Molenechos's Homepage Molenechos.org

Passendale (Zonnebeke), Vlaanderen - West-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
s Graventafelmolen, Vivers molen
Ligging

Schipstraat 24


8980 Passendale (Zonnebeke)
's Graventafel kad. D1104
Vlaanderen - West-Vlaanderen
Gebouwd
voor 1710
Verdwenen
1914 - 21 oktober, oorlog
Type
Staakmolen met open voet
Functie
Korenmolen, oliemolen
Bescherming
niet,
Database nummer
2724
© Schilderij door Michel Vandevivere, Zonnebeke, de jongste zoon van de laatste molenaar Evarist. Privé-collectie.

Beschrijving / geschiedenis

’s Graventafel, een gewezen leengoed, herberg en wijk, is één van de oudste toponymen (plaatsaanduidingen) van Passendale.

Al in 1710 is er melding van “sgraventafelmeulen” langs een “straetkin” dat loopt van “sgraventafele” naar Becelaere (de huidige Schipstraat). Het was een houten staakmolen op teerlingen waarin graan werd gemalen en olie geslagen.

Vóór 1834 was Jeanne Claire Vanseghen uit Ieper de eigenaar van de molen. Ze had de molen gekocht op 22 juli 1826 ‘by exécutie’. Bij de molen hoorde een bakkerij. De huurder-molenaar was toen Josephus Baelde. Hij werd enkele jaren later opgevolgd door Pierre Baekelboom. Op 7 mei 1834 wordt Franciscus Decoene, een goudsmid uit Ieper, de nieuwe eigenaar en in maart 1839 wordt de molen verkocht aan Théodore Carolus Franciscus Donny-Van Dale.

In “De Standaard van Vlaanderen” van 18 maart 1848 lezen we dat op vrijdag laatstleden een kind van de molenaar van omtrent vier jaar oud, dat te dicht bij de molenwieken aan het spelen was, het hoofd werd afgehakt.

Op 3 september 1864 kreeg de molen een nieuwe eigenaar, namelijk Bruno Spillebout-Carpentier, een beambte uit Ieper. Gedurende 25 jaar bleef de molen in zijn handen, later zijn weduwe en daarna de kinderen. Op 27 juni 1889 werd hij dan, om uit onverdeeldheid te treden, verkocht aan Camiel Vercruysse-Vandenbroeck, een handelaar uit Kortrijk.

In 1890 nam Evarist Vandevivere (° Zonnebeke 16.12.1861), toen nog vrijgezel, de molen van ’s Graventafel over. De molen was behoorlijk vervallen maar Evarist die het beroep van mulder en molenmaker geleerd had van zijn vader Désiré, de molenaar van de Frezenbergmolen te Zonnebeke, maakte zelf de molen weer maalvaardig. Hij vestigde er opnieuw een bakkerij bij en baatte er eveneens een hoeve uit van vier à vijf hectare. Enkele jaren later deed hij opnieuw verbeteringswerken aan de molen zoals het toemetsen van de ruimte tussen de teerlingen. In 1895 huwde hij met Maria Devos, een boerendochter van de laatste hoeve van Zonnebeke, richting Ieper (later Luc Delva-Capelle).

Opnieuw gebeurde een vreselijk drama op de molen. Het oudste kindje van het gezin, de vierjarige Gaston werd op 5 augustus 1899 dodelijk getroffen door de draaiende wieken. Hij bracht met zijn kruiwagentje de scherphamers naar de molen. Ze waren juist terug van bij de smid. Het kind werd door een wiek gegrepen en een heel eind verder neergesmakt. Het was op slag dood. Het echtpaar kreeg nog zes kinderen maar kwam deze schok nooit meer echt te boven.

Op 20 oktober 1914 moest het gezin Vandevivere op de vlucht voor de oorlog. De nacht erop brandde de molen volledig af tijdens hevige gevechten op ’s Graventafel. Moeder Maria stierf tijdens de vlucht te Oostvleteren op 12 maart 1915. Ze was amper 54 jaar geworden. Uiteindelijk kwam de rest van het gezin terecht in Villejoubert (bij Angoulême) in de Charente in Frankrijk.

Na de oorlog kwam Evarist niet meer terug naar de ’s Graventafelmolen want er lag in mei 1920 nog geen verharde weg naar die omwoelde plek. Hij had wel klare kijkers in de kop want samen met zijn broers begon hij klei te ontginnen op de geboortegrond op de Frezenberg om bakstenen te bakken. Het bedrijf had weldra vijftien mannen in loondienst. In 1921 moderniseerde hij de steenbakkerij met de installatie van een motor. Deze ging hij s’ avonds ook gebruiken om haver te ‘slinderen’ voor de paarden. Dit was meteen de aanvang van de nieuwe maalderij Vandevivere op de Frezenberg. Na de episode van de bakstenen (tot 1924) werd de maalderij weer bron van welvaart. Evarist overleed er op 10 juli 1927.

