Tongeren, Vlaanderen - Limburg
- Naam
- Kruikesmolen, Kruikensmolen, Moutmolen, Lakenmakersmolen, Begijnenmolen
- Ligging
- Neremweg
3700 Tongeren
buiten de vroegere Moerenpoort
Sportpleinstraat 1 (Begijnenmolen)
op de Jeker
kadasterpercelen B87 (Moutmolen), B63 (Kruikensmolen)
Vlaanderen - Limburg
- Geo positie
- 50.779095, 5.471698 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Privaat
- Gebouwd
- voor 1241, vele verbouwingen, o.m. in 1848, 1858 (na brand)
- Type
- Onderslag watermolen
- Functie
- Korenmolen, oliemolen, volmolen
- Kenmerken
- Baksteen met natuurstenen basis
- Gevlucht/Rad
- Onderslagraderen (verwijderd)
- Inrichting
- Verwijderd
- Toestand
- Nog als gebouw, rad en binnenwerk verwijderd
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd, wel op vastgestelde lijst van het bouwkundig erfgoed - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Niet toegankelijk
- Database nummer
- 2563
- Ten Bruggencatenummer
- 03917
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Kruikesmolen ligt vlak buiten de vroegere Moerenpoort gelegen. Ook hier stond aanvankelijk een complex van drie molens. Twee ervan waren tegen elkaar aan gebouwd en lagen aan de stadszijde, te weten de Moutmolen en de Lakenmakersmolen (vlakbij de poort, begin huidige Neremweg), de derde lag aan de overzijde (huidige Sportpleinstraat 1) en werd de Begijnenmolen genoemd.
De Moutmolen was in 1241 eigendom van de prinsbisschop van Luik en genoot het banaliteitsrecht voor alle mout die in de stadsvrijheid gemalen werd en voor het bierbrouwen nodig was. Vooreerst gaven de vorsten hun molen in erfpacht aan Tongerse poorters; in 1618 werd de stad Tongeren zelf erfbezitster, tegen een jaarlijkse rente van honderd goudguldens. De stad verpachtte dan de molen per opbod en plaatste er een toezichthouder in, de "stokhoeder" genaamd.
De Lakenmakersmolen hoorde toe aan de abdij van Beaurepart uit Luik, die hem in 1536 aan het lakenmakersambacht van Tongeren verkocht om er een volmolen van te maken. Toen echter de lakennijverheid in onze stad in verval raakte, plaatste het ambacht een korenmolen naast de volmolen.
De Begijnenmolen ontleende zijn naam aan het Tongerse Begijnhof, dat er in 1304 door Godfried Levenspenninck mee begiftigd werd. Deze molen kwam in 1567 eveneens in het bezit van het Lakenmakersambacht, dat de graanmolen door een olieslagmolen verving. Op het einde van de 18e eeuw bestond de Begijnenmolen niet meer.
De Lakenmakersmolen en de Moutmolen werden resp. in 1775 en 1818 door het consortium van de Wijkmolen aangekocht, dat zoals wij hoger zagen, in 1772 reeds eigenaar van de Sint-Jansmolen geworden was en zodoende het gehele maalbedrijf in Tongeren controleerde.
De benaming Kruikesmolen is in het begin van de 18e eeuw aan het complex molens buiten de Moerenpoort gegeven. Deze toponiem werd kennelijk geïnspireerd door de aanwezigheid van kruiken, die aangewend werden voor de olie uit de slagmolen, hetzij voor de urine benodigd in de volmolen?
Op 25 maart 1846 keurde de Bestendige Deputatie van de provincie Limburg de vastgestelde pegelhoogte van 1,500 meter (Lakenmakersmolen) en 1,200 meter (Moutmolen) goed. De molen was toen in het bezit van Guillaume Tournoye, die hem kort voordien verworven had van de weduwe van Michelle Gramme. Hij bezat ook het watermolencomplex van de Sint-Jansmolen en de Motmolen te Tongeren.
Eigenaars na 1840:
- voor 1844, Gramme Charles, geneesheer te Luik
- 1847, erfenis: Gramme Michiel, de weduwe, rentenier te Luik
- 1848, erfenis: Tournaye Guillaume, griffier vredegerecht te Tongeren (bezat de molen op B87 reeds voor 1844, alsook de Motmolen)
- 1864: de weduwe en de kinderen
- 1884, erfenis: a) Daris-Tournaye Constant, rechter te Tongeren, b) Tournaye Alfons, nijveraar te Tongeren
- 1894, erfenis: Daris-Tournaye Constant, de weduwe, te Tongeren
- 1906, verkoop: a) Theunissen-Zegers Jan, molenaar te Tongeren, b) Theunissen-Van Bilsen Jozef, molenaar te Tongeren
- 1923, verkoop
- 1925, verkoop: Pleumeeckers-Peusens Pieter, de weduwe en kinderen, zonder beroep, te Tongeren
- 1955, verkoop: Verjans-Pleumeeckers Hubertus, molenaar te Tongeren
De Moutmolen (op B87) werd in 1848 grondig verbouwd en werd in 1888 buiten gebruik gesteld. Het diende verder als landgebouw. De Kruikensmolen (op B63) onderging in 1858 een verbouwing na brand en onderging in 1909 nog een vergroting. Sinds 1964 is deze molenvleugel als laatste korenmolen buiten bedrijf en werd hij als magazijn ingericht. De Jeker werd hier overwelfd. Het molenmechanisme en het rad zijn verdwenen, maar de gebouwen bestaan nog.
Henry BAILLIEN, Herman HOLEMANS & Lieven DENEWET
Architecturale beschrijving (Agentschap Onroerend Erfgoed)
Alleenstaand geheel, waarvan het woonhuis een dubbelhuis is van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak, uit het eerste kwart van de 19de eeuw, met cementering en neoclassicistische ornamenten uit het einde van de 19de eeuw. Gecementeerde, bakstenen lijstgevel, voorzien van rechthoekige muuropeningen. Zijgevels met aandaken.
In het verlengde aansluitend molenhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen), met aangebouwde travee onder lessenaarsdak tegen de linkerzijgevel. uit het tweede kwart van de 19de eeuw. Bakstenen lijstgevel voorzien van rondboogvensters met houten roedenverdeling; rondboogdeur met hardstenen posten.
Frieda Schlusmans
Literatuur
Henry Baillien, De molens bij de Moerenpoort te Tongeren", Het Oude Land van Loon, XXIII, 1968, p. 169-202.
Lieven Denewet, Inventaris van de Limburgse watermolens met hun pegelhoogtes (1846-1849), Molenecho's, 39, 2011, nr. 2.
Herman Holemans & Werner Smet, Limburgse watermolens. Kadastergegevens: 1844-1980, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1985.
Watermolens Zuid-Limburg, Tongeren, Werkgroep Molenzorg Zuid-Limburg, s.d., p. 33-34.
F. Schlusmans m.m.v. C. Vanthillo, Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur. Provincie Limburg. Arrondissement Tongeren. Kantons Riemst - Tongeren. Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14N1, Brussel-Turnhout, 1990.
Mailbericht Ton Slings, 02.04.2012.