Stadenbergmolen
Staden, Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Stadenbergmolen, Bergmolen, Termotemolen, Molen Termote
- Ligging
- Kasteelstraat
8840 Staden
zuidwestzijde
hoek met (oude) Ieperstraat
schuin tegenover Molenstraat
Stadenberg
1,9 km ZW v.d. kerk van Staden
kadasterperceel C 2
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1457
- Verdwenen
- 1885, sloop
- Type
- Staakmolen met open voet
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 2536
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Bergmolen (naar zijn ligging) of Termotens molen (naar de molenaars) was een houten graanwindmolen aan de zuidwestzijde van de Kasteelstraat, op de hoek met de (oude) Ieperstraat, schuin tegenover de Molenstraat, op Stadenberg, op 1,9 km ten zuidwesten van de kerk van Staden.
De molen werd opgericht voor 1457. Hij wordt dan, samen met de Loomolen, vermeld in een boedelbeschrijving van Lodewijk van Lichtervelde, heer van Staden (1460):
"Een coorne muelne staende in de prochie van Staden op Stadenberch.
Noch een coorne muelne up tgoet ter Loo inde voorseyde prochie."
Aangezien beide molens vermeld werden bij de gemeenschappelijke bezittingen van Lodewijk van Lichtervelde en van zijn vrouw Elizabeth Dammaert, vermoeden we dat zij opgericht werden tijdens hun huwelijk, tussen 1426 en 1457. Lodewijk van Lichtervelde, zoon van Victor, trouwde in 1426 met Elisabeth Dammaert. Hij overleed in 1457, zijn vrouw in 1459. Beiden waren begraven in Staden.
De heer van Staden gaf hem in 1549, enkele jaren na de Loomolen, in leen uit. Het was nu Fransoys van Noyelles, de zon van Ghislain, die "ter augmentatie ende vermeerderynghe van zyn jurisdictie van de heerlichede van zyn hof te Staden zynder windtmuelene, ghenaemt de berchmuelene", in leen gaf aan Passchier de Crop. Dit leen bestond uit "myn muelenstede ende muelenstake van mynder wyndtmuelene ghenaemt den berchmuelene zuudwest vander kercke up den stadenberch, tusschen dyperstrate ande westzyde ende den wech die strect van roozebeke naer dixmude up doostzyde, tzuudthende up tlandt vanden disch van staden ende tnoorthende up de hofstede ende tlandt van Andries Boucchout, groot van erfven de voormelde muelenstede ende wal een lyne xvii roeden".
Bij de leenverplichtingen waren er eerst de gewone zoals bij de Loomolen, met o.a. de tien pond parisis bij elk nieuw relief en de tiende pening van de koopsom bij elke verkoop.
Daarnaast waren er weer enkele bijzondere leenverplichtingen. Allereerst moest Passchier de Crop op de molenwal een nieuwe molen oprichten. Hijzelf en zijn "naercommers" moesten er voor zorgen dat de molen in werking bleef, hem bedienen of laten bedienen. De parochianen en anderen die met hun graan naar de molen kwamen, moesten op een eerlijke manier bediend worden tegen een eerlijk loon. Het maalloon was in die tijd een zeker deel van het graan dat naar de molen gebracht werd.
Het graan van het kasteel meost ook gemalen worden. De molenaar moest "commen halen in tcasteel vanden hove te Staden alle tcoorne dat my of myn naercommers behouven sal in myn of huerlieden menaige ende huusghesin ende tselve coorne te malene inden bovenscreven muelene ende tmeel danof commende wederomme te leveren in tvoorseyde casteel sonder cost van myn of myn naercommes dies vermaent wezende ende behoudens zulcke sallaires van malene als hiervooren."
Ieder jaar moest de leenman met kerstmis "wel ende loyalick, een vette henne, goedt ende souffisant, levende ende in plumen, leveren aen den heere of vrauwe van Staden of aen hueren ghecommiteerden ontfanghere."
Ook moest hij drie pond parisis erfelijke rente betalen voor het jaargetijde van Anastasia van Moorslede, vrouwe van Staden, overleden in 1411. Dit jaargetijde werd elk jaar gehouden in de kerk van Staden daags na "onzer vrauwenn dach in maerte'", dus op 26 maart.
Een ander finannciële last voor de leenman was een losrente van 18 carolus gulden per jaar die hij moest betalen aan de leenman van de Loomolen. Het feit van een tweede molen bracht het risico met zich dat de eerste molen in moeilijheden kon geraken, misschien zelfs failliet gaan. De losrente van de Loomolen moest dus gevrijwaard blivjen. Daarom moest het leen van de Bergmolen hem hierbij helpen. Deze losrente mocht echter, zoals veelal het geval was, afgelost worden. Het moest gebeuren met zes gulden ineens "tegen penninck xvi": voor elke gulden rente waren zestien gulden nodig ter aflossing.