De ’s Graventafelmolen lag ongeveer 200 m van het kruispunt, rechts langs de Schipstraat richting Langemark helemaal tegen de straatkant. De molenaarswoning en de hoevegebouwen samengaand met de molen lagen zowat 50 m landinwaarts (Korek). Waar de molen stond woont nu mevr. Helena Donche-D’Hulster. In 2005 werden nog restanten gevonden van de terracottavloer van het molenhuis tijdens de gedeeltelijke ontmanteling van een bunker die in het interieur van het molenhuis was gebouwd tijdens de Eerste Wereldoorlog (detail van een Britse oorlogskaart).

Jozef Maes, Gabriël Versavel, Herman Holemans

's Graventafel is een gewezen leengoed, herberg en wijk te Passendale. Reeds in 1710 is er een vermelding van "sgraventafelmeulen" langs "het straetkin dat loopt van sgraventafele naar Becelaere", de huidige Schipstraat. Het was een houten staakmolen op teerlingen waarin graan werd gemalen en (een korte periode) olie geslagen zowat 200 m rechts voorbij het s' Graventafelkruispunt, richting Langemark.

Vanaf 1826 was Jeanne Claire Vanseghen uit Ieper de eigenares van de molen. Na haar waren Franciscus Decoene uit Ieper (1834 - 1839), Théodore Donny-Vandaele (1839 - 1864), Bruno Spillebout-Carpentier uit Ieper (1864 - 1889)en Camiel Vercruysse-Vandenbroeck uit Kortrijk (vanaf 1889) de eigenaars. Gekende molenaars waren Joannes Verfaillie, Josephus Baelde, Pierre Raekelboom, Frans Devoghel. Het was er ook bakkerij. In 1890 werd Evarist Vandevivere uit Zonnebeke de nieuwe huurder-molenaar. Voor hem was thuis geen plaats meer op de Frezenbergmolen te Zonnebeke (te veel broers). Hij was eveneens molenmaker en hij restaureerde de vervallen molen. Hij baatte ook een boerderij uit van 4 à 5 ha in de onmiddelijke omgeving. In 1895 huwde hij de Zonnebeekse boerendochter Maria Devos. Op 5 augustus 1899 werd hun oudste kindje Gaston dodelijk getroffen door de draaiende molenwieken.

Op 21 oktober 1914 (daags na 'de vlucht') werd de molen door de Duitsers in brand gestoken tijdens hevige gevechten rond 's Graventafel. Na de oorlog keerde Evarist niet meer terug naar 's Graventafel. Hij startte met zijn broers een steenbakkerij aan de Frezenberg te Zonnebeke. Hij overleed op 10 juli 1927. De grond waarop de 's Graventafelmolen en de hoeve gebouwd waren (maar na de oorlog niet meer heropgebouwd werden) werd in 1928 door de weduwe Vercruysse-Vandenbroeck verkocht. Later werd hij eigendom van Maurice Vandepitte.

In 2005 werden nog restanten gevonden van terracottavloer van het molenhuis tijdens de gedeeltelijke ontmanteling van een bunker die in het interieur van het huis was ingebouwd tijdens de Eerste Wereldoorlog. Er bestaat een schilderij door Michel Vandevivere (Zonnebeke), de jongste zoon van de laatste molenaar.

F. Bostyn & F. Declercq

Literatuur

Jozef Maes, De Oude Windmolens van Passendale in: De Belgische Molenaar, LXIII, 1968, nr. 18, 23.
Gabriël Versavel, "Passendale en omliggende door de eeuwen heen", Het Zonneheem, XIV, 1984, 1, p. 5-16; 3, p. 2-14.
Gabriël Versavel, "Passendale 1914-1918. Met hulde aan de gesneuvelden en oudstrijders", Passendale, 1968².
Gabriël Versavel, "Passendale. Geschiedenis", Het Zonneheem, VII, 1978, nr. 2.
H. Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten P-R", Rotem, 2001.
F. Bostyn & F. Declercq, "'s Graventafel - Korek, 4 oktober 1917: historisch-archeologisch onderzoek van een Nieuw-Zeelandse episode uit de Slag van Passendale", Het Zonneheem, jg 36, 2007, nr. 3, p. 10-22.
John Verpaalen, "Molens in de Frontstreek", Veurne, De Klaproos, 1995.