Eigenbilzen (Bilzen), Vlaanderen - Limburg
- Naam
- Zangerheimolen, Zangerheidemolen, Kasteelmolen, Molen van het Haenengoed
- Ligging
- Zangerheistraat 24
3740 Eigenbilzen (Bilzen)
noordzijde
grens met Hoelbeek
op de Kriekelbeek of Molenbeek
kadasterpercelen A39 (graanmolen),
A40d (zaagmolen)
A135 (te Hoelbeek)
Vlaanderen - Limburg
- Geo positie
- 50.892166, 5.560581 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Peters Jef & Dello Jeanny; mevr. Peters-Paili Madeleine
- Gebouwd
- voor 1390 / 1844 / 1865 / 1911
- Type
- Bovenslag watermolen
- Functie
- Korenmolen, zaagmolen
- Kenmerken
- Sterk verbouwd
- Gevlucht/Rad
- Houten bovenslagrad
- Inrichting
- Nog wateras met gietijzeren aswiel
- Toestand
- Gerenoveerd tot woning; thans boomkwekerij Heyeveld
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd, wel op vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Niet toegankelijk
- Database nummer
- 270
- Ten Bruggencatenummer
- 50270
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Zangerhei(de)molen, Zangerijmolen of molen van het Haenengoed is een vroegere dubbelmolen aan de noordzijde van de Zangerheistraat (nr. 24), op de Molenbeek, Kriekebeek of de Kriekaart. Vroeger was het een dubbelmolen: het verdwenen molengebouw op de andere oever stond op het grondgebied van Hoelbeek (Bilzen).
De molennaam is afkomstig van de man die daar destijds op de hei woonde en die in Maastircht de kerkdiensten met orgelspel en gezang opluisterde.
De inplanting is oud: eerste vermelding in 1390. Een gebouw op deze plaats is reeds aangeduid met rode kleur (dus in steen) op de Ferrariskaart (ca. 1775), maar niet als watermolen vermeld. Een gebouw van kleinere omvang is weergegeven in de Atlas van de Buurtwegen (1845).
We vinden hem terug in de oudste documenten van het Belgisch kadaster (is in Limburg: tien jaar later dan elders in ons land). De eigenaars waren de kasteelheren van het kasteel Zangerhei (Zangerheistraat 101 - zie bijlage). Zij bezaten eveneens de meer oostelijk gelegen Kriekaartmolen op dezelfde waterloop.
Eigenaars:
- 1423, eigenaar: Aert Haen, zoon van Gielis van Elderen
- tot 1457: Anoldus Haenen
- 04.10.1457, deling: Egidius van Vlijtingen, zoon van Arnold Haenen
- tot 1556: Johan Booden
- 11.07.1556, verkoop: Johan van Merssen, Maastricht
- 04.03.1558: Jasper van den Dijck, kannunnik van Sint-Servaas te Maastricht
- later: neef Arnold de Heusch, eerste heer op de Zangerij te Eigenbilzen, gehuwd in 1572 met Catharina van Heynsdael
- 04.02.1603, erfenis: zijn weduwe (Catharina van Heynsdael) en kinderen (overlijden van Arnold de Heusch)
- later: zoon Willem (Guillelmus) de Heusch (°Eigenbilzen 1574 - + Sint-Truiden 1646), gehuwd in 1604 te Sint-Truiden met Maria van Henisdael uit Kerkom (+Eigenbilzen, 1639)
- 1646, erfenis en na deling: zoon Arnould de Heusch (°Eigenbilzen 1605 - +Sint-Truiden 1663), gehuwd in 1642 met Katrien van den Borcht (+Sint-Truiden 1669)
- 1669, erfenis en na deling: zoon Ernest Guillelmus de Heusch (*Eigenbilzen 1643 - +Munsterbilzen 1720), huwde 4 keer