Van zijn kant beloofde Passchier de Crop voor hem en voor zijn "naercommers" de bovengenoemde zaken alle te houden "goedt, vast ende van weerden". De baljuw van het leenhof "zal verkennen of alle de bovenghenomde zaken goedt ende duechdelick zyn ghemaeckt ende ghehouden". Zo wordt Passchier de Crop geïnstalleerd als man van leene van het Hof van Staden.
Na Passchier de Crop, die gehuwd was met Mayken Cosaerts, werd het leen overgedragen aan Janneken vanden Wyngaerde, dochter van Joris en gehuwd met Jan Pueteman, zoon van Sebastiaen. Haar zoon, opnieuw een Sebastiaen Pueteman, erfde het leen in 1577, en diens zoon Leynaert verkocht het voor 24 pond groten aan Nicolaes van Robaeys. Daarna kwam het leen met de molen in het bezit van de familie Vandermeersch: Carolus Vandermeersch, zoon van Ghislain, kocht het van de familie Van Robaeys en zijn zoon Carolus verkreeg het in 1638.
In 1701 was Leonardus Vandermeersch de nieuwe leenman en bij zijn dood in 1711 was het zijn zoon, opnieuw een Leonardus, die in het bezit kwam van dit leen.
We zien de molen afgebeeld op:
- Nicolaes Visscher, "Flandriae Comitatus Pars Media Comprehendens Castellaniam Yprensem, Cortracensem, Aldenardsem", Amsterdam, Petrus Schenk Junior, (tussen 1715 en 1730): "Staenberg Molen"
- Reinier & Josua Otten, "Comitatus Flandriae Universe in Ditiones Peculiares Distinctae Tabula Nova & Accuratissima", Amsterdam, R & I. Otten, (tussen 1725 en 1750): "Staenberg Molen"
- Ferrariskaart van ca. 1775 met het bruin symbool van een staakmolen en de benaming "Staedenbergh Molen"
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1845)
- Topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860) met het symbool van een staakmolen op teerlingen.
Eigenaars vanaf 1834
- 1834, eigenaar: Frennelet, de weduwe, eigenares te Brugge
- later, erfenis: de erfgenamen (overlijden van de weduwe Frennelet)
- 27.11.1873, deling: Frennelet Gabriëlle Caroline Isabelle, eigenares te Brugge (notaris Vanelslande)
In de 19de eeuw werd de molen verpacht aan de molenaarsfamilie Termote. Vanaf 1860 was er sterke concurrentie met de nieuw opgerichte staakmolen aan de overzijde van de Kasteelstraat (zie: Staden, Molen Louagie).
In 1885 werd de staakmolen neergehaald. Het vroegere molenperceel is thans weiland.
Jozef CORNETTE & Lieven DENEWET
Literatuur
Archieven
Stadsarchief Brugge, gse Vrije, reg. nr. 16.563 (boedelbeschrijving van Lodewijk van Lichtervelde, heer van Staden, 1460)
Stadarchief Brugge, Fonds van Caloen, nr. 248 (leenverhef uit 1549)
Uitgegeven bronnen
- Nicolaes Visscher, "Flandriae Comitatus Pars Media Comprehendens Castellaniam Yprensem, Cortracensem, Aldenardsem", Amsterdam, Petrus Schenk Junior, (tussen 1715 en 1730)
- Reinier & Josua Otten, "Comitatus Flandriae Universe in Ditiones Peculiares Distinctae Tabula Nova & Accuratissima", Amsterdam, R & I. Otten, (tussen 1725 en 1750)
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1845)
- Topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860)
Werken
K. De Ceuninck, "Staden, Eertijds en Hedendaags", 1872.
Paul Billiet, "Staden, het hart van West-Vlaanderen. Bloemlezing van de geschiedenis van Vlaanderen", s.l., 1974;
Jozef Cornette, "Onze oudste windmolens", in: Het Gebied van Staden, 1992, p. 74-88.
Herman Holemans, "West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten S-U", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2003.
Jozef Maes, "Verdwenen molens te Staden", in: De Belgische Molenaar, 22.07.1974.
Donald Vandenbulcke, "De Verdwenen Molens van Staden", Staden, 2010 (onuitgegeven)
Alidor Vangheluwe, "Staden door de Eeuwen heen", (1945).
D. Vandecandelaere, "Staden Beelden uith et Verleden", 1987.
Elektronische bronnen
http:// www. beeldbankstaden.be (auteur: Donald Vandenbulcke)
http:// www. vandenbulcke-stamboom.be (auteur: Donald Vandenbulcke)