Kapellemolen
Kruishoutem (Kruisem), Vlaanderen, Oost-Vlaanderen
- Naam
- Kapellemolen, Baerkens molen
- Ligging
- Kapelstraat
9770 Kruishoutem (Kruisem)
ten zuiden van de straat
hoek met Galgestraat
Kapellekouter
1 km Z v.d. kerk
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Gebouwd
- 1637 / 1919, uit Eke
- Verdwenen
- 1917 - 18 okt., oorlog / 1943 - 7 april, storm
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 2550
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Kapellemolen was een standaardmolen op de Kapellekouter, ten zuiden van de Kapelstraat, op de hoek met de Galgestraat, op een kilometer ten zuiden van de kerk van Kruishoutem. Hij stond er vrij en ongehinderd op de weidse Kouter, een prachtige omgeving met een uitstekende windvang.
De staakmolen werd opgericht bij octrooi van 6 maart 1637 verleend door de Rekenkamer van Rijsel aan J. Vander Watermeulen. (De originele octrooibrief op perkament met fragment van zegel, bleef bewaard in het Fonds Desmanet de Biesme in het Rijksarchief Gent).
In 1685 was de molen eigendom van de heerlijkheid Ayshove. Uit prijsschattingen weten we dat de molen zeker vanaf 1697 een dubbele functie had als koren- en oliemolen. In 1832 werd Jan Mehuys er als olieslager vermeld.
Molenaar op de "Cappellemeulen" in 1742 was François van Sroys, zoon van Frans.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Van der Meere Charles Aimé Emmanuel, graaf te Brussel
- later, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Emmanuel Van der Meere)
- 18.01.1838, deling: Van der Meere Augustus Nicolas, graaf te Kruishoutem (onderhandse akte)
- 13.09.1839, ruil: Desmanet de Biesme Louis Nicolas, brigadegeneraal te Brussel
- 07.04.1871, erfenis: de weduwe Eugénie Désirée Van der Meeren et de Cruyshautem en de kinderen (overlijden van Pierre Charles Desmanet de Biesme)
- 24.07.1875, erfenis: de erfgenamen: a) Desmanet de Biesme Henriette, eigenares te Brussel en b) Desmanet de Biesme Julie, eigenares te Brussel (overlijden van Eugenie Désirée Van der Meeren et de Cruyshautem)
- 31.10.1875, deling: Desmanet de Biesme Julie, eigenares te Golzinnes-sous-Bossières (prov. Namen) (notaris Saby)
- 20.02.1913, erfenis: de Cordon Sallier de la Tour - Desmanet de Biesme Victor Amedée Maria Jozef, eigenaar te Canadessi (Italie) (overlijden van Julie Desmanet de Biesme)
De moeln werd door het Belgisch kadaster in 1834 ingedeeld in klasse 1? met een kadastraal inkomen van 304 frank.
Ons bekende molenaars: Pieter de Waele (1685), Karel Bruyneel (1691), Jan Bruneel (tot 1730), Adriaen de Sloovere, A. Bruyneel (tot 1731), Lieven de Waele, A. Bruyneel (tot 1741), Frans van Troye (tot 1750), Joannes Mehuys en Jan Mehuys (tot 1837) en vervolgens - tot bij de verdwijning - de familie De Baere. Het was August De Baere, zoon van August sr., die in 1888 het stampharnas uit de molen verwijderde en het hout van de afbraak gebruikte voor de bouw van een stoommaalderij.
De molen werd op bevel van het Duitse leger afgebroken op 18 oktober 1917 voor de aanleg van een vliegveld. Na de wapenstilstand, in 1919, liet E. De Baere de molen door molenmaker Adam van Kruishoutem terug opbouwen. Hiertoe werd de molen De Vos overgebracht uit Eke. Hierbij werd de molen op een gemetselde onderbouw geplaatst die gebruikt werd als opslagplaats voor de te malen granen. De molen werd in 1938 nog grotendeels vernieuwd.
