gesloopt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1888. Twee verzoekschriften van Engelbert Francis van Bavinckhove uit Leke voor de oprichting van een koren- en oliewindmolen aan de Provinciebaan in Koekelare. Akte voor Jan Baptist & en Francis Joseph Fraeys uit Koekelare, gezamenlijke eigenaars van de Dorpsmolen in Koekelare, waarbij hen toegestaan werd dat niemand in Koekelare een andere graanmolen mocht oprichten, 14.09.1771, met figuratieve kaart van de molens van Koekelare en omgeving, 1771.

Werken
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1980, Deel IV, Gemeenten K-L, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1997.
Jean-Marie Lootens, Moleneigenaars te Koekelare, in: Infogids Koekelare: de Mokker – Bovekerke – Zande 1995-1997, Koekelare, 1996, p. 123.
Raf Seys, "Heemkundige kroniek. De Koekelaarse windmolens", in: De Spiegel (Annuarium VII van de O.V.K. Rijksmiddelbareschool Koekelare), 1968, p. 134-137;
P. Vanneste & S. Baert S. m.m.v. B. Boone, S. Creyf  & M. Vranckx, Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West- Vlaanderen, Gemeente Koekelare met deelgemeenten Bovekerke en Zande, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL46, 2010.
K. De Flou, Woordenboek der Toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel 2, Brugge, 1921, kolom 567-568, 572-573.
M. Dewilde & G. Staelens, Bovekerke en z'n kerktoren, in Spaenhiers. Jaarboek, jg. 6, 1998, p. 105-119.