Gottem (Deinze), Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Naam
- Molen van Gottem, Molen Damman, Molen Mehuys
- Ligging
Heirbaan
9800 Gottem (Deinze)
zuidzijde
hoek Molenweg
Molenhoek
Grootmolenkouter
1,1 km ten W v.d. kerk
kadasterperceel A559
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1557
- Verdwenen
- 1922 - zomer, sloop
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 2499
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
Deze houten korenwindmolen met roskot stond op de splitsing van de Heirbaan en de Molenweg, in de Molenhoek, op de Grootmolenkouter, op 1,1 km ten westen van de kerk van Gottem. Ten zuiden van de molen bestond vanaf ca. 1850 een bakstenen achtzijdige rosmolen met strodak, type buitenrosmolen (" 't Roskot"). Iets meer oostwaarts stond het Stampkot, een houten oliewindmolen, die in 1781 werd gebouwd (zie aldaar).
Het is mogelijk dat Gottem al in 1281 een windmolen bezat. Er is te Gottem in 1281 een vrouwelijke cijnsplichtige bekend met de naam "Lisa de veteri molendino".
De molen werd in 1557 vermeld in de 10de penningkohieren van Gottem ("an den Muelen"). De toenmalige eigenaar was Simoen van der Haghen, de dorpsheer van Gottem, en de molenaar was Adriaen Warlop. Molenaar in 1695 was Adriaen Kesteloot en kort nadien was het Adriaen Damman. In 1712 was Adriaen Damman de eigenaar en de molenaar. Van 1760 tot 1809 was Frans Damman de eigenaar.
Het gebied rond de molen werd in 1750 "den Meulenkouter" genoemd. De wijk rond de molen stond vanaf de 18de eeuw bekend als de Molenhoek. De molen staat aangeduid op de kaart van de Kasselrij Kortrijk door Louis de Bersacques (1641) en op de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen.
De molen werd op 12 november 1795 openbaar verkocht in de herberg van Macharius Damman op de Plaatse van Gottem. In de "Gazette van Gend" van 5 november 1795, of 14 brumaire jaar IV verscheen een advertentie. De verkoping is gespreid over tien verschillende kopen, eventueel in cumulo. Verscheidene goederen worden verkocht: een korenwindmolen (waarover geen bijzonderheden verstrekt worden) en twee kleine hofsteden (van resp. 14 en 12 honderd lands) in Gottem. Andere items zijn : een onlangs nieuw gebouwd stenen woonhuis met stalling, 3 honderd lands groot in erf, met nog twee kleine maaimeersen (resp. 5 en 4 honderd lands), alles dicht bijeen gelegen binnen Gottem, “by de goederen onlangs gekogt door Opsomere”. Ten slotte, in Grammene, nog een partij zaailand van 7 honderd lands groot, staande in cumulo, verhoogd op £ 1500-5-0 gr. wisselgeld. Inlichtingen bij notaris Mulle in Dentergem.
In het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Gottem in 1824 werd hij ingedeeld in de 1ste klasse, en werd geschat op 180 gulden (onzuiver) en 120 gulden (zuiver). Jan Damman was de eigenaar en bezat eveneens de nabijgelegen oliemolen
Eigenaars en molenaars:
- 1557: Simoen van der Haghen, heer van Gottem; molenaar-huurder: Adriaen Warlop
- 1695, molenaar: Adriaen Kesteloot
- kort na 1695, molenaar: Adriaen Damman
- 1712, eigenaar: Adriaen Damman, molenaar
- 1760-1809, eigenaar: Frans Damman, molenaar
- 1795, openbare verkoop: Jan Damman, 35 jaar in 1796, geboren te Gottem, gehuwd met Jeanne Marie Pattin, 40 jaar. Drie knechten: Leonard Verlinde, 26 jaar; François Bogaert, 50 jaar; Pierre Tytgat, 25 jaar.
