Beek (Bree), Vlaanderen - Limburg
- Naam
- Kluismolen, Watermolen van Schoot, Molen van Mariëndaal, Joostenmolen
- Ligging
- Schootstraat 64
3960 Beek (Bree)
op de Aabeek
kadasterperceel B576
Vlaanderen - Limburg
- Geo positie
- 51.159588, 5.582259 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Maria-Louisa Verrijssen, weduwe van Leo Timmermans
- Gebouwd
- Voor 1126 / 1894
- Type
- Onderslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Destijds ook olie-, vol en houtzaagmolen, wolfsdak aan de beekzijde
- Gevlucht/Rad
- Houten onderslagrad (verwijderd)
- Inrichting
- Verwijderd, thans woning
- Toestand
- Gebouw in goede staat, maar geen binnenwerk en rad meer
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd, wel op vastgestelde lijst bouwkundig erfgoed - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Niet toegankelijk
- Database nummer
- 194
- Ten Bruggencatenummer
- 50194
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Kluismolen, ook Watermolen van Schoot of Mariëndaal genaamd, is gelegen aan de westzijde van de Abeek. Hij werd voor het eerst vermeld in 1126, toen hij door het St.-Bartholomeuskapittel van Luik verkocht werd aan Richerus en zijn vrouw Maria. Mogelijk bestond de molen al in 1078 als één van de goederen bij de schenking van gravin Ermengardis aan dit kapittel.
De familie Joosten maalde hier van voor 1450 tot 1740. Dan vertrokken ze naar Helden en nog later naar Weert, Nl. (zie bijlage 1).
Op 7 oktober 1741 verkocht het echtpaar Peter Stevens, genaamd Joosten, en zijn echtgenote Margaretha Beckers de molen en de gronden ("Joestengoed") aan de broeders-eremieten Jacobus Gradts en Wilhelmus Van den Bemden van de kluis van Bree-Nieuwstad, gesticht in 1691 (zie bijlage 2). De kluis met de watermolen werd in 1798 door de Franse overheid verkocht aan J. Libert voor zijn vader L. Libert (Luik). Later werden kluis en watermolen eigendom van de familie Hardy, die het goed in 1927 verkocht.
Eigenaars na 1840:
- voor 1844, eigenaar: a) Hardy Emilius, verificateur van de douane te Gent, b) Hardy Anaïsa, c) Mounier-Hardy, kolonel te Gent
- 1883, erfenis: a) Hardy Emilius, verificateur van de douane te Gent, b) Hardy Anaïsa, c) Deparmentier-Mounier Leon, ingenieur te Gent
- 1886, verkoop: a) Hardy Anaïsa, rentenierster te Luik, b) Hardy Ferdinand, c) Deparmentier-Mounier Leon, hoogleraar te Gent
- 1899, verkoop: a) Hardy Anaïsa, rentenierster te Luik, b) Hardy Ferdinand, rentenier te Luik (voor 3/6), c) Deparmentier-Monnier Leon, leraar hogeschool te Gent
- 1916, erfenis: a) Hardy Ferdinand, goudsmid te Luik (voor 5/6), b) Deparmentier-Monnier Leon, de weduwe, eigenares te Gent (voor 1/6)
- 1917, verkoop: Hardy Ferdinand, goudsmid te Luik
- 1923, verkoop: Timmermans-Vanknippenberg Antoon, molenaar te Weert, later te Beek
- 1961: de weduwe en kinderen
- 1970, deling: Timmermans-Verrijssen Leon, landbouwer te Bree
- 2014, eigenaar: Maria-Louisa Verrijssen, weduwe van Leo Timmermans
De Bestendige Deputatie van de provincie Limburg keurde op 29 september 1848 de vastgestelde pegelhoogte van 0,950 meter goed. De toenmalige eigenares was juffrouw Arestaphile Piette, die ook de nog bestaande Binkermolen van Reppel bezat.
De molen was oorspronkelijk een graanmolen, later een olie- en volmolen, nog later een graan- en zaagmolen. De houtzaagmolen ging in 1860 uit bedrijf.
De kluis en de molen staan aangeduid op de Ferrariskaart (1771-77, Couvent ou Hermitage de Mariendael) als een geheel met losstaande bestanddelen, ten westen beschermd door de Abeek, ten zuiden en ten oosten door een U-vormige omgrachting, met ingang aan de zuidzijde. Deze indeling staat ook nog aangeduid in de Atlas van de Buurtwegen (1845). De gebouwen werden geïdentificeerd als "Mariendaal, Moulin". Het geheel was eigendom van J. Lambinon, notaris te Luik. Geen enkele van de nog bestaande gebouwen beantwoordt aan deze toestand, behalve de molen.
In 1893 brandde de nog gedeeltelijk in stijl- en regelwerk gebouwde molen af. De heropbouw in baksteen volgde een jaar later.
