Stijns molen
Passendale (Zonnebeke), Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Stijns molen, Molen Noyez
- Ligging
- Passendalestraat
8980 Passendale (Zonnebeke)
westzijde
vroegere Spanjestraat
nabij de Martinegatstraat
kadasterperceel D676d
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- 1845
- Verdwenen
- 1913, onttakeld / 1917, oorlog
- Type
- Stenen stellingmolen
- Functie
- Koren- en oliemolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 2726
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
Stijns molen of Noyez' molen was een statige hoge stenen graanmolen met een ijzeren gaanderij, ingericht als koren- en oliemolen.
Hij stond op de westzijde van de Passendalestraat, de vroegere Spanjestraat, op zowat 300 meter ten zuiden van de kerk, Hij stond dicht bij de aanzet van de Martinegatstraat die voor de eerste wereldoorlog wel dichter naar de kerk toe lag, De molen kreeg die naam door zijn geliefde molenaar Justin ("Stijn, Stien") Noyez, tevens gemeenteraadslid, schepen en eerste naoorlogse burgemeester. Voor de molen stond het woonhuis en tevens herberg “Café de Commerce”.
De molen werd gebouwd na toelating van de Bestendige Deputatie van de provincie op 17.08.1844 aan Petrus Francis de Forche. Vanaf 1846 was de molen gebruiksklaar. Zijn zoon Placidus werd aangeklaagd voor vrijwillige slagen en verwondingen. Voor het Assisenhof van West-Vlaanderen" stond Placidus de Forche fs. Francies, oud 23 jaar, geboren en wonend in Passendale, "mulder", terecht. De aanklacht luidt dat hij op 12 oktober 1845 's avonds vrijwillig een zware slag zou hebben toegebracht aan Ludovicus de Capmaecker, die meer dan 20 dagen werkonbekwaam bleef. Placidus werd evenwel vrijgesproken.
De molen werd in 1853 verkocht aan Philippe Jacobus Duthoy. Na diens dood in 1871 kwam de molen tijdelijk in handen van zijn dochter en schoonzoon Desiderius Van Lauwe uit Oostnieuwkerke en het jaar erop kwam hij door een ruiloperatie in handen van molenaar Frans Decramer-Decoodt.
Op 6 augustus 1885 kocht handelaar Justin Noyez-Volckaert de molen (waarin ondertussen ook olie werd gewonnen) uit de nalatenschap van de ondertussen overleden Frans Decramer. Mechanische maalderijen, die niet afhankelijk waren van de wind, begonnen de windmolens na de eeuwwisseling naar de kroon te steken en ook Stijns molen viel stil in 1913. De kap en de wieken werden verwijderd. Het oorlogsgeweld deed de rest en na de Slag van Passendale in 1917 bleef nog slechts een grote hoop puin over.
Na de oorlog kwam de eigendom in handen van de familie Pieter Cruyt-Debruyne, landbouwer te Menen, later van Marcel Devoldere en Pierre Decat. De molen werd niet heropgebouwd maar vervangen door een mechanische maalderij. Later kwam Lucien Vandenbussche, zoon van molenaar Sylvère van de Keibergmolen van Beselare, zich vestigen in de handel van veevoeders, granen en meststoffen. In 2004 werd de Zonnebeekse schepen Dirk Sioen-Talpe de nieuwe eigenaar van de oude molensite.
Lieven DENEWET & Gabriël VERSAVEL
Aanvullende informatie
NVZ, "Einde van een tijdperk: café Carolus moet plaats maken voor appartementen", Krant van West-Vlaanderen, 09.10.2020.
Passendale - Met de afbraak van café Carolus op de hoek van de Passendalestraat en de Statiestraat is het straatbeeld van Passendale totaal veranderd. De Carolus maakte plaats voor appartementen.
Café Carolus was destijds een echt volkscafé en was de thuishaven van veel verenigingen. Zittend op het terras had je een mooi uitzicht op de markt. De eerste herberg op de plaats waar de Corolus stond, had als naam ‘De Zwaen’. Daarvan is echter nog weinig terug te vinden. Voor de Eerste Wereldoorlog was er op die plaats geen herberg te vinden. In 1941 liet de familie Noyez-Wybo er een herberg-beenhouwerij bouwen, ’t Hof van Commerce. Die bleef er tot 1965, maar de beenhouwerij bleef nog enkele jaren doorgaan. Dezelfde familie had voor de oorlog nog een herberg ‘La Commerce’ nabij de molen langs de Steenweg. De Steenweg kreeg werd later Spanjestraat en heet nu Passendalestraat. Na de oorlog werd dit café overgebracht naar de Statiestraat in de buurt van slachthuis Noyez. In diezelfde straat was er voor de oorlog ook een herberg ’t Hof van Commerce.
Hoogdagen
In 1992 sloot de beenhouwerij definitief haar deuren en kwam er een café in de plaats: Carolus. Deze werd het eerst uitgebaat door Johny Notredame en Carine Lesage. Zij gaven een naam aan het café, wellicht een verwijzing naar de biersoort. In 2001 werd Anja Corneille de nieuwe bazin en kende de Carolus een grote bloei. Het was toen de thuishaven van een biljartclub, minivoetbalploeg, motorclub en meer. Het café werd zelf uitgebreid met een frituur. Toen Anja in 2010 stopte, kwamen nog diverse uitbaters, maar de hoogdagen waren voorbij. Het café sloot zelfs. Toen Anja Corneille, de tweede uitbaatster, hoorde dat het café zou afgebroken worden, kwam ze even terug om de laatste vaten te tappen en afscheid te nemen van het gebouw. Nu valt het doek definitief, de vroegere beenhouwerij en herberg maakt plaats voor appartementen. Een stukje nostalgie voor vele inwoners van Passendale. Het dorpsgezicht van Passendale zal na de bouw van de appartementen moderner en eigentijdser ogen. (NVZ)
Literatuur
Gazette van Gent, nr. 4742 van 8 april 1846 (Placidus de Forche voor het Assisenhof, 1846)
Jozef Maes, De Oude Windmolens van Passendale in: De Belgische Molenaar, LXIII, 1968, nr. 18, 23.
Gabriël Versavel, "Passendale en omliggende door de eeuwen heen", Het Zonneheem, XIV, 1984, 1, p. 5-16; 3, p. 2-14.
Gabriël Versavel, "Passendale 1914-1918. Met hulde aan de gesneuvelden en oudstrijders", Passendale, 1968².
Gabriël Versavel, "Passendale. Geschiedenis", Het Zonneheem, VII, 1978, nr. 2.
H. Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten P-R", Rotem, 2001.
Paul Huys, "Molensprokkelingen van anderhalve eeuw geleden", Molenecho's, jg. 30, 2002, 1, p. 50-53 (51).
NVZ, "Einde van een tijdperk: café Carolus moet plaats maken voor appartementen", Krant van West-Vlaanderen, 09.10.2020.