Naam
Rosmolen van brouwer Roeland vander Beke

Ligging
Centrum van Pollinkhove, in de vroegere brouwerij van Roeland vander Beke

Oprichting
1549, zonder voorafgaand octrooi, door Roeland vander Beke, brouwer te Pollinkhove.

Feiten en gebeurtenissen
Op 23 juli 1563 kreeg brouwer Roeland vander Beke uit Pollinkhove toestemming van de Rekenkamer van Rijsel om zijn reeds opgerichte rosmolen verder te gebruiken.
Ook hier ging het dus om een regularisatie. Hij had deze rosmolen 14 jaar voordien opgericht om graan te malen voor zijn gezin en mout te malen voor de brouwerij.
Daartoe had hij geen octrooi verkregen, noch van de majesteit, de Rekenkamer als de Watergraaf van Vlaanderen. Pas na de oprichting was hij ongerust geraakt door de omliggende molenaars en vroeg hij een octrooi aan. Het verzoekschrift werd voorgelegd aan Jehan Zannekin, ontvanger van Veurne-Ambacht. Deze liet een onderzoek de commodo et incommodo uitvoeren, door het bericht op drie opeenvolgende zondagen uit te hangen aan het kerkportaal van Pollinkhove. De vergunning kwam er zonder problemen. Eén van de voorwaarden was dat de molen enkel mout en ander graan voor zijn eigen brouwerij en zijn gezin mocht malen, zoals dat toen al het geval was. De jaarlijkse cijns was vastgelegd op 20 schellingen (aan 2 groten per schelling), te betalen aan de ontvanger van Veurne-Ambacht.
Merk de identieke situatie op met de rosmolen van concurrent-brouwer François Crucke.

Type
Rosmolen

Functie
Malen van graan (voor zijn gezin) en van mout (voor de brouwerij)

Verdwijning
In 1566 werd nog cijns betaald. Daarna zijn we het spoor bijster.

Lieven DENEWET, Hooglede

Lieven Denewet, "Van drijvers of ketsers - Molen te Lo-Reninge, Molenecho's - Vlaams tijdschrift voor Molinologie XXXIV, 2006, 2, p. 61-164.
Archieven
Archives Départementales du Nord, Série B, n° 1623, f° 49 v°-50 (octrooi van 1563).