- 1720, erfenis en na deling: zoon (uit het 3de huwelijk) Arnold François de Heusch (1688 - + Eigenbilzen 1746), gehuwd met Anna Maria Mechtildis de Baussele
- 1746: zijn weduwe Anna van Baussele (1697-na 1765) (overlijden van Arnold François de Heusch)
- 1765, verdeling: zoon Jean Louis Charles de Heusch (Eigenbilzen, 1723-1775), gehuwd met Ida Francisca Maria Hyacinthe Catharina van Scherpenzeel
- 1793: erfenis en na deling: zoon Raphaël-Adrien-Arnold de Heusch (°Eigenbilzen 1755), gehuwd in 1803 met Elisabeth Steegen (°Eigenbilzen 1764 - + Wijer 1825), dinestmeisje op het kasteel
- 1811, verkoop: Gerard Gery Colpin-Roemers (°Valenciennes 1772 - Eigenbilzen 1836), "zwartgoedkoper", burgemeester van Eigenbilzen van 1816 tot 1829
- 1836, erfenis: Caroline Colpin (1808-1882), gehuwd in 1833 met Baltus (Balthazar) Cruts uit Amby (NL)
- 1882, erfenis:
a) Hortense Rosalie Cruts, geboren te Luik op 3 maart 1836 en overleden op Zangerij op 14 juni 1903. Zij huwde in 1861 op het kasteel met Rodolphus Marie Joseph, baron de Lamberts Cortenbach, geboren te Terkelen bij St.-Truiden op 16 oktober 1837 en overleden te Maastricht op 3 december 1914. Hij was de zoon van Werner Joseph de Lamberts Cortenbach en van Maria Theresia de Bex (voor 2/3)
b) Cruts Anna Maria Emerentia Cruts, geboren op het kasteel van Zangerij,op 2 juli 1840 en overleden te Amby op 27 januari 1890. Zij huwde in 1860 met Breuls de Tiecken, advocaat aan het beroepshof te Luik. Hij was afkomstig van Leuven en woonde te Kiewit-Gellik.Mevrouw Marie Emerece, had haar man de heer Eduard Breuls, advocaat en plaatsvervangend rechter bij de rechtbank te Tongeren, aangeklaagd bij de burgerlijke rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement Tongeren (voor 1/3)
- 1884, deling: Rodolphe Auguste de Lamberts - Cortenbach, geboren te Eigenbilzen op 2 september 1868 en overleden te Brussel op 30 augustus 1917. Hij huwde in 1913 met Madeleine de Festraets (1876 - 1958). Het gezin had geen kinderen. Rodolpe Auguste de Lamberts-Cortenbach is de laatste bewoner geweest van het kasteel Zangerij.
- 1920, deling: a) de Lamberts Cortenbach baron Rudolf, rentenier te Eigenbilzen, b) de Lamberts Cortenbach Sophie Marie Clothilde (1870-1932), rentenierster te Eigenbilzen
- 02.05.1932, erfenis: de Lamberts Cortenbach baron Rodolf- 1949, verkoop: sa Compagnie immobilière de Belgique te Brussel
- 1951, verkoop: Cosemans-Schoups Eugène, tuinier te Alken
- 1958, verkoop: Jeuris-Cosemans Arthur, de weduwe, landbouwster te Hoelbeek
- 1973, deling: Jeuris-d'Haeyere Gerard, te Hoelbeek
- 23.05.1979, verkoop: mevr. Peters Pauli Magdalena & dhr. Peters Joseph en echtgenote Dello Jeanny.
Uit de huwelijksakte van Mathijs Hechtermans met Anna Elisabeth Delnoy op 5 februari 1831 (Gemeentearchief Bilzen, Burgerlijke Stand Eigenbilzen, Huwelijken 1831, akte 5) blijkt dat deze Mathijs molenaar was op de Zangerheimolen. Hij verbleef op de molen, terwijl zijn vrouw te Lanaken. Ook uit de geboorteaktes van zijn kinderen en uit de bevolkingsregisters van Lanken bleek deze dubbele woontoestand.