- 1824, eigenaar: Damman Joannes, te Gottem
- 08.12.1846, erfenis: de kinderen: a) Damman Pierre, molenaar te Gottem, b) Damman Rosalie, landbouwster te Gottem, c) Damman Marie, landbouwster te Gottem, d) Damman Jean, landbouwer te Dentergem en e) Damman Beatrix, echtgenote Schauteel Augustin (overlijden van Joannes Damman)
- 16.06.1864, erfenis: Damman Marie Thérèse, landbouwster te Gottem (overlijden van Pierre Damman)
- 05.01.1887, verkoop: Van der Plancken-Cayron Eugène, handelaar te Sint-Gillis (Brussel) (notaris Van der Eecken)
- later, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Cayron)
- 05.05.1910, erfenis: de kinderen (overlijden van Eugène Van der Plancken)
- 16.12.1919, verkoop: Mehuys-Ide Joseph Louis, molenaar te Gottem (notaris Behets - windmolen), met als laatste molenaar (1915-1921) Maurits Mestdagh
Joesph Louis Mehuys was geboren te Gottem op 28 maart 1889 en overleed te Oostende op 21 februari 1975. Hij huwde met Margaretha Ide. Hij was landbouwer-molenaar en tot 1938 burgemeester van Gottem. Dan verhuisde hij naar de Spermaliehoeve, Brugsesteenweg 41 te Schore (Middelkerke).
In het molenaarshuis brak brand uit in 1911. Op woensdag 22 mei 1912 sloeg de bliksem in op de kruisstaande wiek en drong zo de molen binnen. Molenaarsknecht Camiel Verstichele uit Kruishoutem, gehuwd met Clementina Vandewalle, was aanwezig in de molen en werd er doodgebliksemd. Hij bleek nogal een stoute zegger te zijn en was van niemand bang, ook niet van God. Sommige mensen interpreteerden zijn dood dan ook als een straf van God.
Volgens mondelinge overlevering waren er ook andere ongevallen. Ene Van Houtte werd verpletterd tussen de tandwielen omdat hij het raderwerk al draaiend smoutte. Ook in het roskot is de molenaarszoon bijna gestikt wanneer de sjerp in het tandwiel geraakte en zo de keel toeneep.
Er is nog zo een verhaaltje van een jongetje met zwart krullend haar, dat voor het molenaarskruis op de zijgevel van de molenaarswoning stond en rare bekketrekken deed, en 's anderendaags was het jongetje blond. Tevens is er het verhaal van bankbiljetten die in graanzakken verstopt waren... (verhalen van Arnold Vandenbroucke)
De windmolen had in 1910 een gesloten stenen teerlingkot. Hij werd in de zomer van 1922 omgetrokken door Alfred Adams uit Petegem. Molenaar Maurice Mestdagh maalde verder met een motor op kolen. De molen maalde ook voor de inwoners van Grammene.
Het roskot werd nog als koestal gebruikt tot rond 1930. Na 1950 werd het afgebroken.
Het voormalig molenaarshuis aan de overzijde van de straat bestaat nog en is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Het is een laag boerenhuisje met omhaagde voortuin, ingeplant op de hoek Molenweg met oud kruisbeeld op de haaks geplaatste linkerzijpuntgevel. Verzorgde witgekalkte gevels op gepikte plint, Bakhuisje van het samengestelde type, met gewitte gevels en zadeldak achteraan in de tuin.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archiefbronnen
Rijksarchief Gent, Fonds Piers de Raveschoot, nr. 1500. Denombrementen te Gottem, 1579-1790.
Rijksarchief Gent, Fonds Piers de Raveschoot, nr. 2246. Denombrementen o.a. te Gottem, 1579-1788.
Rijksarchief Gent, Fonds Gottem (97), nrs. 2, 3 en 4. Landboek van Gottem met 4 figuratieve kaarten, door Pieter Hovaere, 1712.
Rijksarchief Gent, Fonds Gottem, nr. 12, Straatschouwing van Gottem, 1764.
Rijksarchief Gent, Scheldedepartement, nr. 1690. Jaar V. Bevolkingstelling van Gottem in 1795.
Stadsarchief Gent, Reeks 28bis. Doos 1/14 (ook microfilm), Xe Penningkohieren van Gottem, 1557. 36 folio's.
Stadsarchief Gent, Fonds Vreemde Steden, Inv. 83. Gottem.
Privaat archief Dirk Van Aelst uit Gottem. Renteboek van Gottem met denombrementen uit 1671 van François van Damme, in opdracht van François de Nonancourt.
Gedrukte bronnen
"Gazette van Gend" van 5 november 1795, of 14 brumaire jaar IV (verkoopsadvertentie)
Werken
L. Goeminne & P. Huys, "Rosmolens in de Oostvlaamse Leiestreek", Bijdragen tot de Geschiedenis van Deinze en de Leiestreek, jg. 47, 1980, p. 89-120 (Gottem: p. 115, foto p. 120).
