Nederzwalm-Hermelgem (Zwalm), Vlaanderen, Oost-Vlaanderen
- Naam
- Het Stampkot, Stampkotmolen, Molen De Geyter
- Ligging
- Beekmeersstraat 14
9636 Nederzwalm-Hermelgem (Zwalm)
Hermelgem
op de Munkbos- of Stampkotbeek
300 m O v.d. kerk van Hermelgem
kadasterperceel B432
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Gebouwd
- Voor 1563
- Verdwenen
- 1950, ontmanteld / 1960, sloop gebouw
- Type
- Bovenslag watermolen
- Functie
- Oliemolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 2088
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
Het Stampkot op de Munkbos- of Stampkotbeek (die in de Schelde uitmondt) was een oliemolen op de Munkbos- of Stampkotbeek in de Beekmeersstraat 14, op 300 meter ten osoten van de kerk van Hermelgem. De nog bestaande kollergang wijst op de functie als oliemolen.
De molen werd in 1563 vermeld als een oliemolen in de Dries te Hermelgem ("inden driesch theermelghem bijde slachmuelene").
In de penningkohieren van Hermelgem uit 1571 (f° 1 v°) lezen we dat Willem Callaert de oliewatermolen met de vijver en de dreef, een dagwand groot, huurde van H. Callaert voor 28 ponden 16 schellingen parisis per jaar ("Willem Callaert in pachte van Hcx Callaert een oliewatermuelene metten vivere ende dreve groot een dachw. dat hij jaerlix huert 28 p. 16 schell. parisis").
We zien de molen aangeduid:
- Villaretkaart (1745-1748) met de aanduiding "M(oulin) à Huile"
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1843)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855), met als aanduiding "Water molen" op de Steenkot beek".
De erfgenamen van Joris Frans de Raedt verhuurden de hofstede met de molen in 1808. Ze lieten een advertentie plaatsen in de "Gazette de Gand" van 15 februari 1808: "Oliewatermolen te huur in Hermelgem. Uit de hand te pachten, vanwege de weduwe en erfgenamen Jooris Frans de Raedt te Hermelgem: 1° het Hof met de Batimenten 2° eenen zeer schoonenn Olie-water-molen met steenen huyzinge en stallinge, digt by het voornoemd Hof."
Uit het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Hermelgem uit 1817: il se trouve dans la commune deux moulins (...) Le moulin à eau (n° 290) servant à faire de l'huile, est situé sur un ruisseau souvent dépourvu d'eau en été. Il n'y a qu'un tournant appelé 'bovenwiel'. L'expert estime qu'il doit être porté à un revenu brut de frs. 150,00. Déduction faite d'un tiers frs. 50,00 pour réparations et entretien, donne un revenu net de frs. 100,00."
De watermolen werd in 1834 ondergebracht in klas 1, met een kadastraal inkomen van 134 frank.
Eigenaars na 1800:
- 1808: De Raedt Joris Frans, de weduwe en erfgenamen
- voor 1834, eigenaar: De Raedt Jean Celestien, zonder beroep te Dikkelvenne
- later, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Jean Celestien De Raedt)
- 1839, erfenis: De Raedt Celestinus, advocaat te Dikkelvenne
- later, erfenis: de erfgenamen langs moederszijde (overlijden van Celestinus De Raedt)
- 28.06.1848, verkoop door notaris De Saegher van Bottelare van deze oliewatermolen, met staande en draaiende werken, huis en stellingen, bossen, planterijen en waters, gelegen in één blok te Hermelgem, en 3 ha. 11 a. 20 ca. groot in de herberg bij Henri Van de Meerschaut te Dikkelvenne.