Op 23 augustus 1923 passeerde bij notaris Fransman te Bree de koopakte voor de "Kluis Mariëndal". Antonius Hubertus Timmermans (°Hunsel, NL, 09.01.1879) werd eigenaar van de kluis inclusief de molen. Hij kocht het goed voor 96.000 Belgische franken van juwelier-goudsmid Ferninand Marie Felix Hardy, die in de St. Paulusstraat te Luik woonde. Overigens was Antonius Hubertus Timmermans ook degene die de Annamolen te Keent (Weert) liet bouwen. Antonius Hubertus Timmermans vestigde zich pas in 1926 definitief in Beek (Bree). Hij huwde op 4-2-1926 te Weert met Josephina Elisabeth van Knippenberg. Zij gingen wonen in de kluis van Mariëndal. Ze kregen 6 zonen en 2 dochters. Toon Timmermans heeft de molen als laatste bemalen.
Het klooster werd in 1970 afgebroken, de bijbehorende kapel in 1989 en het molegebouw werd in 1986 volledig als woonhuis ingericht. Het molenwerk en het houten onderslagrad onder houten afdak, dat zich tegen de oostelijke zijgevel bevond, zijn nu volledig verdwenen. In het huis zijn slechts enkele kenmerken aanwezig die nog aan een molen herinneren. Het betonnen sluiswerk bestaat nog, maar de houten schotten zijn verdwenen.
Lieven DENEWET, Herman HOLEMANS & Paul LAMMERETZ
Aanvullende informatie
Bijlage 1. De molenaars Joosten (brief van Jos Joosten, 13.04.2011)
Ik ben een verre nazaat ben van de vroegere molenaars Joosten op de Kluismolen te Bocholt. Vermoedelijk is onze familie afstammeling in rechte lijn, want mijn grootvader en al zijn voorgangers zijn altijd molenaars cq. graanhandelaren geweest.
Vanuit Beek zijn die via Helden naar Weert getrokken, alwaar mijn grootvader nog een graanhandel had.
Toen ik een foto nam van de Aabeek met de rug naar het molengebouw (woning), bedacht ik daarbij dat misschien al 500 jaar geleden een verre voorvader ook hier wel eens heeft staan mijmeren.
Bijlage 2. Geschiedenis van het laathof van Schoot
Het laathof van Schoot, ook Joostengoed genaamd, was een van de goederen afhankelijk van het laathof van Orienten in Bree, dat de goederen van de cisterciënzerinnenabdij van Oriënten (Rummen, Brabant) beheerde. Het bestond uit een huis met hof, landerijen, weiden en een watermolen. Het huis werd in 1743 uitgebouwd tot een klooster met kapel, refter, kapittel, gastenkamer, dormitorium met cellen voor een achttal broeders, en een twintigtal kamers voor licht geesteszieken. Bij het huis hoorde een hoeve, het werk werd verricht door broeders en knechten. Na de dood van Jacob Gradts kende de kluis een moeizaam bestaan. Ze werd in 1798 door de Franse overheid verkocht aan J. Libert voor zijn vader L. Libert (Luik). Later werden kluis en watermolen eigendom van de familie Hardy, die het goed in 1927 verkocht. Klooster en kapel bestonden nog in de jaren 1960, maar waren toen reeds bouwvallig; het klooster verdween in de jaren 1970, de kapel in de jaren 1980. De kapel was een éénbeukig bakstenen kerkje van drie trav., de muren geritmeerd door vlakke baksteenpilasters; getoogde vensters.
Literatuur
Privaat archief
Akte van aankoop van de Kluis van Mariëndal d.d. 23-8-1923.
Lieven Denewet, "Inventaris van de Limburgse watermolens met hun pegelhoogtes (1846-1849)", Molenecho's, 39, 2011, nr. 2.
Herman Holemans & Werner Smet, "Limburgse watermolens. Kadastergegevens: 1844-1980", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1985;
Bert Van Doorslaer, "Met de stroom mee of tegen de wind in: Molens in Limburg", Borgloon/Rijkel, Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed, 1996, p. 31.
L. Aerts, "Scute-Schoot (Beek)", in: Limburg, XII, 1930-31, p. 232.
H. Cuppens & W. Smet, "Limburgse watermolens. Molens op de Aabeek-Bosbeek en Itterbeek", St.-Niklaas, 1980.
T. Guffens, "Pollismolen Opitter-Bree", 1987, p. 138.
E. Maes, "De kluis van Mariëndal te Beek bij Bree", in: Het Oude Land van Loon, 1, 1946, p. 99-106.
S.F. Maes, "De geschiedenis van Bree. De gemeente van de oudste tijden tot aan de Franse revolutie", 1952, p. 89, 184, 192-193.
A. Melgers, "De geschiedenis van het gehucht Schoot, Bree", s.d.
Gendalim
H. Van de Weerd, "Oud Bree", in: Limburg, XXXIV, 1955, p. 114-121.
Artikel in: Tijdschrift van geschied- en heemkundige vereniging van Bree (Euzendröpke), nr. 19, mei 1991.
Gesprekken
familie Timmermans en Louisa Verrijsen, weduwe van Leo Timmermans, zoon van Antonius Hubertus Timmermans.
Mailberichten
Lambert Joosten
Jos Joosten, 13.04.2011
Gé Joosten, Amsterdam, 03.05.2016
(afstammelingn van de molenaarsfamilie Joosten die op deze molen werkte).