Paul Huys, "Molenaars in de streek van Deinze op het einde van het Ancien Régime (1796)", Molenecho's, X, 1982, 4, p. 166-168; Kontaktblad van Kunst- en Oudheidkundige Kring van Deinze, II, 1982, 3.
De Potter F. & Broeckaert J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, Eerste reeks.-Arrondissement Gent. Derde deel, Gent, 1864-1870. Gottem, p. 6.
Gaublomme Valère, "Gottem, herinneringen uit de tijd van toen", Gottem, 1978, 60 p.
Vandenbroucke S., De Gottemse hoeven, Winksele, 1990.
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962), p. 97.
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 3. Gemeenten G-H-I", Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 2000.
Chris Bogaert C. & Kathleen Lanclus K. 1991: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Deinze - Nazareth, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12N3, Brussel - Turnhout, 1991.
De Groote Stefaan, "Kamiel de Waegenaere (185-1946): Gottemse schilder en volksschrijver.", in: Contactblad K.G.K., jg. 19, nr. 5, 1999, nr. 1715, p. 2571-2572.
Paul Huys, "Molenaars in de streek van Deinze op het einde van het Ancien Regime (1796)", in: Kontaktblad KOK Deinze, II, 1982, 3, p. 73-75 (Gottem: Damman, Pattin, Verlinde, Bogaert, Tytgat).
Herman Maes, "Molen te Gottem", in: Kontaktblad KOK Deinze, IX, 1989, nr. 3, p. 1110.
Luc Goeminne & Paul Huys, "Rosmolens in de Oostvlaamse Leiestreek", in: BGD, KOK Deinze, jg. 47, 1980, p. 89-120.Valère Gaublomme, "Gottem. Herinneringen uit de tijd van toen", p. 60.
Romain De Bouver & Vic Wouters, "Het patrimonium van kapellen en kruisen te Deinze anno 1996", Bijdragen tot de geschiedenis van Deinze en de Leiestreek, nr. 65, 1998, p. 267-344 (306).
Mondelinge mededeling Arnold Vanden Broucke (over het ongeval van 1912)
Stad Deinze. Werkgroep Religieus Erfgoed. Plaatsbeozek - kapellen. Plaatsbezoek Gottem - 15 juli 2013
Heirbaan/Molenweg
Luc Goeminne, Stefaan Vandenbroucke, Arnold Vanden Broucke, Dirk Van Aelst & René De Clercq, "Geschiedenis en toponymie van Gottem", Deinze, Kring voor Geschiedenis en Kunst van Deinze en de Leiestreek, 2010.
Huys Paul, "Omstreeks 1830 zagen Gottem, Grammene en Wontergem er zo uit", Contactblad K.O.K, jg. 19, 1999, nr. 5 (nr. 1713), p. 2565-2566.
De Clercq René en Goeminne LUc, "Bevolking en grondbezit te Gottem in de 16de eeuw", Kring voor Geschiedenis en Kunst, Deinze, jaarboek 79, 2012.
Huys Paul, "Een telling anno 1765 voor Gottem, Grammene en Wontergem", Contactblad K..K. jg. 19, 1999? nr. 5, nr. 1720), p. 2579-2581.
Hollevoet Frans & Vandenbroucke Stefaan, "De Roede van Tielt. Als straten gaan praten", Uitgave Heemkundige Kring De Roede van Tielt, 2005 (Gottem, p. 43-50).
Opsommer," De feodaliteit in de Middeleeuwen", in: Geschiedenis van Deinze, deel 3. Het platteland en de dorpen rond Deinze", Deinze, 2007, p. 113-132.
C. Tavernier-Vereecken, "Gentse Naamkunde van 1000 tot 1233", B russel, 1968.
Tony Van Hee, "Oude toponiemen uit de Deinse Leiestreek. 7. Gottem", Bijdragen tot de Geschiedenis van Deinze, jaarboek 1990? p. 307-309.
Tony Van Hee, "De G-8 van Gottem in 1867", Contactblad K.G.K., jg. 19, 1999? nr. 5 (nr. 1718°, p. 2574-2575.
Herman Van Isterdael, "De organisatie van de dorpen in het Ancien Régime: Gottem", K.G.K. Deinze, jaarboek 74, 2007, p. 7-28.