De Aalterbrugmolen was een stenen koren- en oliewindmolen, type grondzeiler, aan de noordzijde van de Brugse Vaart, ten westen van Aalterbrug, aan de noordzijde van Brug-Noord, op 3,1 km ten noordwesten van de kerk van Aalter. Door de achterliggende woonverkaveling, is de molen thans te situeren aan de zuidzijde van de Cardijnlaan, waar het huis met nr. 13 staat.

Hij werd gebouwd door landbouwer Josse Iterbeke in 1856. Vanaf 1862 werd hij ook als oliemolen gebruikt. Een foto van de onttakelde molen toont een oliepletsteen tegen de romp.
Voor 1894 werd naast de molen een stoommaalderij opgetrokken.

We zien hem aangeduid op de Poppkaart (ca. 1860) met het symbool van een stenen windmolen.

Opeenvolgende eigenaars:
- 1856, opbouw: Iterbeke Judocus (Josse), landbouwer te Aalter
- 21.08.1894, verkoop: Van Thielen-Iterbeke Gustaaf (schoonzoonn van Judocus Iterbeke), molenaar te Aalter (notaris Pussemier - windmolen en stoommaalderij)
- 29.01.1898, verkoop: Morthier-D'Hoore Emiel Alfons, wagenmaker te Aalter (notaris Pussemier - windmolen met stoommaalderij)
- 19.02.1900, erfenis: de weduwe en de kinderen (overljiden van Emiel Morthier)
- 20.01.1923, erfenis: de kinderen (overlijden van de weduwe D'Hoore van Emiel Morthier)
- 17.11.1923, afstand: a) De Kesel Hortense Marie Blondine, b) De Kesel Henri Leopold, c) De Kesel Leon Frans, d) De Kesel Arthur Theophiel, e) De Kesel Florimond, f) De Kesel Paula Maria en g) De Kesel Augusta Maria (notaris Herteleer)
- 16.06.1939, erfenis: a) De Kesel Hortense Marie Blondine, b) De Kesel Henri Leopold, c) De Kesel Leon Frans, d) De Kesel Arthur Theophiel, e) De Kesel-Lampaert Florimond, de weduwe, f) De Kesel Paula Maria en g) De Kesel Augusta Maria (overlijden van Florimond De Kesel)
- 24.11.1941, verkoop: De Kesel-Vincke Arthur Theophiel, schipper te Aalter (notaris Voet - tweewoonst vroegere molen)
- 20.05.1946, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Vincke)
- later, erfenis: de kinderen (overlijden van Arthur De Kesel)
- 17.12.1963, verkoop: Bockaert-Lambrechts Karel Franciscus Jozef Maria, handelaar te Aalter (notaris Goeminne)
- 30.12.1970, verkoop: Vennootschap Volkshaard, te Gent (comité Gent)

Pieter-Jozef Vn Landschoot verbleef vanaf 1865 als pachter op de molen. Na zijn dood bleef de weduwe de molen verder uitbaten. Haar zoon bleef molenaar tot 1892. Rond 1900 was Désiré De Kesel er molenaar.

Onmiddellijk na de verkoop aan de familie De Kesel in 1923 werd de windmolen onttakeld en ingericht als huis (omschreven in 1934 als tweewoonst).
De Vennootschap Volkshaard uit Gent kocht de molenromp aan op 30 december 1970.
Voor 1975 werd de bewoning opgeheven en stond de romp leeg.
In 1977 werd de romp gesloopt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Luc Stockman, "Geschiedenis van Aalter", Aalter, Gemeentebestuur, 1980 (2de druk)
J. Van Overstraeten, "Molens te Aalst (Limb.) en Aalter", in: Toerisme, XXIII, 1944, p. 72-74; 
Arthur Verhoustraete, "Molens binnen het maalgebied van het Land van de Woestijne", Appeltes van het Meetjesland, jaarboek 2, 1950, p. 32-42.
Arthur Verhoustraete, "Molens van Aalter na 1795", in: Appeltjes van het Meetjesland, jaarboek 2, 1950, p. 42-48.
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962).
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 1. Gemeenten A-B", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1996.