Mathijs Hechtermans was geboren te Vliermaal op 15 juli 1803 (akte 12) en overleed te Lanaken op 18 april 1882 (Registers Burgerlijke Stand Lanaken, Overlijdens, akte 16). Zijn vader was geen molenaar en geen enkele van zijn drie zonen zette het maaldersberoep verder. Mathijs zelf was molenaar op Zangershei van 1830 tot 1868, toen hij op rust ging. Wellicht kwam hij met zijn vrouw Anna Delnoy in kennis via haar broer die koetsier was op het kasteel van Zangershei.
De Bestendige Deputatie van de provincie Limburg keurde op 22 november 1848 de vastgestelde pegelhoogte van 1,200 meter goed. De pegelhoogte van de tegenover gelegen molen bedroeg slechts 1,1 meter. De toenmalige eigenaar was Caroline Colpin, de weduwe van Balthazar Cruts.
Het oudste molengebouw dateert oorspronkelijk van voor 1390. Hiervan zijn geen sporen meer op te merken. Hij werd herbouwd in 1865. In 1893 en 1910 vonden vergrotingen plaats. In 1909 werd in het molengebouw op Hoelbeek een stoommachine geplaatst, maar er werd ook nog met waterkracht gemalen. Wellicht voldeed die stoommachine niet, want een jaar later (1910) werd deze vervangen door een petroleummotor.
De verschillende molengebouwen:
* op perceel A 39: watergraanmolen, stond tegenover het molengebouw te Hoelbeek
- 1861: vergroting
- 1868: nieuwe opbouw en toevoeging van stoommachine
- 1886: stoommachine buiten gebruik gesteld
- 1894: afbraak
* op perceel A 40d:
- 1911: landgebouw veranderd in waterzaagmolen
- 1925: gedeeltelijke afbraak, wordt huis
De molen werd in 1925 verbouwd tot een woning (gedeelte onder Eigenbilzen).
De laatste molenaar was Henrie Vandegoor, zoon van Louis Vandegoor (afkomstig uit Veltem) & Caroline Verbiest (afkomstig uit Bucken) en gehuwd met Elisa Dello. Later baatte hij een maalderij uit in Munsterbilzen.
De familie Jeuris verbouwde de molen grondig in 1965. Iets hoger dan de watergoot werd over heel de oppervlakte van de molen een vloer aangebrahct en in het verlengde hiervan, een terras boven het waterrad. Het werd een mooie living maar de maalinrichting moest er wel aang geloven.
Leon Peters is de huidige eigenaar. Samen met zijn broer zetteh ij het bedrjif van zijn ouders verder: kweken en verhandelen van planten. Deze broer kende als jager de familie Jeuris die deze mlen en de bijhorende grond wenste te verkopen. Hij stelde hem voor om het bedrijf er te vestigen. Leons vrouw vond dat ook een goed idee en de verkoop werd bezegeld.
Op de plek waar de boerenknecht met zijn hondenkar tegen de molendeur sleepte, is nog een beschadiging zichtbaar.
Men had het idee om elektriciteit op te wekken, maar door het overlijden van Leons broer zijn die plannen niet uitgevoerd.
Technische aspecten
Aan de rechterzijde bevindt zich nog een houten bovenslagrad, maar die is grotendeels verborgen onder sierstruiken. Het rad kon water betrekken uit drie aaneengeschakelde spaarvijvers.
De watergoot is verdwenen. Van het binnerwerk resteert beneden enkel nog het conisch gietijzeren tandwiel op de wateras.
Lieven DENEWET, Ferdy JANS, Herman HOLEMANS
Bouwkundige beschrijving (Agentschap Onroerend Erfgoed)
Het gebouw onderging sterke wijzigingen. Het is een bakstenen gebouw met een complex grond plangebied en ingebouwde ronde toren. Hier is neogotiek en neorenaissance verweven in de eclectische architectuur. Weinig refereert nog naar het oorspronkelijk bestaan als watermolen.
