Molenechos's Homepage Molenechos.org

Ganzenbergmolen

Moerzeke (Hamme), Vlaanderen, Oost-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Ganzenbergmolen, Castellemolen, Molen van Kastel
Ligging
Ganzenberg 29
9220 Moerzeke (Hamme)
zuidzijde
gehucht Kastel
1,9 km ZO v.d. kerk
kadasterperceel C228
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
Gebouwd
1785
Verdwenen
1914 - oktober, oorlog
Type
Staakmolen met open voet
Functie
Korenmolen
Bescherming
niet
Database nummer
2511
© Coll. Jan Mulder, Alphen aan den Rijn, uitg. als prentkaart Stichting Levende Molens, Roosendaal, 2007.

Beschrijving / geschiedenis

De Ganzenbergmolen of Castellemolen was een houten korenwindmolen in Moerzeke-Kastel aan de zuidzijde van de  Ganzenberg (nr. 29) op een molenberg tegenover het molenaarshuis.

1. De windmolen

De staakmolen werd in 1785 opgericht. Guillaume Servaes, inwoner van Puurs, had daartoe op 12 november 1784 het octrooi gekregen van keizer Jozef II van Oostenrijk. Er zijn twee aanvragen uit 1780 bekend voor de oprichting van een windmolen te Moerzeke-Kastel.

De Castellemolen onderging in 1801 stormschade.

We zien hem opgetekend op het kadasterplan van 1828, in de Atlas der Buurtwegen (1841) en op de topografische kaart van Vandermaelen( ca. 1850) met de benaming "Castelle Molen".

De windmolen werd in 1834 ondergebracht in klasse 1, met een kadastraal inkomen van 248 frank.

Jan Baptist Van Lokeren, gehuwd met Joanna-Elisabeth Peelman, was winkelier en molenaar. Hij overleed op 20.12.1849 en werd opgevolgd door zijn zoon Bernard Van Lokeren (1832-1902) die tot 1900 actief bleef als molenaar. Bernard werd op zijn beurt opgevolgd door zijn drie zonen Emiel (1872-1956), Omer (1883-1968) en Cesar (1884-1956). Frans Van Lokeren (°1924), zoon van Omer, werkte met de mechanische maalderij tot de stillegging in 1963.

De windmolen werd op zondag 4 oktober 1914 door het Duitse leger beschoten vanuit Baasrode aan de overkant van de Schelde en brandde geheel af. (Deze Duitse troepen verbleven met zo'n 3.000 soldaten op de terreinen van 'De Steenoven', die toen in eigendom was van Joannes Josephus De Klerck).

De molendam werd afgegraven. Op deze plaats staat thans een woning.

2. De rosmolen en de mechnaische maalderij

Rond 1860 werd naast de windmolen een stenen rosmolen gebouwd. Het was een vierzijdig gebouw met gebroken hoeken van 7 op 7 meter. Van 1860 tot 1880 werd met paarden gewerkt.

In Kastel werd in 1875 een nieuwe kerk gebouwd. Er ontstonden problemen met de windvang voor de windmolen. Bernard Van Lokeren deed in september 1877 een aanvraag bij het schepencollege van Moerzeke om een maalderij "bewogen door een stoomtuig" te mogen oprichten. Hij keeg begin oktober de toestemming, mits de inachtname van de strenge koninklijke besluiten. Zo moest zijn schouw 15 meter boven de grond uitsteken en voorzien zijn van een "rookverslindend" toestel. De stoomketel was een verticale ketel van 4,3 pk, geleverd door De Beer et fils uit Jemappe. De stoommaalderij kwam tot stand door een vergroting van het rosmolengebouw. De stoomschouw bleef nog tot na 1980 bestaan.

De eerste stoommachine hield het 17 jaar vol. Bernard Van Lokeren deed op 15 april 1894 een aanvraag om zijn stoomketel te mogen vernieuwen. 

De stoommachine werd uitgebroken en in 1908 vervangen door een nieuwe armgasmotor ("gaz pauvre") van 15 pk, gebouwd door de firma A. Bollinckx nv te Huizingen, gelegen langs de Zenne, tussen de Bergensesteenweg en de Heyvaertstraat. De gasmotor was een 4-takt monocilinder. Hij werkte eerst enkele jaren met petroleum en daarna met antraciet. Deze gaf veel armgas en weinig roet. 

De armgasmotor bleef in werking tot in 1963, jaar van de stopzetting van de maalderij. De inrichting bleef tot in 1979 intact ter plaatse. Dan werd de motor aangekocht en meegevoerd door Dr. Luc Goeminne uit Zulte, met de bedoeling hem in een museum onder te brengen en opnieuw bedrijfsklaar te maken (hetgeen niet gerealiseerd werd).  Het was toen al een van de weinige overgebleven motoren van dat type. Van deze motor bleef de handleiding van 1908 (36 pagina's) bewaard van de constructiehuizen Bollinckx, met een volledige leveringslijst van 1890 tot 1896.
De Constructiehuizen H. Bollinckx nv te Huizingen (Steenweg naar Bergen) bouwde stoommachines en later ook gasmotoren, sinds ongeveer 1860. Van 1890 tot 1896 leverde ze 379 machines af, waarvan 52 in de provincie Antwerpen, 80 in de provincie Brabant, 23 in West-Vlaanderen, 45 in Oost-Vlaanderen, 52 in Henegouwen, 38 in de provinice Luik, 3 in Limburg, 3 in de provincie Luxemburg en 8 in de provincie Namen.