- 04.08.1848, deling: De Geyter-De Raedt Jan-Baptist, eigenaar te Hermelgem, b) De Raedt Benedicta (Benoite), eigenares te Hermelgem en c) en anderen (notaris Bovijn)
- 22.03.1869, deling: De Raedt Maria Benoite, eigenares te Mariakerke (notaris Van Damme)
- 21.02.1873, erfenis: De Raedt Marie Josèphe, weduwe De Geyter Jan-Baptist, landbouwster te Mariakerke (overlijden van Maia Benoite De Raedt)
- 14.04.1875, gift: De Geyter Theodoor Hypolite (voor naakte eigendom), landbouwer te Mariakerke en b) De Raedt Marie Josèphe (voor vruchtgebruik), eigenares te Dikkele (notaris Van Damme - "stampkot door water bewogen")
- 25.03.1880, einde vruchtgebruik: De Geyter-Callant Theodoor Hypolite, landbouwer te Mariakerke (overlijden van Marie Josèphe De Raedt)
- 01.08.1889, de erfgenamen: a) De Geyter Théodore Marie, minderjarige, b) De Geyter Remi, minderjarige, c) De Geyter Marie, minderjarige, d) De Geyter Irma, minderjarige en e) De Geyter Clara, minderjarige (overlijden van Theodoor De Geyter)
- 01.08.1890, verkoop: De Geyter Justine, zonder beroep te Gent
- 01.01.1913, erfenis: De Geyter-Van Laeys Omer, brouwer te Mariakerke (overlijden van Justine De Geyter)
- 19.12.1939, erfenis: a) De Wever-De Geyter Frans Alfred, geneesheer te Sint-Kruis en b) Van der Beken-De Geyter Werner Casimir, gemeentesecretaris te Welden (overlijden van Omer De Geyter).
Brouwer Omer De Geyter-Van Laeys liet de molen in 1914 vergroten en een stoommachine plaatsen. De molen was dan vooral in gebruik als lijnkoekmolen door water en stoom.
In het Stampkot maakte men tot na 1918 "Lijzekoeken" (als veevoeder), raapkoeken (werden in de aalputten gestoken om deze meststof te versterken) en raapolie (als lichtbron van de "quinquets" en bollantaarns). Tijdens de tweede wereldoorlog was de molen nog volop in werking.
Rond 1950 werd het molenrad en de kollergang uitgebroken. In 1960 werd ook het molengebouw afgebroken en bleven alleen de keermuren, gedeelten van het sluiswerk en de kollergang bewaard, dit als aandenken aan de molen. Het molenhuis zelf werd verbouwd. Over de waterloop is een boogvormig bakstenen bruggetje aangebracht. De huidige eigenaar (Luc Van der Beken) is nog een telg van de laatste molenaarsfamilie. Als je de molensite wil bezoeken, komt hij even langs om een praatje te slaan over het eens zo trotse Stampkot.
Lieven DENEWET, Herman HOLEMANS & Maarten OSSTYN
Literatuur
Archieven en landkaarten
- Rijksarchief Gent, Fonds Bisdom M.41, Armenrenten anno 1563, f° 8r°.
- Stadsarchief Gent, Penningkohieren Hermelgem (1571), f° 1 v°
- Villaretkaart (1745-1748) met de aanduiding "M(oulin) à Huile"
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1843)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)
Gedrukte bronnen
Gazette de Gand, nr. 1451, 15.02.1808.
Werken
Julien Th. Vandeputte, "De molens van het arrondissement Oudenaarde uit hun geschiedenis", Oudenaarde, 1974.
Jozef De Brouwer, "De molens in het Land van Aalst omstreeks 1575", p. 13.
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2 (Gent, 1963)
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-N", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2004.
Robert Desart, "Les Moulins à Eau du Hainaut et des Flandres", Soignies, Lemaire, 1968, p. 118/
Marc Blaton, "Molens te Nederzwalm - Hermelgem", in: De Zwalmgalm, Driemaandelijks tijdschrift van de Heemkundekring De Zwalm, jg. 7, 2002, p. 14 e.v.
"Zwervend doorheen de Zwalmvallei bij het ruisen der watermolens", in: Ons Volk, Weekblad voor het gezin, jg. XLVIII, 1965, nr. 33, 19 augustus, p. 20-23.
"Zwalm, Het twaalf dorpenparadijs", blz. 47
F. Verlaeckt, F. Van de Velde e.a., "De molens van Zwalm. Een lees- en kijkboek", Zwalm, Heemkundekring De Zwalm, 2010, p. 116-120.