Het bestaat uit vier delen: het molenhuis is een laag breedhuis van één bouwlaag, het woonhuis sluit hierop aan en bestaat uit twee L-vormig op elkaar staande vleugels van twee bouwl. met een hierboven uitstekende ronde toren in de oksel. Achter deze gebouwen bevindt zich nog een recente vegroting naar achteren toe.
Bakstenen gebouwen onder zadeldaken (mechanische pannen), het torentje onder kegeldak (windvaan, leien), afgewerkt met hardsteen en zachte natuursteen voor de decoratieve elementen. De vensters zijn geleed en rechthoekig, en ingeschreven in verdiepte muurvlakken van verschillende vorm. Rechthoekige deuren in hardstenen omlijsting. Het molenhuis is thans eveneens als woonhuis ingericht.
Aanvullende informatie
Geschiedenis van de boomkwekerij Heyeveld op de site van de vroegere watermolen.
Eind jaren 1930 begonnen Mathijs Peters en zijn echtgenote Jeanne Deville groenteplanten te kweken en te verhandelen. Hun zonen Jan en Jef startten in de jaren 1960 met het kweken van tuinplanten en het aanleggen van tuinen.
Beide broers reageerden alert op de sterk toenemende vraag naar een breder assortiment tuinplanten. De groei van hun kwekerij zette in de jaren 1970 Munsterbilzen op de kaart als plantencentrum van Europees niveau.
In 2006 veranderde de structuur van de groep: Heyeveld is nu een onafhankelijk opererende boomkwekerij. Zij levert enerzijds aan Peters Belgian Outdoor Plants, en anderzijds rechtstreeks aan grote afnemers van tuinplanten.
----------------------------
Over het kasteel Zangerhei, Zangerheidestraat 101 (Agentschap Onroerend Erfgoed)
Zangerhei is de huidige benaming voor het oude leengoed en laathof Haenengoed. Het werd in 1423 gereleveerd door Aert Haen, zoon van Gielis van Elderen. Het goed is achtereenvolgens in bezit van de families Haenen en van Vleytingen (15de eeuw), van Meerssen en van den Dijck (16de eeuw); in 1580 wordt het gereleveerd door jonker Willem de Heusch.
Na de Franse revolutie vergroot Adrien-Arnold-Nepomucène-Raphael de Heusch het goed aanzienlijk door aankoop van de aanpalende vijvers van de abdij van Herkenrode. In de 19de eeuw is het achtereenvolgens in bezit van de families Colpin, Cruts en de Lamberts Cortenbach. Het kasteel was de residentie van de familie de Heusch de Zangerye, die sinds 1680 de heerlijke rechten over Eigenbilzen bezat.
Op de Ferrariskaart (1771-1777) is het een imposant waterkasteel, bestaande uit een U-vormige vleugel aan de noordzijde, die met de open zijde gericht is naar een aansluitend zuidelijk gelegen gebouwenblok, gegroepeerd rondom een rechthoekige binnenplaats, laatstgenoemde mogelijk het neerhof; aan deze zijde bevindt zich een brug over de gracht. Van dit kasteel blijven geen resten bewaard.
In de loop van de eerste helft van de 19de eeuw werd het afgebroken en vervangen door een alleenstaand, rechthoekig gebouw en een ruim neerhof in gesloten vorm rondom een vierkante binnenplaats, zoals weergegeven in de Atlas van de Buurtwegen (1845). De eigenlijke ingang tot het kasteel werd verlegd naar de noordzijde. De omgrachting verdween in zijn oorspronkelijke vorm; een nieuw grachtensysteem omringde het nieuw aangelegde (eerste helft of derde kwart van de 19de eeuw) park in Engelse stijl, met grote vijver; dit park was vrij uitgestrekt en grensde aan dat van het kasteel van Groenendaal (Waltwilder).