Bij een gasmotor wordt een mengeling van gas en lucht door een vonk tot ontploffing gebracht, waardoor een cilinder in beweging wordt gebracht. Deze beweging wordt in een rotatieve beweging omgezet. Het kolengas ontstaat uit onvolledige carbonisatie van steenkolen. De samenstelling is afhankelijk van de soort van de verwerkte kolen, het oventype en de gevolgde werkwijze.
Een gemiddelde analyse van het onvermengde gas geeft: ongeveer 2% kooldioxide, 4% zware koolwaterstoffen, 8% koolmonoxide, 51% waterstof, 31% methaan, 4% stikstof.
Het armgas of gaz-pauvre bevat 34% koolstofoxyde en 66% stikstof.
Het kolengas werd ontdekt door Minckelers in 1783 en Philippe Lebon in 1800, maar werd pas sinds 1820 gebruikt in Frankrijk.
Eerst in 1860 werkte de Parijse technicus Lenoir een ontploffingsmotor op basis van lichtgas uit. Otto bracht in 1866 de eerste bruikbare motor van dit type op de markt. De S.A. Ets. Fetu-difize uit Luik was een van de eerste fabrieken die gasmotoren volgens het gebreveteerd Otto-systeem op de markt bracht in België, vanaf ca. 1875.
De uitvinding van de eigenlijke benzinemotor gebeurde door Daimler in 1880.
Gasmotoren kunnen gemakkelijk omgebouwd worden tot dieselmotoren met een nieuwe aangepaste magneto en vergasser.
De gasmotor is het oertype van de verbrandingsmotor. Hij werd rond 1910 verdrongen door de dieselmotor. Deze heeft een hoger rendement en een meer regelmatige werking.
Van 1880 tot 1920 werden zeer vele kleine landelijke maalderijen uitgerust met een gasmotor. 

De molenaarswoning stond aan de overzijde van de straat. Hij werd op 5 oktober 2009 vastgesteld als bouwkundig erfgoed, maar werd kort nadien afgebroken. Het was een alleenstaande woning die teruggint tot de 18de eeuw: we vinden hem terug in het landboek van Moerzeke van 1772-1782. Het bakstenen dubbelhuis had aanvankelijk één bouwlaag en werd in het tweede kwart van de 20ste eeuw verhoogd met een bovenverdieping.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Van de Plas Marie Magdaleine en anderen, te Mechelen
- 1837, eigenaar: (van het gebouw) Van Lokeren Jan-Baptist, winkelier te Moerzeke (gehuwd met Joanna Elisabeth Peelman) en (van de grond) D'Hollander Benedict, te Moerzeke
- 15.06.1837, verkoop: (van de grond) Van Lokeren-Peelman Jan-Baptist, winkelier te Moerzeke (notaris De Kepper - "un moulin à vent à grains construit en bois sur piliers")
- 20.12.1849, erfenis: de weduwe en de minderjarige kinderen (overlijden van Jan-Baptist Van Lokeren)
- 12.01.1867, verkoop: Van Lokeren-Goossens Bernard Jozef (1832-1902, later gehuwd met Vlassenroot), molenaar te Moerzeke (notaris Stobbelaers)
- 1902, erfenis: Van Lokeren-Vlassenroot Bernard Joseph, de weduwe en de kinderen (overlijden van Bernard Van Lokeren)
- 18.10.1910, verdeling: a) Van Lokeren-Vlassenroot Bernard Joseph, de weduwe en de kinderen (voor 9/16), molenaars te Moerzeke en b) Goossens Maria Theresia (voor 7/16), zonder beroep te Moerzeke.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Literatuur

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1921 (oprichtingsbundel)
Gemeentearchief Hamme, "Ommelooper ende terrier ofte land ende caerteboek der prochie van Moeseke" (1772-1782) (molen nog niet aangeduid)

Werken
A.P. Heuvick & W. Laget, "Van Murceke tot Moerzeke", Moerzeke, 1994, p. 87-89.
"Moerzeke en Kastel. Een kijk in het verleden aan de hand van oude foto’s en prentkaarten", Moerzeke, s.d., p. 51-53, 56.
Curieuze en andere dingen over Moerzeke, Moerzeke, 1998, p. 60-61.
A.P. Heuvick & W. Laget, Van Murceke tot Moerzeke, Moerzeke, 1994, p.67, p. 89-90.
A. Van Bossche, Malen en molens in Hamme, Hamme, 2005, p. 114-116.
Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Eerste aflevering. De arrondissementen Aalst en Dendermonde", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XIV, 1960, 3 (Gent, 1962);
Herman Holemans, Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-N, Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2004
Chris Bogaert, Helena Duchêne, Kathleen Lanclus & Mieke Verbeeck, Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20N.
Goeminne Luc, "Kastel (Moerzeke). De wind- en rosmolen", Molenecho's, 1979, 7, p. 91-93.

Mailberichten
Frans De Block, 05.12.2016
Martina De Ridder, 08.12.2016 (haar grootmoeder was Judith Van Lokeren, zus van Omer, Emiel en Caesar).

Overige foto's

Ganzenbergmolen, Castellemolen, Molen van Kastel, Moerzeke (Hamme), Prentkaart 1905. Verzameling Ons Molenheem | Database Belgische molens
© Prentkaart 1905. Verzameling Ons Molenheem
Ganzenbergmolen, Castellemolen, Molen van Kastel, Moerzeke (Hamme), Detail Prentkaart. ed. A. Huyghens, Moerzeke (coll. D. Vandenbulcke, Staden) Verzameling Ons Molenheem | Database Belgische molens
© Detail Prentkaart. ed. A. Huyghens, Moerzeke (coll. D. Vandenbulcke, Staden) Verzameling Ons Molenheem
Ganzenbergmolen, Castellemolen, Molen van Kastel, Moerzeke (Hamme), Detail van deze prentkaart (coll. D. Vandenbulcke, Staden) | Database Belgische molens
© Detail van deze prentkaart (coll. D. Vandenbulcke, Staden)