Zwevezele (Wingene), Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Naam
- Meiboommolen, Reynaertsmolen, Molen Reynaert, Molen Vanrenterghem
- Ligging
- Meiboomstraat 57
8750 Zwevezele (Wingene)
1,3 km ZW v.d. kerk
kadasterperceel D29
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- 1842
- Verdwenen
- 1953 - juni, onttakeld / 1994 - eind juni, sloop romprestant
- Type
- Staakmolen, later stenen windmolen
- Functie
- Korenmolen, oliemolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 2922
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Meiboommolen, Reynaertsmolen of molen Vanrenterghem (naar de eigenaars-molenaars) was een stenen stellingmolen, ingericht als koren- en oliemolen, in de Meiboomstraat 57.
Frans Van Renterghem , geboren te Zwevezele op 28 februari 1711, zoon van Passchier en Maria Francisca Van Cappenolle, was gehuwd met Francisca De Cloedt en bewoonde de hofstede sectie D nr. 211 ("hofstede De Keijser in de jaren 1970-1980). De oudste zoon Jan (°Zwevezele 31 maart 1799) ging helpen op de molen van zijn tante Joanna Maria van Renterghem die gehuwd was met molenaar Karel De Pré die de Rickmolen van Zwevezele bezat. Later heeft Jan die molen voor eigen rekening uitgebaat. Maar de dochter van Karel De Pré, Eugenie (°Zwevezele 1802) huwde met dokter Hubert Pattyn, zodat de molen zijn eigendom werd. Jan Van Renterghem wilde ook zijn eigen molen hebben. Hij was gehuwd te Zwevezele op 16 november 1825 met Maria Theresia De Jonghe uit Koolskamp en was 44 jaar toen hij op 11 november 1843 zijn aanvraag deed om een molen te mogen bouwen. Zijn oudste zoon Désiré (°Zwevezele 20 juli 1826) was er 12.
Vader Frans Van Renterhgem was op het moment van de aanvraag al 72 jaar en had zijn hofstede "Bertenvelde" op het kadasterperceel sectie D nr. 211 en E9b verkocht aan Felix Du Jardin uit Brugge om met dat geld de nieuwe molen, die wel zo'n 15.000 frank kostte, te kunnen bouwen voor zijn zoon Jan. Ze hebben daarvoor het perceel sectie D n r. 29, E8b, groot 73 aren 20 centiaren, aangekocht. Juist daarnaast lag een klein perceel, sectie D nr. 27, met ernaast het huis van kuiper Jan De Puydt en op de Poppkaart staan op dat perceeltje de vier teerlingen getekend van een staakmolen, met ernaast de worden: "dés d'un moulin démoli", dus teerlingen van een gesloopte molen. Dat wijst op het gegeven dat aanvankelijk op dat perceel een staakmolen werd gebouwd, maar dat Jan Van Renterghem na amper enkele jaren op perceel sectie D nr. 29 een nieuwe stenen stellingmolen (ingericht als koren- en oliemolen) liet bouwen. Het molentechnisch werk werd uitgevoerd door molenmaker Jan Wybo uit Zwevezele, die gehuwd was met een tante van Jan Van Renterghem.
De molen draaide voor de eerste maal op 15 augustus 1842. Nochtans had hij pas op 27 april 1843 de officiële toelating gekregen van de Bestendige Deputatie van de provinice West-Vlaanderen.
Fransiscus Van Renterghem liet op het molenerf in 1842-1843 ook een ‘huis’ met een achterliggend haaks nutsgebouw bouwen.
Opeenvolgende eigenaars:
- 1842, opbouw: Van Renterghem Franciscus en kinderen
- na 1851, erfenis: de kinderen (overlijden van Franciscus Van Renterghem)
- 24.01.1861, deling: a) Van Renterghem Charles, landbouwer te Zwevezele en b) Van Renterghem Julia, landbouwster te Zwevezele (notaris Vuylsteke)
- 1869, erfenis: Van Renterghem Julie, landbouwster te Zwevezele (overlijden van Charles Van Renterghem)
- later, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Julie Van Renterghem)
- 30.09.1880, verkoop: Van Halteren-Gorremans Charles Paul Marie, notaris te Brussel (notaris Deneckere)
- 27.11.1895, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Charles Van Halteren)
- 04.11.1928, erfenis: de kinderen (overlijden van de weduwe Gorremans van Charles Van Halteren)
- 21.03.1929, verkoop: Reynaert-Van Renterghem Aloïs Jan, landbouwer te Zwevezele (notaris De Baets)
- 14.11.1940, erfenis: de weduwe en de kinderen, waaronder Daniël (overlijden van Aloïs Jan Reynaert in de stormnacht)
Désiré Van Renterghem huwde met Maria Van Hove uit Beernem en had 11 kinderen, net als zijn vader. De oudste zoon Victor Van Renterghem huwde te Ruddervoorde op 20 april 1885 met Leonie Beuselinck, maar ook diens broer Richard zou nog op de molen blijven. De oudste dochter van Victor, Hortence, huwde op 14 februari 1922 met Aloïs Reynaert uit Kachtem, die de nieuwe molenaar werd. Zo ontstond de benaming Reynaerts molen.