De molen werd sterk beschadigd door de storm van 14 november 1940 en werd door een storm op 7 april 1943 geveld. De onderdelen werden openbaar verkocht.
Het voormalig molenaarshuis, het zogenaamd Kapellehof, bestaat nog (Galgestraat 1) en is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.
Het is een gerenoveerde hoeve met een langgestrekt boerenhuis ten noorden en stallen ten zuiden van het erf. Het boerenhuis heeft zeven traveeën onder deels mank zadeldak. Het jaartal 1637 op een nieuwe moerbalk vewijst enkel naar de oprichting van de Kapellemolen.
Zie ook: Eke, Molen De Vos.
Lieven DENEWET & Jozef GOEMINNE
Literatuur
Archieven
Rijksarchief Gent, Fonds Desmanet de Biesme, nr. 1773. Octrooi van de Kapellemolen, verleend door de Rekenkamer van Rijsel, 6 maart 1637. Origineel op perkament, met fragment van zegel, 1637-1637 1 stuk. (inventaris H. Coppejans-Desmedt, 1965).
Werken
Jozef Goeminne, "De windmolens van Ayshove-Kruishouten", Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze en van het land aan Leie en Schelde, XVIII, 1951, p. 75-77.
Julien Vandeputte, "De molens van het arrondissement Oudenaarde uit hun geschiedenis", Oudenaarde, 1974, p. 190-191.
Lieven Kinds e.a., "Acht eeuwen Nokere", s.l., 1996, p. 164.
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (78).
Dhondt Oscar, De molens te Wannegem en omgeving, Jaarboek 2004. Heem- en Geschiedkundige Kring “Hultheim” - Kruishoutem, p. 187-199.
Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2 (Gent, 1963).
Lieve De Bel, "Kruishoutem toponymisch doorgelicht: molentoponiemen", in: Jaarboek van de Heem- en Geschiedkundige Kring Hultheim (Kruishoutem), 2006, p. 19, ill.
Lieven Denewet, "Honderd bespookte molens in Vlaanderen. Een verzameling molensagen van de kuststreek tot het Maasland", Molenecho's, XX, 1992, nr. 3-4.
"Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Brakel, Horebeke, Kruishoutem, Lierde, Zingem en Zwalm, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15N4".
Goeminne J., Bijdrage tot de geschiedenis van Kruishoutem, (Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze en van het land aan Leie en Schelde, XXII, 1955, p.95-159).
GoeminneL.-De Bel R., Kruishoutem In oude prentkaarten 1900-1940, Kruishoutem, s.d.
Goeminne J., De familie van Machelen-Ayshove te Huise en te Kruishoutem, 1157-1369, (Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze en van het land aan Leie en Schelde, XXXVI, 1969, p. 9-135).
Van Marcke C., De heerlijkheid Ayshove (1227-1622) en het Graafschap Kruishoutem (1670-1880), s.l., s.d.
Vermeulen F., Tussen Leie en Schelde, Archeologische inventaris en studie van de Romeinse bewoning in het zuiden van de Vlaamse Zandstreek, (Archeologische Inventaris Vlaanderen, Buitengewone reeks, 1, Gent, 1992).
Vermeulen F.-Rogge M.-Van Durm L., Terug naar de bron, Kruishoutem archeologisch doorgelicht, (Archeologische Inventaris Vlaanderen, Buitengewone reeks, 2, Gent, 1993).
Herman Holemans, Oost-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1995. Deel 4. Gemeenten K-L, Opwijk, Ons Molenheem, 2002, p. 33.
S. Bohez, “Onderzoek naar de Sagenmotieven in het Land tussen Leie en Schelde”, Leuven, 1956 (licentiaatsverhandeling), p. 188-189, gepubliceerd in: Oostvlaamsche Zanten, XXXVI, 1961, 4, p. 151.
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (54).
Mailberichten
John Verpaalen, Roosendaal, 24.05.2020.