Kleine Molen

Deze houten achtkante bovenkruier stond in de duinen, aan de noordzijde van de Koksijdesteenweg bij de Galloper, op de grens tussen Oostduinkerke en Koksijde.
De zgn. Kleine Molen werd door Karel Torreele gebouwd in 1870, op grond van de erfgenamen van Jan Bauwens-Vanderdonckt. Karel Torreele had hiertoe op 26 april 1869 de toelating bekomen van de Bestendige Deputatie van de provincie West-Vlaanderen.

August Torreele-Blomme verwierf de molen in 1896 (akte notaris Depuydt, 18.12.1896). Het molenperceel ging in 1899 over naar de Maatschappij de Eigenaars der Duinen van Oostduinkerke en Koksijde, te Brugge (akte notaris Debrauwere, 23.02.1899).

In 1912 werd de molen openbaar verkocht. In De Veurnaar van 7 februari 1912 verscheen de volgende advertentie: "Eenen welbeklanten koornwindmolen half hout, half steen met machinekot en steenput, staande ook dicht bij het dorp op eenen kleinen afstand van voormelden steenweg (= Zeestraat!) naar Coxyde ten zuiden voorgaande koop op grond van gemelde maatschappij (Burgerlijke Maatschappij der duinen van Oostduinkerke en Coxyde).
Mede het pachtrecht van omtrent 58 aren 96 cent. onder bebouwde grond, molenwal, land en gras tot 30 september naast aan 61,50 frank 's jaars, vrij van lasten.
Prijze voor: 1) afstand van 't loopend pachtrecht 125 frank
2) stoommachien met toebehoorten                 1.600 frank
3) de roerende en draaiende werken                2.350 frank
Te zamen  4.075 frank
Alles bewoond en gebruikt door de verkooper Aug. Torreele-Blomme".

Koper was Remi Butseraen, dienstknecht te Oostduinkerke (akte notaris Perlan, 03.03.1912). Er was toen ook een stoommachine aanwezig. Kort daarna, in 1914 werd de molen geheel vernield door het oorlogsgeweld.

Enkele technische kenmerken:
- de houten achtkante constructie rustte op een gemetselde basis en was te vergelijken met het Reuzenmolentje van Diksmuide
- zeer conische romp, slechts een kleine diameter bovenaan.
- enkel een korte spruit waarop vier schoren waren vastgemaakt
- een galghout op de staart
- de houten velden waren met teerpapier bedekt
- mansardekap met wolfsdak voor- en achteraan
- houten molenas met houten askop
- houten pestelroeden met slechts één middenzoom
- buitenwipstok

Jozef AMEEUW, Herman HOLEMANS & Lieven DENEWET

Gedrukte bronnen
De Veurnaar, 7 februari 1912.

Werken
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-O, Rotem, Ons Molenheem, 1999, p. 72.
Luc Devliegher, "De molens in West-Vlaanderen", Tielt/Weesp, 1984, p. 254-257 (Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, 9);
Jozef Ameeuw, "Molens van Veurne-Ambacht", Koksijde, De Klaproos, 2004.
Wastiels F., 1000 jaar Oostduinkerke, Oostduinkerke, 1976.
Lorthiois Jacques, "Flandre Occidentale. Meuniers et moulins de West-Flandre", L'Intermédiaire des Généalogistes, n° 170, XXIX, 1974, 2, p. 116-126 (122).