Dit kasteel werd in 1955 afgebroken, na verkoop en verkaveling van het domein. Er resten thans slechts de monumentale dienstgebouwen, waarvan niet duidelijk is of zij de oorspronkelijke zijn van het complex uit de eerste helft van de 19de eeuw, of een versie uit de tweede helft van de 19de eeuw.
Vier identieke vleugels gegroepeerd rondom een vierkante binnenplaats, toegankelijk via de noordelijke en de zuidelijke vleugel, die een monumentalere uitwerking kregen: de noordelijke vleugel is voorzien van twee vrij diepe hoekrisalieten, de zuidelijke vleugel van een vierkante toren met achtkantige lantaarn boven de middentravee. Bakstenen gebouwen onder zadeldaken (golfplaten), op een hardstenen plint. Elke vleugel telt vijf traveeën en twee bouwlagen De erfzijdegevels zijn op de eerste bouwlaag voorzien van getoogde deuren in een vlakke, hardstenen omlijsting ingeschreven in verdiepte, getoogde muurvlakken, die op sommige plaatsen vervangen zijn door getoogde poorten van dezelfde afmetingen; deze arcade is voorzien van hardstenen sluitstenen en onderling verbonden imposten. Op de bovenverdieping bevinden zich rechthoekige vensters in verdiepte, rondboogvormige muurvlakken, eveneens voorzien van hardstenen sluitsteen en kordonvormende lekdrempels. In één van de hoeken van de binnenplaats staat een hardstenen pomp.
De façade aan noordzijde heeft dezelfde ordonnantie, doch de arcades zijn hier afgewerkt met geblokte, hardstenen omlijstingen. De zuidelijke gevel is soberder; er bevinden zich slechts drie bovenvensters en een poort, op dezelfde manier afgewerkt. De toren is voorzien van hardstenen hoekbanden, een rondboogvormige duiventil en een puntgevel aan elke zijde. De lantaarn is met leien bekleed en aan vier zijden voorzien van een rondboogvenster. Tentdakje met windvaan.
De omgrachting van het park bleef behouden, evenals de vijver.
Literatuur
Archieven
Gemeentearchief Bilzen, Registers Burgerlijke Stand Eigenbilzen, Huwelijken 1831, akte 5.
Gemeentearchief Lanaken, Registers Burgerlijke Stand Lanaken, Overlijdens 1882, akte 16
Gemeentearchief Kortessem, Registers Burgerlijke Stad Vliermaal. Geboorten 1803, akte 12.
Werken
Lieven Denewet, "Inventaris van de Limburgse watermolens met hun pegelhoogtes (1846-1849)", Molenecho's, 39, 2011, nr. 2
Herman Holemans & Werner Smet, "Limburgse watermolens. Kadastergegevens: 1844-1980", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1985;
Bert Van Doorslaer, "Met de stroom mee of tegen de wind in? Molens in Limburg", Borgloon/Rijkel, Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed, 1996.
Ferdy Jans, "Zangerij door de eeuwen heen"
Ferdy Jans, Het kasteel van Zangerij, een kindertehuis tijdens de laatste oorlogsjaren, Bilisium, XXXVI, 2011, 2, p. 5303-5306; 3, p. 5324-5327; 4, p. 5355-5358.
J. Paquay, De Heerlijkheid Mopertingen, in Verzamelde Opstellen, 13, 1937, 1, p. 41-51.
F. Schlusmans, Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kantons Bilzen - Maasmechelen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14N3, Brussel - Turnhout, 1996.
Werkgroep Molenzorg Zuid-Limburg, "Langs Limburgse molens", in: Een verhaal over Water en Wind (Driemaandelijks nummer van de vzw Levende Molens Afdeling Noord-Limburg), jg. 27, nr. 103, april 2015, p. 19-21.
Mailberichten
Jan Loubele, Genk, 27.12.2014.
Lambert Hendrikx, Bilzen, 19.07.2015.
Jeanny Dello, mede-eigenares, 17.09.2015, 29.10.201