De stenen stellingmolen bevond zich ten zuidwesten van het woonhuis. In 1930 vermeldt een mutatieschets de constructie van een ‘maalderij met mazout’ ten noordwesten van de windmolen.
Molenaar Aloïs Reynaert bracht er rond 1935 zelf een verdekkering op die er echter terug af moest. Hij vond zijn dood in de stormnacht van 14 november 1940. Hij wilde de slaande vensterluiken vastleggen en werd verpletterd onder een neerstortende topgevel van zijn molenhuis.
De windmolen werd kort na de tweede wereldoorlog stilgelegd en werd in 1953 onttakeld. Het onderste gedeelte van de romp bleef nog over en werd als bergruimte gebruikt. Deze werd eind juni - begin juli 1994 gesloopt, om plaats te maken voor een varkensstal. Door bemiddeling van Lieven Denewet van Molenzorg Vlaanderen vzw werden de oliepletstenen (ligger en lopers) in oktober 1995 vervoerd naar de Grote Macht in Moorsele.
De "Molensite Reynaerts molen" werd op 5 oktober 2009 vastgesteld als bouwkundig erfgoed.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Bouwkundige beschrijving van de molenhoeve (Agentschap Onroerend Erfgoed)
De molenhoeve bestaat uit vrijstaande bestanddelen in haakse opstelling rond een begraasd erf. Toegankelijk via verharde oprit. Ten noorden van het erf, aan de straat gelegen, molenaarshuis. Verankerde, rode baksteenbouw van zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (blauwe, geglazuurde, mechanische pannen). Begane grond met rechthoekige muuropeningen onder licht getoogde strek, verdieping met rondboogvensters onder strek, vernieuwd houtwerk. Vernieuwde echter zijgevel. Ten westen van het erf, oorspronkelijk boerenhuis nu omgevormd tot stal. Verankerde, lage rode baksteenbouw van drie traveeën onder gemansardeerd zadeldak (rode, mechanische pannen) met links en rechts een aanbouw onder lessenaarsdak (golfplaten). Aangepaste muuropeningen. Rechter zijgevel met rondbogige beeldnis.
Literatuur
Archieven
Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Zwevezele, 1848/52, 1932/26.
Werken
A. Vandewiele, Zwevezele. Deel 1. De Parochie Zwevezele tot 1795, Zwevezele, 1981.
A. Vandewiele., Zwevezele. Deel II. De Gemeente Zwevezele tot 1940, Zwevezele, 1981, p. 263-265, 382.
G. Lams & A. Vandewiele, Een verleden voor mensen van heden. Wingene en Zwevezele door de jaren heen, Roeselare, 1990.
Lieven Lams, Markante gevels van woningen te Wingene en Zwevezele, in Ons Wingene, jaarboek 6 (deel 2), 2003, p. 84.
Chr. Devyt, "Onze windmolens in 1953", Biekorf, 1953.
Lieven Denewet, "Al 11 Vlaamse molenrompen gesloopt sinds 1990", Molenecho's, XXIII, 1995, 4, p. 207.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten V-Z , Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2005.
S. Gilté S. & S. Baert S. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Wingene, Deelgemeente Zwevezele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL43, 2009.
"De molens van Zwevezele", Het Houtland, jg. 1972, p. 5-11.
Marcel Callewaert, "Ken uw dorp", Zwevezele waakt, 1957-1962; Ik Dien, 1963-1964, afl. 8.
Mondelinge getuigenissen
Daniël Reynaert, zoon van molenaar Aloïs Reynaert, Gits.
Mailberichten
John Verpaalen, Roosendaal, 31.08.2018.