Molen ten Spijte
Sint-Blasius-Boekel (Zwalm), Vlaanderen, Oost-Vlaanderen
- Naam
- Molen ten Spijte, Molen ten Spyte
- Ligging
- Hooglaan 10
9630 Sint-Blasius-Boekel (Zwalm)
westzijde
hoek met Heuvelgem
1,3 km ZO v.d. kerk
kasterperceel B503
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Gebouwd
- 1639 / 1904 (uit West-Vlaanderen)
- Verdwenen
- 1904 - april, brand / 1938, sloop na jarenlang verval
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 2360
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Molen ten Spijte of ten Spyte was een houten korenwindmolen aan de westzijde van de Hooglaan (nr. 10), op de hoek met Heuvelgem, ten noorden van het huis bewoond door dhr. Willy De Bock. De molen stond op een hoogte van 97,50 meter, of het hoogste punt van Zwalm.
De benaming "meulen Spyte" kwam al in 1718 voor.
Op 24 september 1639 werd octrooi verleend aan Lieven van Meerschaute voor de oprichting van een korenwindmolen op zijn eigen grond in de wijk Heuvelgem. Het perceel grensde ten zuidoosten aan de (toen genoemde) Aatse Heerweg en ten noordoosten aan het hospitaalgoed van Oudenaarde. Lieven moest jaarlijks een cijns van 1 mud tarwe (Gentse maat) aan de Watergraaf en Moermeester van Vlaanderen betalen.
Na het overlijden van de oprichter kocht Frans Vanderhaeghen (zoon van Maarten) de molen aan. Daarna kwamen Antoon Rooman en zijn kinderen Lieven (later zijn weduwe) en Marie Rooman. Voor 1718 erfde Joannes Reijns de molen. De molen werd toen al "meulen Spyte" genoemd. Na het overlijden van zijn vrouw in 1757 werd Joos van Butsele als voogd over haar kinderen aangewezen.
We zien de molen aangeduid op de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen, in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844), op de topografische kaart van Ph. Vandermaelen met de benaming "Spyte Molen" (ca. 1850) en op de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860) met de benaming "Le Spyte M(oul)in".
Het proces-verbaal van afpaling uit 1817 beschrijft: "il n'existe dans la commune qu'un moulin à vent non affermé. Ce moulin est construit en bois. L'expert a pris des renseigenemnets sur le quantité des grains qu'il peut moudre. Comme n'ayant d'autre comparaison à fixer son revenu, j'estime que son produit brut peut être porté à la somme de 40 rancs, sur quoi déduisant le tiers pour dépérissementet frais d'entretien et de réparations, reste en revenu net 300 frs."
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Vermassen Francis, molenaar te Erwetegem
- later, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Francis Vermassen)
- 09.07.1849, deling: De Vos-Van der Massen Charles Louis, landbouwer te Steenhuize-Wijnhuize (notaris Rombaut)
- later, erfenis: de weduwe (overlijden van Charless Louis De Vos)
- 29.11.1891, erfenis: a) De Vos-De Gendt Francis, landbouwer te Steenhuize-Wijnhuize en b) De Vos Isdidoor, landbouwer te Steenhuize-Wijnhuize (overlijden van de weduwe Van der Massen van Karel De Vos)
- 29.12.1900, erfenis: a) De Vos-De Gendt Francis, de weduwe en de kinderen, landbouwers te Steenhuize-Wijnhuize en b) De Vos Isidoor, landbouwer te Steenhuize-Wijnhuize (overlijden van Francies De Vos)
- 16.09.1902, verkoop: De Backer-Michiels Leo, molenaarsgast te Sint-Maria-Latem en later molenaar te Maarke-Kerkem (notaris De Beer)
- 25.10.1911, verkoop: De Backer-De Potter Henri, molenaar te Sint-Blasius-Boekel (notaris Van de Velde)
Op woensdag 17 mei 1848 trachtte Francis Vermassen de molen te verkopen in café De Halve Maan in Nederbrakel. Er kwamen evenwel geen kopers opdagen. Daarna kwam de molen na eenn verdeling enkele decennia lang in handen van de landbouwersfamilie De Vos uit Steenhuize-Wijnhuize.
Een hevig onweer in de nacht van vrijdag 16 op zaterdag 17 juli 1858 in zuidelijk Oost-Vlaanderen, bracht aan enkele molens schade toe. De Molen te Spyte werd sterk beschadigd en er werden twee ezels "door het hemelsvuur" doogeslagen. In Zulzeke werd voor 1800 frank schade aangericht aan de Hootondmolen.
In december 1877 verongelukte August De Temmerman op weg was naar de molen om er graan te malen, door een brandende pijp en lucifers in zijn jaszak. De Scheldegalm van 27 december 1877 bericht hierover: "Er is te Blasius Boucle een groot ongeluk voorgevallen. De genaamde August De Temmerman, die aldaar naar den molen, met koorn te malen ging, is langs den weg in brand geraakt. Deze landman welke op den weg eene pijp had gerookt, had de onvoorzichtigheid gehad deze pijp niet schoon uitgekuischt in zijn vestezak te steken, alwaar, zoo het schijnt, eenige fosfoorstekskens inzaten, die den brand hebben aangezet, bij zoo ver, dat de man langs de straat met al zijn kleederen verbrand, in een ellendige toestand is gevonden geworden."
In 1902 werd de molen vekocht aan Leo De Backer, molenaarsgast te Sint-Maria-Latem en later molenaar te Maarke-Kerkem.
De staakmolen brandde af in april 1904. De Scheldegalm van april 1904 meldt hierover: "De houten windmolen, gewoonlijk Molenspeite genaamd, is donderdagavond rond 10 ure door brand vernield. De tegenwoordige molenaar bewoonde slechts sedert zes maanden het Molenhuis en heeft den molen gekocht. De eenige vlijtige mannen die kwamen toegelopen om te blusschen konden de molen helaas niet redden".
De molen werd in 1904 vervangen door een exemplaar uit West-Vlaanderen. Het transport ging niet zonder slag of stoot, men zou met de molen hopeloos in de modder zijn gesukkeld.
Bij akte verleden voor notaris Van de Veldeop 5 oktober 1910 werd de molen verkocht aan Henri De Backer-De Potter, die er al als molenaar werkzaam was, voor 9300 frank.
In de jaren 1930 was de molen in verval geraakt. Op een foto van die tijd zien we, o.m. door de weggenomen windplanken op de wieken, dat de molen buiten werking was. In 1938 volgde de sloop. De molenwal werd in 1959 gekocht door René De Bock en Marie-Madeleine De Meyer en in 1972 door Willy De Bock en Brigitte Pandelaere, de huidige eigenaars-bewoners. De molendam en de vier teerlingen bestonden nog in de jaren 1960, maar zijn nu verdwenen. De molensite wordt thans door akkerland ingenomen.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven
Rijksarchief Gent, Vorstelijke Domeinen van Oost-VLaanderen, nr. 133, f° CIII verso (octrooi van 24.09.1639, ingeschreven in de boeken van de watergraaf in 1640).
Rijksarchief Gent, Vorstelijke Domeinen van Oost-Vlaanderen, nr. 134, f° 179 verso (ontvangsten van cijnzen door de Watergraaf van Vlaanderen, 1718-1757)
Uitgegeven bronnen
Gazette van Gend, jg. 191, nr. 171, 22 juli 1858 (stormschade)
De Scheldegalm, 27 december 1877
De Scheldegem, april 1904.
Werken
Julien Th. Vandeputte, "De molens van het arrondissement Oudenaarde uit hun geschiedenis", Oudenaarde, 1974.
Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2 (Gent, 1963).
H. Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten S-T", Opwijk, 2007.
"Zwalm, Het twaalf dorpenparadijs".
F. Verlaeckt, F. Van de Velde e.a., "De molens van Zwalm. Een lees- en kijkboek", Zwalm, Heemkundekring De Zwalm, 2010, 193 p. (p. 146-149).
Paul Huys, "Molensprokkelingen van anderhalve eeuw geleden", Molenecho's, jg. 30, 2002, 1, p. 50-53 (52).
Lieven Denewet, "Vlaamse molens in volksverhalen (deel 19). De Tomveldmolen te Zegelsem", Vlaamse molens, X, 2016, 2, p. 34-39.
Mondelinge bronnen
Wille De Bock, huidige bewoner, opgetekend door Alain Goublomme in 2010.
Frydda Van de Velde, Zwalm, 05.04.2017.